Kathedraaldenken

Een boeiend essay kreeg ik toegestuurd door de auteur, Peter Pelzer. Hij is universitair docent Planologie aan de Universiteit Utrecht. In ‘Verantwoordelijk voor de toekomst. Op zoek naar een planologie van de lange termijn’ (2021) onderneemt hij “een ontdekkingsreis die voert langs de stam der planologen, woorden en cijfers die ons kortetermijndenken versterken en het mysterie van het voorstellingsvermogen.” Een grappige omschrijving van een reeks gesprekken met collega-planologen. Onderweg keek Pelzer door een antropologische bril naar het Programma Aanpak Stikstof, de discontovoet in MKBA’s, de systematiek van de GREX, omgevingsvisies, Participatieve Waarde Evaluaties, enzovoorts. Moedeloos geworden stelt hij op het einde vast dat het kortetermijndenken zowel in de taal als in de cijfers wel erg dominant is. Volgens hem ligt er in de planologie teveel nadruk op coördinatie, te weinig op visie. Waar is de lange termijn gebleven? “Planologie gaat over het voorstelbaar maken van mogelijke toekomsten. Daar moeten we beter in worden.” Hij wil de planologie daarom heruitvinden en bepleit een nieuwe nadruk op de lange termijn. Die moet zowel inspirerend als verbindend werken. Dat vergt grote verbeeldingskracht.

Zijn essay deed me denken aan Roman Krznaric’s ‘De goede voorouder’ (2020), een boek dat Pelzer ook gelezen heeft want op bladzijde 48 noemt hij het in een korte bijzin. Maar daarmee doet hij de auteur beslist geen recht. Als er iemand gewezen heeft op de noodzaak van langetermijndenken, dan is het wel deze Britse filosoof en mede-oprichter van The School of Life. Krznaric: “Wij zijn de erfgenamen van schenkingen uit het verleden.” Langetermijndenken begint met een groot historisch besef. Sterker, we leven in een wereld die al miljoenen jaren oud is en dit gegeven zou ons moeten doen inzien dat we nietige wezens zijn. Dankbaarheid voor wat onze voorouders voor ons deden zou in ons denken en handelen leidend moeten zijn. En onze planologische acties zouden veel sterker op toekomstige generaties gericht moeten zijn. Doen we het goede? Zijn we goede voorouders? Planologen zouden veel bescheidener moeten zijn, hun inspanningen richten op beheren in plaats van ontwikkelen, zich beperken tot kleine toevoegingen aan het bestaande, zich in dienst stellen van toekomstige generaties, historisch onderlegd moeten zijn. Krznaric noemt dit ‘kathedraaldenken’. Overigens ziet Krznaric Nederlanders bij uitstek als planners voor de lange termijn. Al meer dan achthonderd jaar beheren wij onze polders gemeenschappelijk via onze waterschappen. Dat is misschien geen hoogdravend werk, maar wel heel duurzaam. Het is een veel positiever oordeel dan dat van Pelzer.


Posted

in

,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *