Gelezen in ‘Mijn Rotterdam’ (2016) van Riek Bakker:
Bron: Teun Koolhaas
Iemand vergeleek m’n methode van planning met de zeer succesvolle aanpak die Riek Bakker eerder had gevolgd ten aanzien van de Kop van Zuid in Rotterdam. Het was bedoeld als een compliment. Maar klopt het wel? Over haar werkwijze sprak de stedenbouwkundige Riek Bakker (1944) in 2016 de D.G. van Beuningen-lezing. Daarin blikte ze terug op haar Rotterdamse periode en vertelde ze dat niemand destijds in de plannen voor de Kop van Zuid geloofde, ook niet in Rotterdam. Daarom moesten de plannen ‘snel’ en ‘overtuigend’ worden gepresenteerd. We spreken over 1986. “Onze presentatie moest spectaculair zijn: wervend, voelbaar, zichtbaar en, niet in de laatste plaats, verplaatsbaar. Ik moest er ‘een mars door de stad’ mee kunnen ondernemen.” Het ging ‘op de bluf’. Ook al zaten er nog veel haken en ogen aan het plan, het risico durfde ze te nemen. Bakker ging naar de VS om mensen te vinden die een ‘spetterende’ presentatie konden maken: een grote maquette, een diapresentatie met meerdere projectoren en ‘spectaculaire’ muziek. Die marketingstrategie besteedde ze uit, want haar eigen ambtenaren wilden of konden zo ‘naar buiten gericht’ niet werken. Ze begon een waar ‘offensief’. Drie jaar later was het definitieve programma van eisen voor de Erasmusburg gereed. Start bouw: 1994. Zoiets was inderdaad ongekend snel.
In haar lezing is Bakker de visionair die door middel van de aanval het ongeloof en de weerstand wist te breken. “Dit offensief was voor mij de crux. We moesten de plannen op een aansprekende wijze over het voetlicht krijgen. Mensen moesten geïnspireerd raken en het gevoel krijgen aan iets groots en meeslepends bij te kunnen dragen.” Ze begon ‘voorzichtig’, in haar eigen huis. Daar nodigde ze groepjes mensen uit, liet hen de plannen zien “en stelde dan altijd de vraag: Kunnen jullie me helpen om dit voor elkaar te krijgen?” Later werd haar presentatie groter en professioneler. Haar les was: er hoeft niet altijd een perfect onderbouwd plan te liggen voordat je ‘naar buiten’ gaat. Naar buiten? De volgende ‘horde’ die ze moest nemen was ‘burgerparticipatie’. Met haar maquette trok ze de wijken in. Ook daar, op Zuid, wist ze het verzet te breken. Ze won vertrouwen door de bewoners wensenlijstjes te laten maken en deze vervolgens in te willigen. Gesteund door de bevolking plaatste ze, brutaal, de maquette in de hal van het stadhuis aan de Coolsingel. Zo zette ze de politiek onder druk. Het werkte. Er vonden geen politieke debatten plaats, maar dialogen. Kijk, in dat klimaat van openheid en collectieve intelligentie ben ik geïnteresseerd, vooral in de mogelijkheden voor anderen om bij te dragen. En ook voor hoe Riek het verhaal vertelde neem ik m’n petje af. Maar planning is geen hordenloop en in marketing geloof ik niet. Je kon er maar eens naast zitten.
Geef een reactie