Gelezen in ‘De wil van technologie’ (2012) van Kevin Kelly:
Afgelopen donderdagavond sprak op uitnodiging van Hare Majesteit in het Paleis op de Dam de CEO van Google, Eric Schmidt. De hoofdlijn van zijn lezing, getiteld ‘The Internet in the past, present and future’, was spannend en eenvoudig te volgen. De komende tien jaar zal het aantal gebruikers van internet wereldwijd stijgen van de huidige twee miljard naar liefst zeven miljard. De technologie wordt sneller, beter en goedkoper. Een ongehoorde collectieve intelligentie zal zich meester maken van de planeet aarde. Het web bevrijdt alle mensen, het belooft grote openheid. “To connect people is to free people.” Vooral de enorme groep achtergestelden in de wereldsteden – in de termen van Schmidt ‘the inspiring majority’- zal van het web gaan profiteren. Het wordt, belooft hij, ‘earth shattering’. Weliswaar zullen de maatschappelijke verschillen, wereldwijd, groter worden, maar de vooruitgang voor iedereen ligt in het verschiet. Schmidt toonde zich erg optimistisch, al zag hij ook gevaren. Hij noemde er drie: ‘cyber crime’, ‘lack of privacy’‘ en de onvoorspelbare reactie van overheden. Die laatste konden wel eens besluiten het internet minder vrij en open te maken. Echter, het zal de opmars van het web niet kunnen stuiten. “Internet is like water”, op termijn zal internet ervaren worden als elektriciteit – als iets dat overal in overvloed aanwezig is.
Op de bevrijdende werking van internet gaat ook Kevin Kelly, mede-oprichter van Wired’, in in zijn nieuwste boek. Eigenlijk geldt dit – die toenemende vrijheid – voor alle technologieën, zo stelt hij. “Het technium breidt eerst het scala aan mogelijke keuzes uit en vervolgens het scala aan mogelijke beslissers die keuzes kunnen maken. Hoe krachtiger een nieuwe technologie is, hoe groter de nieuwe vrijheden die ze ontsluit.” Technologische ontwikkeling vergroot dus onze persoonlijke vrijheid, tegelijk vergroot ze de mogelijkheden tot samenwerking. Vroeger was een samenwerking tussen miljoenen mensen logistiek lastig te verwezenlijken. Nu niet meer. We zijn nu in staat om samen encyclopedieën te maken, videoarchieven aan te leggen en software te realiseren. “Kunnen we op dezelfde manier bruggen, universiteiten en nieuwe steden bouwen?” Voor Kelly is dit bijna een retorische vraag. Vroeger hadden we regeringen nodig, schrijft hij, nu steeds minder. Lange tijd vertrouwden we, in plaats daarvan, op de vrije markt. Binnenkort zullen we onze collectieve wensen realiseren door samenwerking. Dankzij de samenwerkingstechnologieën van het wereldwijde web en de zeven miljard mensen die er dagelijks gebruik van zullen maken. Schmidt noemde de nieuwe generatie studenten als voorbeeld. Zij staan op en zijn online, tot ze uiteindelijk gaan slapen. Zo zal iedereen straks leven. Het eindstadium voor de mensheid wordt: vrijheid en samenwerking. Je hoeft er geen politieke partij meer voor op te richten. Het komt vanzelf.
Geef een reactie