Nog mooier

Rob Wolfs, wandelroutemaker, zou me Assen laten zien. Vanuit Dieren kwam hij met de trein. Ik was al in de Drentse hoofdstad, waar ik de vorige dag een lezing had gegeven over het Havenkwartier. Op dat bedrijventerrein aan het water, zo dicht bij het station en de binnenstad, had ik gezegd, moet je echte stedelijkheid maken. Met burgemeester Out had ik daarna een korte wandeling door het lege gebied gemaakt. Assen heeft een compleet nieuwe infrastructuur, een mooi nieuw station (nadat er in 1989 al eens een nieuw station was verrezen!), een stadsautotunnel, een ondergrondse fietsenstalling, een stadsboulevard, allemaal betaald uit de Zuiderzeelijnmiddelen. Wat een ongekende luxe. In de structuurvisie heeft het liefst zes gebieden aangewezen die het de komende jaren wil ontwikkelen. Havenkwartier is er een van. Van stedelijke druk is echter nauwelijks sprake, dus waar ga je beginnen? Het motto van het vriendelijke Assen is ‘ontspannen stedelijkheid’, de omgevingsvisie maakt ‘Assen nog mooier’. Past zoveel auto-infrastructuur pal langs de binnenstad wel bij dergelijke motto’s? Op die vraag kreeg ik een paar dagen later antwoord van planoloog Terry van Dijk, toen ik opnieuw Assen aandeed en hij me een lift aanbood naar Norg. Aan de oostkant van de 69.000 inwoners tellende Drentse hoofdstad, vertelde hij me in de auto, heeft de gemeente vanwege het landschap afgezien van een rondweg. Daarvoor in de plaats wordt het autoverkeer nu pal langs de historische binnenstad en door de tunnel vóór het station geleid. Hij vond het erg slim, maar ik twijfelde.

Toen Rob Wolfs me door de voetgangerstunnel onder de sporen door duwde in oostelijke richting wist ik dit nog niet. We gingen, zei Wolfs, een van zijn Trage Tochten lopen. Meer dan 600 heeft hij er al gemaakt. Ik volgde in zijn voetspoor en ontdekte de andere kant van Assen. Ontspannen wonen kon je hier zeker, maar stedelijkheid ontbrak. Wolfs voerde me door het vele groen, dat hier overal de kop opstak. Via dit soort routes, vertelde hij me, gidst hij zijn wandelaars het liefst door steden: over onverharde paden, eigenlijk alleen maar door het groen. Al snel betraden we Valkenstein, een landgoed van liefst tien hectare dat het hart vormt van Assen-Oost. Vandaaruit liepen we door bosachtig gebied, op veilige afstand van dunne woonzones die ijl uitwaaierden in het Drentse landschap; we groetten een paar bewoners die hun hondjes uitlieten. Nadat we een stille weg waren overgestoken, naderden we het stroomdal van het Deurzerdiep. Hier, zei Wolfs trots, begint het stroomdal van de Drentsche Aa. We wisten het zweet van ons voorhoofd en dronken water. Een lommerrijk, kaarsrecht pad in de plaats van de oude spoorbaan van het treintje naar Gieten lachte ons toe. Daarna zou Wolfs me via de velden en essen en langs die ene mooie beek terugvoeren naar Assen, tot in het Asserbos. Opnieuw heb ik geen auto gezien. Assen vond ik, al met al, buitengewoon ontspannen. Op die ene autoboulevard na.


Posted

in

, ,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *