Onbegrijpelijke toekomst

Gelezen in ‘What is the Future’ (2016) van John Urry:

Afbeeldingsresultaat voor what is the future? urry

Afgelopen weekeinde in Het Parool (24 juni 2017) een interview met Leo Meyer, oud-onderzoeker bij het IPCC en het Planbureau voor de Leefomgeving. Meyer is klimaatexpert. Nee, vrolijk werd ik er niet van. Meyer: “We vliegen blindelings op een voor ons onbegrijpelijke toekomst af. In 2500 zou de zeespiegel wel eens 15 meter hoger kunnen staan.” Alle toekomstprojecties, aldus Meyer, zijn met grote onzekerheden omgeven. Alles is denkbaar, het gekste kan gebeuren. We lijken het echter niet te beseffen. “Hoe groot, hoe omvangrijk, hoe urgent het probleem is, dringt niet door.” Het interview deed me denken aan het vorig jaar verschenen boek van de Britse socioloog John Urry. In ‘What is the Future?’ onderzocht deze de toekomst als maatschappelijk fenomeen. “Futures are now everywhere.Thinking and anticipating the future are essential for almost all organizations and societies.” Tegelijkertijd lijken al die toekomsten onvoorspelbaarder dan ooit, onzeker en onbekend. Fijntjes stelt Urry vast dat met toekomstdenken de planologie weer terug op het toneel lijkt. Aan planologie kleefde de geur van de sociaal-democratie. Toen die het aflegde tegen het neoliberalisme, moesten de planologen een toontje lager zingen. Noem je leerstoel echter ‘Future studies’ en je zit gebeiteld.

De laatste hoofdstukken van ‘What is the Future?’ zijn gewijd aan toekomstscenario’s. Het allerlaatste hoofdstuk gaat over het klimaat.  Geen van de vier klimaatscenario’s loopt goed af. In het eerste scenario zijn klimaatwetenschappers door regeringen die de toekomst van ‘economische groei voorop’ aanhangen in de hoek gezet van een verschrikkelijke toekomst, een rampspoed waar zij niets aan kunnen doen en die zich noodlottig zal wreken: een regelrecht Cassandra syndroom. In het tweede zijn er activisten die een CO2-neutrale toekomst voor mogelijk houden, maar ze zijn te laat en zullen hun doel slechts bereiken tijdens mondiale catastrofes. De derde stroming denkt aan ecologische modernisering, al meent Urry dat er van een monumentale technologische ommekeer sprake zal moeten zijn om zo’n toekomst plausibel te maken. Ten slotte is er, als reactie op rampen die zich hoe dan ook zullen voltrekken, een toekomst denkbaar, gedomineerd door grootschalige geo-engineering via machtige partijen die de democratie daarbij opzij zullen schuiven. Zij zullen proberen het klimaat naar hun hand te zetten, waarop oorlogen zullen uitbreken. Het lijkt wel of Urry, die vlak voor zijn dood het manuscript voltooide, in de toekomst van het klimaat aanleiding zag voor het schrijven van zijn boek. ‘What is the Future?’ is een somber boek. U begrijpt dat ik na lezing het even niet meer zag zitten.


Posted

in

, ,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *