Verlicht Parijs

Gelezen in Het verdorven genootschap (2010) van Philipp Blom:

Schitterend werk van de Brits-Oostenrijkse historicus Philipp Blom. Zijn nieuwste boek over de achttiende eeuwse salon van Baron Thiry d’Holbach waar Diderot, Hume, Rousseau en andere radicale verlichtingsfilosofen samenkwamen, is eigenlijk een boek over het achttiende eeuwse Parijs. Een plaatsnamenregister ontbreekt helaas. Was dat er wel geweest, dan had de Franse hoofdstad zeker meer dan de helft in beslag genomen. Rousseau kwam uit Genève en was via Venetië in Parijs beland, Diderot kwam als zestienjarige uit Langres in het noorden van de Champagne en Holbach zelf had in Leiden gestudeerd. In Parijs ontmoetten al deze bijzondere mannen elkaar. Diderot en Rousseau spraken elkaar aanvankelijk op de binnenplaats van het fort van Vincennes, waar Diderot een straf uitzat. Jean-Jacques liep daarvoor dagelijks twee uur op en neer. “Op donderdag en zondag ontvingen de Holbachs gasten in hun salon op de eerste verdieping van hun elegante, maar bescheiden huis aan de rue Royale Saint-Roch en de drukte van het Louvre. Alles was in gereedheid voor wat de grootste intellectuele onderneming van de achttiende eeuw zou worden,” schrijft Blom.

In 1754 keert Rousseau voor even terug naar Genève, de stad waarvan hij had gezegd dat hij er nooit meer een stap zou zetten. Daar bekeert hij zich tot het protestantisme, om een jaar later overigens terug te keren naar Parijs. Maar zijn vrijzinnige vrienden heeft hij met zijn merkwaardige geloofsdaad dusdanig van zich vervreemd, dat hij opnieuw besluit de Franse hoofdstad de rug toe te keren, ditmaal door zijn intrek te nemen in het landgoed in Montmerency, even noordelijker. Parijs noemde hij “de stad van lawaai, rook en modder, waar vrouwen niet meer geloven in deugdzaamheid of mannen in eer.” Louise dÉpinay bood hem een huisje aan, “uren lopen van de salons, cafés en openbare plaatsen die zijn leven waren geweest.” Parijs trok hem aan en stootte af. Blom: “Voor de vrienden uit de rue Royale, die dicht bij elkaar woonden, elkaar vaak zagen en genoten van hun wederzijdse solidariteit in een verder vijandige wereld, leek het terugtrekken van Jean-Jacques op een afwijzing van alles waar zij voor stonden.” Op Diderot oefende Parijs juist een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit. De rest van het land verachtte hij. “De voortgang van de Verlichting blijft beperkt,” schreef hij in 1759 aan zijn minnares Sophie. “Ze dringt maar tenauwernood tot de buitenwijken door.” Uit alles blijkt dat Parijs de stad was waar het gebeurde. De radicale denkers leefden daarbinnen heel dicht op elkaar. “Gedachten,” aldus Blom, “bloeien alleen op als er vrijelijk kan worden gediscussieerd, maar daar was de openbare ruimte – parken, de vele cafés en taveernes – niet veilig genoeg voor.” Daardoor hadden de salons in het achttiende eeuwse Parijs een belangrijke functie. Ze boden bezoekers gelegenheid om te spreken, te luisteren, om bondgenootschappen te sluiten, om een machtige beschermheer te vinden. Zonder de beslotenheid van de salons was de radicale Verlichting nooit ontstaan. En het gekke is, eigenlijk is het tegenwoordig niet anders. Al het uitzonderlijke speelt zich nog steeds af op de vierkante kilometer.


Posted

in

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *