Ik hoorde van haar bijzondere werk in Kloosterburen, Groningen. Dat is het burgerinitiatief Klooster & Buren, een unieke dorpscoöperatie die wonen, zorg en leefbaarheid combineert en die nu al bijna twintig mensen werk verschaft, waar bovendien vele vrijwilligers helpen. Afgelopen week wandelde ik met haar in Friesland, van Hemrikerverlaat tot voorbij Jubbega. Haar naam: Anne Hilderink, van beroep beeldend kunstenaar. Haar kooikerhondje Fien liep met ons mee. Het Nijtapspaad en verderop de route langs het Tsjiende wijk leenden zich uitstekend voor een goed gesprek. Zon hadden we niet, maar ook geen regen. Eén fietser slechts kwamen we tegen, verder geen verkeer, alleen geruis van de bomen, water langszij. Haar nieuwste missie heet Het-onderste-boven. Doel: burgerinitiatieven zoals Klooster & Buren tot een duurzame beweging maken. Het-onderste-boven, vertelde ze, was begonnen met een werkconferentie in Kraggenburg, Noordoostpolder. Bijna honderd mensen spraken daar begin april drie dagen over de verschillende werkwijzen van een tiental burgerinitiatieven. Wat werkt wel en wat niet? Wat zijn de risico’s? Wat is de maatschappelijke impact? En hoe ga je als burgers om met overheden? Nee, ze is optimistisch. Bestaande systemen staan op instorten, dat wel. Maar burgerinitiatieven komen ervoor in de plaats. Die lokaal geworteld zijn, vanuit langjarige betrokkenheid opgebouwd en gevoed door kennis uit de directe leefomgeving.
Vooral het systeem van de zorg verkeert in een regelrechte crisis, zegt ze. Ik wist het. We worden ouder en talrijker, er is een nijpend personeelstekort, de kosten blijven stijgen, de pandemie heeft de medewerkers uitgeput. Dus burgers moeten het zelf doen. En het kan. In Kloosterburen lukte het door zorg, wonen en opvang in elkaar te schuiven. Hield je ze gescheiden, dan was het nooit gelukt. En dat is precies het grote probleem van deze tijd: systemen opereren naast en langs elkaar. Ook binnen de overheid werkt alles gescheiden. Gemeenten noemt ze de zwakste schakel. Daar is, naast de vele afdelingen, sectoren, portefeuilles, een voortdurende wisseling van de wacht, constante reorganisatie, met telkens nieuwe mensen. Het gevolg is dat gemeenten ook sterk naar binnen zijn gekeerd. Annes denken en werken daarentegen is holistisch. Alles is bij haar een eenheid. Juist door de dingen met elkaar te verbinden ontstaat een krachtig geheel. Kennis is daarbij cruciaal, ze bedoelt ervaringskennis. En intuïtie. En ook verbeeldingskracht. Niet voegen naar de omstandigheden, maar helder conceptueel denken. Kunstenaars, zegt ze, betekenen in deze ontwikkeling veel. Waarna ze me vertelt hoe ze als kind van een polderpionier en later als autonoom kunstenaar steeds socialer is gaan werken. Kunst en leven zijn in haar ogen één. Op de erven ter hoogte van Jubbega blaften de honden kwaad naar Fien, maar Fien wandelde, niet aangelijnd, braaf tussen ons in. In de verte gloorde Hemrik.
Geef een reactie