Gelezen in De Volkskrant van 1 november 2008:
Aan het internationale profiel van Amsterdam draagt ook de voetbalclub Ajax bij. Maar het gaat niet goed met Ajax. Net zomin als het goed gaat met PSV en met Feijenoord. Gisteravond nog verloor de Rotterdamse club van AZ en bestormden tientallen boze fans het Maasgebouw. Er lijkt sprake van een patroon. "De provincie regeert", kopte De Volkskrant een paar weken geleden. Het zijn nu AZ, Twente en Heerenveen die beter presteren. Veel beter zelfs. De nivellering in de eredivisie voetbal lijkt te maken te hebben met groeiend vertrouwen in de provincie, die minder geneigd is op te kijken tegen de randstedelijke topclubs. Die hebben hun gouden tijden beleefd in de jaren zeventig en tachtig, toen het voetbal professionaliseerde. Inmiddels wijken de begrotingen van deze topclubs niet veel meer af van de clubs in de provincie. "In principe wordt de ranglijst voor 90 procent bepaald door geld. Maar de begrotingen van de traditionele topclubs stijgen de laatste jaren minder snel dan die van sommige clubs uit de provincie. Die stralen trots uit en werpen de schroom van zich af," zegt Henk Kessler, directeur betaald voetbal. Het gaat om de 50 miljoen van Ajax tegen de 30 miljoen van een club als AZ. En dan heb je het Bosman-arrest uit 1995, dat spelers transfervrij verklaart na afloop van hun contract. Steeds jonger vertrekken daardoor de talentvolle voetballers naar de Europese topclubs, die beduidend meer vermogen hebben dan Ajax. Dat bleek laatst nog, toen de 26-jarige Ajaxied Huntelaar aan Real Madrid bleek te zijn verkocht voor 27 miljoen euro. Real Madrid heeft alleen al vorig jaar een winst gemaakt van 54 miljoen euro.
Wat er in het voetbal gebeurt, staat niet op zichzelf. In alle economische sectoren zie je aan de top een verwoede strijd om het aantrekken van talent. In Nederland vindt op dit moment een gevaarlijke drainage plaats van hier opgekweekt toptalent. Dat vertrekt, zodra het de kans krijgt, naar het buitenland. Daar wordt meer geld geboden en de kansen om de top te bereiken zijn er gewoon groter. Dat heeft te maken met de omvang van de steden. Die zijn bij ons te klein. In internationaal perspectief zijn onze grote steden eigenlijk de ‘provincie’. Anders gezegd, er is in Nederland domweg te weinig economisch draagvlak voor topvoorzieningen. Die worden, als ze er nog zijn, kunstmatig in stand gehouden met subsidiestromen vanuit ‘Den Haag’. Zoals bij het Concertgebouworkest of de Nederlandse Opera. Maar Ajax krijgt geen subsidie. Daar zie je nu de drainage. In dergelijke omstandigheden gaat inderdaad ‘de provincie regeren’.
Henk Kessler mag dit dan een "leuke en spannende competitie" vinden, eigenlijk is het zorgelijk. Het enige dat voor Ajax helpt is een echte grote stad bouwen. Een metropool.
Gelezen in De Volkskrant van 1 november 2008:
Ajax speelt niet lekker. Met mijn gebrekkige voetbalkennis was zelfs míj dat duidelijk geworden. Een echte metropool rond Ajax bouwen, zoals ik in het vorige blogitem als oplossing suggereerde, zal wel niet aankomen bij de supporters. Dat duurt zeker twintig, dertig jaar, en voetbalsupporters en ook voetbalbestuurders hebben weinig geduld; de club moet liefst nog het volgende seizoen weer in de Champions League spelen. Dat werkt dus niet.
Een alternatief zou zijn om de trainingsfaciliteiten van Ajax te verbeteren. Nu heeft de club zojuist besloten om te verhuizen van, zoals De Volkskrant onlangs schreef, de "spiegelende ruiten van kantoren, beton, suizende metro’s, een supportershome langs het trainingsveld" in Amsterdam-Zuidoost naar "de rust en veiligheid van jeugdcomplex De Toekomst" even verderop, in datzelfde Zuidoost.
Is dat nou wel een verbetering? Neem de Herdgang, het trainingscomplex van PSV. "De rust van het trainingscomplex loutert. Daar gaat de bal rond in een groene omgeving, terwijl vogels tjilpen en de stem van de trainer tot de uithoeken van het veld draagt." Dat werkt volgens de krant pas echt "als balsem voor de gekwetste voetbalziel." Sterker, "In rust trainen alle èchte grote clubs: van Real tot Manchester United en AC Milan." Voor Van Basten schijnt Milanello het gedroomde voorbeeld te zijn, het complex van AC Milan. De vraag is dus reëel of De Toekomst aan Ajax dezelfde kwaliteiten kan bieden als een Milanello. Ik denk het niet. Kan Ajax zijn trainingsfaciliteiten, net als "alle èchte grote clubs", niet beter zoeken bij een dorpje als Ouderkerk, aan de andere kant van de A2? Stel je voor, in de Amstelscheg, dicht bij de Ouderkerkerplas, verrijst een trainingscomplex met gebouwen in cottagestijl. De spelers wandelen op hun gemak de dorpskern van Ouderkerk binnen. Wat een rust, wat een ontspanning! En Zuidoost, Almere en de Arena zijn niet ver weg. Het zou kunnen helpen. Wie weet.
reacties