Gelezen in de ‘GPCI 2019’ van de Mori Foundation:
Daar is ie weer: de Global Power City Index van de Mori Foundation in Japan, de jaarlijkse index van bijna vijftig wereldsteden gemeten naar hun vitaliteit en kracht. Ik ben er dol op. Zelf noemen de Japanners datgene wat ze jaarlijks zo nauwkeurig proberen te meten ‘magnetisme’ van steden, oftewel het vermogen van steden om creatieve bedrijven en talent aan te trekken. Voor het achtste achtereenvolgende jaar staat Londen bovenaan, gevolgd door New York en Tokio. Echter, Londen heeft ingeboet aan kracht, terwijl Parijs iets omhoog neigt en de positie van Tokio lijkt te bedreigen. Waardoor het komt dat Londen slechter presteert kunnen de samenstellers niet precies zeggen. Het kan de Brexit zijn. Toch behoudt de Britse hoofdstad zijn toppositie, al was het maar omdat ze op het culturele front nog altijd uitmuntend presteert. Parijs echter toont in veel opzichten grotere dynamiek, wat volgens de makers verband houdt met de voorbereiding van de Olympische Spelen van 2024. Dat doet Parijs veel beter dan Tokio 2020. Maar megastad Tokio presteert op alle indicatoren onverminderd uitstekend, dus de Franse hoofdstad zal haar niet makkelijk kunnen passeren. Op plaats 6 staat opnieuw Amsterdam, dat is vlak achter Singapore. Nieuwkomers zijn Melbourne, Helsinki, Dublin en Tel Aviv. De eerste komt zelfs binnen op plaats 11.
Amsterdam scoort hoog op leefbaarheid, inclusiviteit en connectiviteit, maar ook op niveau van haar universiteiten. Qua topuniversiteiten maakt Amsterdam zelfs deel uit van een jaloersmakende beste vijf: 1. Londen, 2. Hongkong, 3. Boston, 4. Los Angeles, 5. Amsterdam. Bovendien behoort de Nederlandse hoofdstad tot de sterkste economische groeiers, binnen Europa staat ze zelfs op plaats vier, na Dublin, Londen en Stockholm. Veel slechter scoort Amsterdam op duurzaamheid; de inspanningen op het gebied van het klimaat beoordelen de Japanse onderzoekers als mager vergeleken bij veel andere steden, met name die in Scandinavië. Verrassend is de nieuwste indicator die in 2019 voor het eerst aan de index is toegevoegd: de kwaliteit van het nachtleven. Schrik niet: Amsterdam staat daar op plaats 3, na Londen en Bangkok. De stad heeft kennelijk een geweldige reputatie opgebouwd als ‘partystad’. Laatste constatering: alle steden halen dit jaar een lagere overall score. Dat geldt ook voor Parijs en Amsterdam. De wereldeconomie stokt. Steden zijn haar motoren. Iets gaat helemaal niet goed.
Gelezen op Worldatlas van 25 oktober 2019:
Bron: CBRE
De stad met het duurste vastgoed in de wereld is nog altijd Hongkong, op de voet gevolgd door Londen. In Hongkong heeft een gemiddelde werknemer 22 jaar nodig om een woning van 60 vierkante meter te kopen. In Londen duurt dat gemiddeld 15 jaar. Parijs staat op plek 3 en Singapore op 4. Amsterdam is gestegen van 10 naar 7. Dat is een verontrustende trend. Daarmee is Amsterdam duurder geworden dan Vancouver, München en Sydney. In Amsterdam duurt het nu gemiddeld 10 jaar voordat iemand zich de koop van een woning van 60 vierkante meter kan veroorloven. Dat meldt althans World Atlas op haar website (25 oktober 2019). In de ranking van CBRE komt Amsterdam echter niet voor in de top tien. Ook daar domineert Hongkong, gevolgd door Singapore, Shanghai en Vancouver. Londen staat daar op 8, Parijs op 10. Maar deze laatste ranking zet de woonkosten niet af tegen het gemiddelde inkomen ter plaatse. In de Real Estate Outlook 2019 spreekt CBRE wel van verhoogde activiteit van beleggers op de Nederlandse vastgoedmarkt. Ook buiten Amsterdam wordt steeds meer geïnvesteerd, zelfs in middelgrote steden. Probleem bij ons is te weinig aanbod.
Let op Singapore. Daar dreigde het wonen simpelweg te duur te worden voor haar inwoners. De regering moest stevig ingrijpen in de plaatselijke vastgoedmarkt. Onder andere besloot ze de woningbouwproductie flink op te voeren; tegelijk legde ze restricties op aan de bewoning van het vastgoed. Sindsdien stijgen de koop- en huurprijzen daar nauwelijks meer. Nee, volgens CBRE’s ‘Global Living 2019’ behoort Amsterdam niet tot de duurste woningmarkten ter wereld. Maar de koopprijzen zijn wel opvallend sterk gestegen na 2015 en daarmee veel te hoog. Een bubbel dreigt, zeker sinds de stikstofcrisis. Op de UBS Global Real estate Bubble Index staat de Nederlandse hoofdstad nu op plaats 3, na München en Toronto. Waardoor dit komt? UBS: “The city owes these developments to its strong regional economy and rapidly loosening financing conditions amid a wave of speculative buying.” Amsterdam deelt de derde plaats met Hongkong. Sinds juni gaan de mensen in die laatste stad de straat op om te protesteren. Prijsdaling is daar gaande. Zo kan het dus ook. Het wordt een harde val met deze plattelandsregering. Hou je vast, Amsterdam!
Gelezen op CNN Travel op 29 augustus 2019:
Bron: Statista
U wilt gaan reizen? Naast uw favoriete top-drie van topattracties die u altijd al wilde bezoeken en de kwaliteit van de lokale keuken, speelt voor u vooral één ding: is het er wel veilig? Zo begon CNN Travel onlangs haar introductie van de nieuwste benchmark van wereldsteden, gerangschikt op mate van veiligheid. Sinds drie jaar wordt deze specifieke benchmark opgemaakt door The Economist Intelligence Unit te Londen. Zestig steden wordt doorgelicht op digitale veiligheid, gezondheidszorg en hygiëne, veiligheid van transport en persoonlijke veiligheid. Ook de veerkracht van steden wordt gemeten, dat wil zeggen hoe een stad weer opveert na een aanslag of ernstige tegenslag. In totaal worden 57 indicatoren betrokken. Veel vormen van veiligheid, schrijven de samenstellers, hangen sterk met elkaar samen. Eigenlijk gaat de index over hoe goed een stad wordt bestuurd. Al drie jaar staat megastad Tokio solide op plaats een. Japan in het algemeen doet het steevast goed. Dat verbaast niemand. De Japanse samenleving is in hoge mate geordend. Ze wordt op de voet gevolgd door Singapore. Ook dat is alleszins begrijpelijk, want iedereen weet hoe goed deze stad ruimtelijk wordt gepland. (En ja, zelfs op het weggooien van kauwgom staat daar een flinke boete). Nummer drie is Osaka, opnieuw Japan. Tot dusver is de lijst niet verbazingwekkend. Nee, de grote verrassing deze zomer betrof, naast de val van Hongkong, de nieuwkomer op plaats vier: Amsterdam. Niemand had dit ooit verwacht. Amsterdam?? Het grote nieuws ging afgelopen week als een lopend vuurtje de hele wereld over.
Amsterdam scoort beter dan Parijs of Londen, het keurige Wenen of het aangeharkte Kopenhagen. Hoe kan dat nou? Ik spitte het rapport er eens op na. Volgens de onderzoekers wordt Amsterdam inderdaad uitstekend gerund, alle instanties werken er goed samen, het gemeentebestuur doet het voortreffelijk, iedereen is alert en sterk toekomstgericht. Opmerkelijk is steeds de nadruk die in het rapport wordt gelegd op onderlinge samenwerking. Want veiligheid en veerkracht hangen sterk af van de wijze waarop instanties en bevolking met elkaar communiceren, elkaar willen begrijpen. Veiligheid organiseren noemt men een sociale activiteit, gevoed door een geëngageerde bevolking en een transparant bestuur, uitmondend in geïntegreerde gezamenlijke planning (integrated joint planning). Juist in planning munt Amsterdam uit. Amsterdam als het Europese Singapore. Een mooier compliment kan een wereldstad zich nauwelijks wensen. Is het Amsterdamse gemeentebestuur nu niet ongelooflijk trots en blij? Niets van gemerkt. Ergens las ik een reactie van een Amsterdamse burger: zo’n hoge score zal wel weer leiden tot een sterke toename van expats, migranten en, o jee, toeristen.
Gelezen in het Global Cities Report 2018 van A.T.Kearney:
In de Global Power City Index 2018 van de Japanse Mori Foundation is Amsterdam gestegen naar plaats 6, vlak achter Singapore. Dat is goed nieuws, maar het is ook gevaarlijk, want het schept verplichtingen. Londen staat onverminderd bovenaan, gevolgd door New York, Tokio en Parijs. Als altijd hebben de Japanners loepzuivere cijfers geproduceerd. De nauwkeurigheid ervan duizelt je. Neem de positie van Londen. Die blijkt door de Brexit alleen maar versterkt. Wie had dat gedacht? De stijging van de huizenprijzen blijkt geringer, het prijsniveau in de stad is geluwd, de leefbaarheid is sterk toegenomen. Vooral de culturele interactie blijkt in Londen verbeterd. Londen heeft zijn toppositie geconsolideerd. Het verschil in cijfers met de index van A.T.Kearney is trouwens opvallend. Sinds tien jaar maakt het Amerikaanse consultancybureau zijn Global Cities Report. Het meet het zakelijke succes van wereldsteden, waaronder aanwezigheid van menselijk kapitaal, transparantie, kennisinstellingen, politiek bestuur en cultureel kapitaal. Dit jaar zijn het 135 steden, waaronder zeven Chinese nieuwkomers. Amsterdam staat op plaats 22, tussen Wenen en Barcelona. Los Angeles en Moskou zijn de grootste klimmers. Bij A.T.Kearney is New York onverminderd nummer een en Londen nummer twee. Londen is daar als gevolg van de Brexit juist verzwakt, gemeten naar ‘political engagement’.
Naast de Index produceert A.T.Kearney ook jaarlijks een Global Cities Outlook. Deze meet de vooruitzichten van een stad op een toonaangevende positie. Gemeten wordt persoonlijk welbevinden, economische activiteit, innovatiekracht en governance. Melbourne blinkt uit in persoonlijk welbevinden, New York in economische activiteit, San Francisco in innovatiekracht en Geneve in governance. In de Outlook 2018 staat San Francisco op een, New York op twee, gevolgd door Londen, Parijs en Singapore. Amsterdam volgt Singapore op plaats zes. Liefst tien plaatsen is Amsterdam in één jaar gestegen. Zo’n gevaarlijk hoge positie is voor de Nederlandse hoofdstad ongekend. Vooral in persoonlijk welbevinden scoort de stad erg goed. Maar ook is de instroom van Foreign Direct Investment sterk toegenomen. Wie gruwt van benchmarks van steden moet nu stoppen met lezen. Maar wie wil weten hoe de rest van de wereld naar ons kijkt doet er goed aan zich rekenschap te geven van deze uitzonderlijke toppositie. Allerlei ingrijpende veranderingen in het Amsterdamse landschap zullen dan minder als een verrassing komen. Amsterdam is op dit moment het Singapore van Europa. Dat schept, als gezegd, verplichtingen.
Gelezen in Global Power City Index 2017 van de Mori Foundation:
Op de wereldranglijst van steden met de meeste aantrekkingskracht op talent en ondernemingen is volgens het Institute for Urban Strategies van de Japanse Mori Foundation Amsterdam dit jaar één plaats gestegen, namelijk van 8 naar 7. De Nederlandse hoofdstad is daarmee Hong Kong gepasseerd. Ook vorig jaar was Amsterdam al een plaats opgeklommen. Ze staat nu vlak achter het Koreaanse Seoul. Koploper is onverminderd Londen, gevolgd door New York en Parijs. Let ook op de snelle stijger Sydney, die in één klap is gestegen van plaats 14 naar plaats 10. Het is de tiende keer dat de schatrijke stichting van vastgoedeigenaar en ontwikkelaar Mori uit Tokio de uitgebreide monitor van wereldsteden presenteert, dit keer in een speciale editie. De parameters van de Mori Foundation zijn zeer divers; in totaal 44 steden werden doorgelicht op criteria van economie, research & development, culturele interactie, leefbaarheid, omgevingskwaliteit en toegankelijkheid. Dit jaar zijn Dubai en Buenos Aires aan de lijst toegevoegd. Dubai maakte een spectaculaire entree: op plaats 11. De top-vijf is al negen jaar ongewijzigd, al groeit de afstand tussen Londen en New York. Het goede nieuws is dat Amsterdam die wereldtop snel nadert. Alleen Seoul en Singapore moet ze nog passeren.
De stijging dankt Amsterdam met name aan een nieuwe indicator die de stichting dit jaar heeft geïntroduceerd: ICT readiness. Maar het is vooral op het gebied van leefbaarheid dat Amsterdam nog altijd zeer hoog scoort, evenals op dat van bereikbaarheid (Schiphol). Ook cultuur en omgevingskwaliteit zijn uitstekend. Amsterdam zou vooral op de economische indicatoren en op research & development aanmerkelijk beter moeten scoren om de absolute wereldtop te bereiken. Maar daarvoor is de stad te klein en heeft ze te weinig universiteiten en onderzoeksinstellingen. Allemaal flauwekul, die benchmarks? Ik denk het niet. In Azië nemen ze deze heel serieus en voor investeerders en bedrijven geven de uitkomsten een houvast en soms een bevestiging van wat ze al vermoeden. Het telefoonboek met gegevens over alle indicatoren per stad dat wordt bijgeleverd is bovendien buitengewoon solide en indrukwekkend. Nee, daar in Tokio wordt uitstekend onderzoek naar wereldsteden gedaan.
Gehoord bij Mori Memorial Foundation in Tokio op 23 mei 2017:
Professor Hiroo Ishikawa ontving ons op de veertigste verdieping van het imposante Roppongi Hills. Op de vloer was een reusachtige maquette van het centrum van Tokio nagebouwd. Het gebied reikte van de baai tot aan Shinjuku. Ernaast lag, op dezelfde schaal, het schiereiland Manhattan. In één oogopslag werd duidelijk dat het centrum van New York slechts een fractie vormt van het veelkernige centrum van de Japanse megastad. We spraken over de ‘Global Power City Index 2016’ van de Mori Memorial Foundation. Het Institute for Urban Strategies van deze stichting – spin-off van een van de rijkste ontwikkelaars van Japan – doet al jaren onderzoek naar Global Cities. Men bestudeert 42 steden en doet dat op grondige wijze. Elke stad scoort op 70 indicatoren.In de index van afgelopen jaar staat Johannesburg op de laatste plaats. New York staat op plaats 2, na Londen en vóór Tokio. Tokio is Parijs voorbijgestreefd, die nu op plek vier is beland. Amsterdam staat op plaats 8, net boven Berlijn, maar onder Hong Kong. Die relatief hoge plek op de lijst van wereldsteden heeft de Nederlandse hoofdstad vooral te danken aan de luchthaven. Zonder Schiphol was Amsterdam of Nederland überhaupt niet op de ranglijst geweest.
Naast internationale bereikbaarheid (netwerk, vluchten, landingsbanen, punctualiteit) scoort Amsterdam relatief hoog op culturele aantrekkelijkheid. De uitstekende culturele voorzieningen en de schitterende binnenstad dragen hier uiteraard aan bij. Ook qua stadions, hotels en in mindere mate winkels doet de stad het niet slecht. Maar op alle andere vlakken doet Amsterdam het eigenlijk beduidend minder dan veel andere wereldsteden: onderwijs en onderzoek, economie, leefbaarheid, en zelfs duurzaamheid. Een megastad als Tokio biedt op al deze terreinen beduidend meer, ja zelfs als het om leefbaarheid en duurzaamheid gaat. Stedelijke omvang zegt dus weinig. En juist de Japanse steden (Osaka, Fukuoka, Tokio) scoren hoog op leefbaarheid. De auto heeft er geen ruimte gekregen. In het oog springend vond ik ook het belang van de culinaire infrastructuur in de benchmark van de Mori Memorial Foundation. Lekker eten in uitstekende restaurants, het maakt veel uit en blijkt buitengewoon belangrijk voor de score van een wereldstad. Die culinaire reputatie heeft weer invloed op economie, onderwijs en onderzoek, cultuur en leefbaarheid. En op culinair gebied scoort Amsterdam matig (plaats 28). Een eetcultuur is hier nauwelijks ontwikkeld. In Tokio is dat heel anders. Uitgerekend daarop valt nog een wereld te winnen.
Gelezen in Monocle magazine nr. 24 2016:
Welke stad voert op dit moment de lijst aan van ‘s werelds meest leefbare steden? Het Londense Monocle Magazine kwam onlangs weer met haar jaarlijkse benchmark van aantrekkelijke steden. Altijd zeer de moeite waard om te lezen. In ‘The Top 25 Cities’ staat het Japanse Tokio glansrijk bovenaan, met stip op één dus. Ga dus niet zeggen dat megasteden niet leefbaar zijn, want met dertig miljoen inwoners (13,3 miljoen binnen de gemeente) is Tokio een van de allergrootste steden op aarde. Tokio heeft gewoon alles, en van alles het allerbeste. En wie ooit in Tokio is geweest, weet dat extreme drukte heel goed samen kan gaan met dorpsachtige bewoning, en dat deze metropool bovendien beschikt over het allerbeste openbaar vervoer, dat auto’s er niet op straat geparkeerd mogen worden en dat iedereen er te voet gaat, waardoor er een aangename stilte heerst, ondanks de extreme volte. En wat een fraaie parken overal! En vrijwel geen misdaad. En ook nog eens de stad van de Olympische Spelen in 2020. Want extreem rijk. Zeer terecht en verdiend, die nominatie. Nee, terwijl het met de Japanse economie helemaal niet goed gaat, blijft Tokio onverminderd groeien en bloeien. Ondertussen probeert de Japanse regering bedrijven uit Tokio te verleiden om naar kleinere steden elders te verhuizen. Allemaal vergeefs en gewoon niet handig. De mensen vertikken het.
Maar nu het slechte nieuws. Rotterdam komt in de benchmark helemaal niet voor. En Amsterdam – de stad die volgens de Atlas voor Gemeenten binnen Nederland al jaren als de meest aantrekkelijke stad geldt - is op de wereldranglijst gezakt van plaats 19 naar 21. Terwijl Amsterdam de afgelopen jaren juist klom. De reden voor de daling is volgens de redactie tweeledig. De hoofdstad van Nederland, hoe mooi en aantrekkelijk ook, schijnt te worstelen met de vele toeristen; er wordt veel geklaagd, bewoners en toeristen zitten elkaar hinderlijk in de weg. De andere, nog veel belangrijkere reden is de geringe bouwactiviteit: er zijn domweg veel te weinig woningen in Amsterdam voorhanden, de stad is populair, maar ze is echt veel en veel te klein. Iets meer Tokio zou in de lage landen geen kwaad kunnen. Aan de leefbaarheid zal het niets afdoen. Integendeel, als Amsterdam verdubbelt zal ze alleen maar leefbaarder worden. Tokio bewijst het. Maar wie durft het aan?
Gehoord tijdens de Catch-Up van de Amecboard in Amsterdam op 12 december 2014:
Het Amerikaanse PriceWaterhousCoopers brengt jaarlijks de ‘Cities of Opportunities’ Index uit. Elk jaar worden door haar ruim dertig steden in de wereld doorgelicht op een aantal indicatoren die de aantrekkelijkheid van de stad meten voor investeringen door het internationale bedrijfsleven. Dan gaat het om onderwijs, technologie, vestigingskosten, klantvriendelijkheid, kwaliteit van leven. Amsterdam was daar steeds niet bij. Nu wel. En wat blijkt? Na Londen, New York en Singapore eindigde de Nederlandse hoofdstad op vier. Dat is een ongekend hoge score. Afgelopen vrijdag werden de cijfers officieel bekend gemaakt. Hazem Galal, global leader for Cities & Local Government van PWC, kwam de uitslag eind augustus al in Amsterdam bij de Economic Board vertellen. Toen moesten we nog onze mond houden. Nu niet meer.
Waarop scoort Amsterdam zo hoog? Amsterdam is de beste als het gaat om gezondheid, veiligheid, duurzaamheid en natuur. Ook is Amsterdam – heel verrassend – beste stad op technological readiness. Verder: de gateway functie (Schiphol) is op orde, maar niet de beste (want niet duurzaam). Beduidend minder hoog scoort de stad op demografie en transport. Voorts moet Amsterdam veel steden voor laten gaan op economic clout (zeg maar: agglomeratievoordelen) en ease of doing business. Hoezo matig op demografie? De Amsterdamse bevolking, rekent PWC voor, wordt snel ouder. De stad is weliswaar populair om in te wonen, maar er worden veel te weinig woningen gebouwd. Doordat niemand de stad meer uit wil, worden we met z’n allen snel ouder. Nog even en Amsterdam is vergrijsd. Anders gezegd: Amsterdam is te klein. Een andere achterstand doet zich voor in het openbaar vervoer. Daarop scoort Amsterdam ronduit beroerd. Er is jaren achterstand in investeringen in het openbaar vervoer, de ov-chipcard is niet gebruiksvriendelijk, er is teveel ingezet op de auto, het OV is te duur. Galal was heel duidelijk hierover: andere steden in de wereld hebben de afgelopen tien jaar juist zwaar in hoogwaardig openbaar vervoer geïnvesteerd. PwC stelde voor tenminste de NoordZuidlijn door te trekken naar Schiphol.
Gelezen in Smartplanet 2013 nr.2 (van Tyler Falk):
Kijk, kijk, kijk. Amsterdam is uitgeroepen tot de op een na leefbaarste stad te wereld. In de nieuwste ranking van het Britse The Economist Intelligence Unit staat Hong Kong bovenaan als het gaat om leefbaarheid. Daarna volgt Amsterdam. De ranking combineert de leefbaarheidsindex van The Economist met nieuwe maatstaven van ruimtelijke kwaliteit. Dat zijn er zeven: stedelijk oppervlak afgemeten aan de totale bevolking (‘sprawl’), groene ruimte, natuurlijke omgeving, erfgoed, bereikbaarheid, nabijheid van andere steden en luchtvervuiling. In de top tien staan verder: 3. Osaka, 4. Parijs, 5. Sydney, 6. Stockholm, 7. Berlijn, 8. Toronto, 9. München, 10. Tokio. Opvallend is verder dat Amerikaanse steden ontbreken in de top 10. De eerste Amerikaanse stad is te vinden op plaats 14: Washington DC. New York staat op 16, Chicago op 15. De opvallend goede score van Amsterdam houdt met maar één ding verband: die dankt ze aan decennialange uitstekende ruimtelijke ordeningspolitiek van Amsterdam en omstreken, een traditie van structuurplanning en regionale samenwerking. Datzelfde geldt voor stadstaat Hong Kong.
Tyler Falk uit Washington DC schreef over de ranking op zijn blog Smartplanet, issue 2. Via Facebook werd hij snel gedeeld. Ik werd erop gewezen via Hans Karssenberg; die plaatste hem met een link op mijn tijdlijn. Echter, de ranking dateert bij nader inzien al van juli 2012. Op ‘Vrijstaat Amsterdam’ schreef ik er al over in een blog, gedateerd 13 juli. Voor wie het nog eens wil nalezen, kijk op www.zefhemel.nl/?p=4071
Gelezen in ‘ESPON atlas’, Luxemburg (2013):
In de onlangs verschenen ‘Territorial Dimensions of the Europe 2020 Strategy’ (2013) van ESPON wordt de groeistrategie van de EU tot 2020 territoriaal vertaald naar regio’s en steden. De atlas toont de eerste resultaten sinds 2010. Ze verschijnt midden in de crisis die Europa uitzonderlijk hard treft. Drie prioriteiten staan tot 2020 in Europa centraal: smart growth, sustainable growth, inclusive growth. Doelen zijn bijvoorbeeld: 75% van de beroepsbevolking heeft werk, 3% van het bruto binnenlands product wordt besteed aan R&D, 20% reductie van CO2 uitstoot, schooluitval lager dan 10%, 20 miljoen mensen minder onder de armoedegrens. Worden ze gehaald? Die vraag wordt niet direct beantwoord. De atlas wil vooral een regionale benchmark zijn, waarschijnlijk bedoeld om regio’s en steden binnen Europa op te jutten. Wie wil niet de ‘slimste regio’ van Europa zijn? En welke stad wil niet de duurzaamste zijn? De atlas brengt de eerste resultaten in beeld.
Niet verbazingwekkend is het algemene beeld: er is sprake van een duidelijke scheiding tussen Centraal-Noord Europa en de rest. Terwijl de eerste de doelen nadert, raakt de tweede er steeds verder van verwijderd. Ronduit schrikbarend is het grote aantal drop-outs op scholen in de grote steden van Spanje; percentages tot 40 procent treft men daar aan. In Finland en Ierland daarentegen is schooluitval vrijwel nihil. Op het gebied van ‘smart growth’ presteren de Nederlandse regio’s helemaal niet goed. Uitgaven aan R&D zijn het hoogst in Zwitserland, Zuid-Duitsland, rond Praag en Wenen. Ook Stockholm, Malmö, Finland, Toulouse en Zuidoost Engeland (rond Londen) spenderen veel middelen aan onderzoek. Nederland niet. Alleen Brabant kan zich meten met de groten. Echter, ten opzichte van 2003 zijn in alle Nederlandse regio’s – ook Brabant – de uitgaven aan R&D sterk teruggelopen. Alleen op het terrein van arbeidsaanbod op het gebied van wetenschap en technologie doen Randstad, Utrecht en Gelderland nog volop mee met de top. De atlas constateert hier een duidelijke concentratie in de grote steden. Londen echter telt veruit de grootste concentratie hoogopgeleide jongeren van heel Europa, met een percentage van 66 procent in het centrum. Daarna volgt Parijs. Conclusie? Voor ‘smart growth’ moet je niet in Nederland zijn. Onze grote steden zijn gewoon te klein.
reacties