Cruise- en muziekstad

On 26 april 2011, in infrastructuur, muziek, by Zef Hemel

Gehoord in Felix Meritis op 21 april 2011:

Voor even herleefde de Vrijstaat Amsterdam. In de Shaffyzaal van Felix Meritis ontving ik vorige week donderdag als eerste gast Rene Kouwenberg, directeur van de Passenger Terminal Amsterdam (PTA). Hij vertelde over de groeiende cruisemarkt die Amsterdam financieel geen windeieren legt. Per jaar doen meer dan 120 cruiseschepen Amsterdam aan (ter vergelijking: in Rotterdam 20 à 25 schepen). Somige schepen tellen meer dan 2000 passagiers. Die hebben alle slechts 12 uur om te spenderen. Vooral de Bijenkorf profiteert van hen. Afgelopen week nog, vertelde hij, arriveerde het duizendste schip sinds de opening, eind 2000, op de kade van de PTA. Dat was veel eerder dan verwacht. De bijna drie uur durende tocht van de Noordzee naar Amsterdam vond hij geen tijdverlies, maar juist een asset. De passagiers leerden hierdoor Nederland goed kennen: de sluizen, de polders, de laaggelegen stad. Kouwenberg wilde zelfs een beeldenroute langs het Noordzeekanaal om de vaarweg te verlevendigen. Hij zat ook dringend verlegen om een tweede terminal. Dit jaar moest hij al zes schepen nee verkopen vanwege beperkte kadelengte (600 meter), waardoor deze veroordeeld waren tot ontscheping in de containerterminal in Westpoort. Ook komend jaar zullen, zo is nu al duidelijk, zeker vier à vijf schepen niet bij de PTA kunnen afmeren. Ook een grotere zeesluis achtte hij dringend geboden want de grootste schepen kunnen Amsterdam nu niet aandoen. Concurrenten van Amsterdam zijn Kopenhagen en Southampton. O ja, twintig procent van de passagiers verlaat het schip op eigen gelegenheid, tachtig procent gaat georganiseerd. Soms gebruikt men daarvoor de rondvaartboot vanaf de Zouthaven, maar vaker gebeurt alles met de touringcar. Is de cruisemarkt wel duurzaam?, vroeg iemand in de zaal. Kouwenberg repliceerde dat de nieuwste schepen voor dat predicaat in aanmerking komen, maar hij beaamde dat er in dat opzicht nog veel te winnen valt.

De tweede gast was Tino Haenen, directeur van het Muziekgebouw aan het IJ. Hijzelf kwam uit Brussel en was aangetrokken om het Amsterdamse muziekgebouw op de internationale kaart te zetten. Vandaar de donderdagavondconcerten. Aan het gebouw, voegde hij eraan toe, zelf ligt het niet; dat is volgens hem uitmuntend en heeft een prachtige acoustiek, al was de entree via de brug ronduit ongelukkig. Ook de Nederlandse muziekcultuur vond hij opmerkelijk; het feit dat op dit moment overal in het land passiemuziek ten gehore wordt gebracht zei hem genoeg. Nederlanders zingen in koren, in operagezelschappen en op de Nederlandse radio worden soms hele concerten uitgezonden. Met het nabijgelegen conservatorium echter heeft hij niet veel contact. De afstand is weliswaar gering, maar de route is onaangenaam en ‘s avonds ronduit gevaarlijk – zijn vrouw zou hij nooit die afstand laten afleggen. Trouwens, conservatoriumstudenten hebben geen tijd om naar muziekuitvoeringen te komen en van de buurman – de cruiseterminal – had hij eerder last dan profijt. Toch moest hij bekennen dat die afgemeerde schepen naast zijn werkkamer wel imposant zijn; als ze wegvaren lijkt het alsof zijn kantoor van de kade wegdrijft. Zijn publiek is vrij jong en komt overwegend uit de Randstad. Steve Reich was laatst te gast, maar tijd voor een avondje stappen in Amsterdam was er niet geweest. Ook Haenen, nu bijna drie jaar in Amsterdam werkzaam, komt eigenlijk zijn gebouw niet uit. Wat hij van Amsterdam vindt? Tegelijk internationaal en provinciaals. De Hollanders zijn brutaal en direct, zegt hij, maar echt nader tot ze kom je niet. En kosmopolitisch kun je ze niet noemen. Brussel is veel meer dan Amsterdam een wereldstad. Vond hij. Ik geloofde hem op zijn woord. Een bijzondere man.

Tagged with:
 

Droom II

On 22 maart 2008, in economie, by Zef Hemel

Gehoord tijdens ‘leisureondernemerstafel’ over de cruisemarkt op 19 maart 2008:

Dat Amsterdam het goed doet op de cruisemarkt is genoegzaam bekend. Wat de potenties van Amsterdam op de cruisemarkt zijn was onderwerp van een bijeenkomst op woensdagavond in Regardz Meeting Center naast het Centraal Station. Tijdens de avond werden Amsterdamse ondernemers in de cruiseketen bijeen gebracht. Ook het ATCB was aanwezig. Het initiatief ging uit van vier gemeentelijke diensten: Dienst Economische Zaken, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam en Dienst Ruimtelijke Ordening.

Het goede nieuws was de oprichting, twee weken eerder in Miami USA, van The Atlantic Alliance. In deze Alliance gaan vijftien havens langs de West-Europese kust, van Lissabon tot Hamburg, samenwerken in de marketing van hun cruiseproduct. Voor Amsterdam is dit buitengewoon belangrijk. De haven ligt op dit moment erg aan de rand van de belangrijkste itineraries, de Noorse fjorden en de Baltische Zee. Vandaar het grote aandeel turnaround-schepen in Amsterdam. Een cruise begint of eindigt in Amsterdam. Een veel betere positie ontstaat voor Amsterdam wanneer de stad een onderdeel wordt van een keten van bestemmingen. Wanneer het lukt om de West-Europese kust tot een aantrekkelijke itinerary te maken, zal Amsterdam die positie vanzelf krijgen.

We spraken over de potentie van The Atlantic Alliance en wat voor een itinerary dat wel zou kunnen zijn. Wat te denken van ‘de oude koloniale wereld’? Dat zou betekenen dat Amsterdam aan de slag moet met de VOC en zich iets minder met bollen en molens en klompen zou moeten profileren. Een aantrekkelijke propositie, dunkt me.

Tagged with:
 

Droom

On 20 maart 2008, in economie, by Zef Hemel

Gelezen in Dream, World Cruise Destinations van voorjaar 2008:

Een paar dagen geleden zond Hans Gerson, directeur van Haven Amsterdam, mij een exemplaar van het tijdschrift Dream. Het bleek een fantastisch tijdschrift, vol zonnige kleurenfoto’s van schitterende steden en prachtige landschappen in de hele wereld en waanzinnig witte schepen in strakblauwe oceanen. Een wereldtijdschrift van formaat dus. Dream is dan ook niet minder dat hèt tijdschrift voor de zeecruisebranche, wereldwijd.

Dit nummer bevatte een aantal opvallende wetenswaardigheden, zoals de sterke groeimarkt van Europa in de laatste jaren (22 procent groei in drie jaar), de opkomst van de bestemmingen in Noord-Europa en dan met name die van de Baltische Zee. Verder las ik over de onstuimige groei van de cruiseterminal in Amsterdam: in 2008, dit jaar dus, met maar liefst 52% gegroeid. Het turnaround-aandeel groeit zelfs met 70%, dat zijn 58 turnaroundschepen in één seizoen. Ten slotte las ik dat de Passenger Terminal in Amsterdam twee hoofdprijzen heeft gewonnen – de Dream World Cruise Destinations 2007 Awards, te weten voor ‘Most Efficient Terminal Operator’ èn voor ‘Best Turnaround Destination’. De prijzen had Hans Gerson vorige week in Miami in ontvangst genomen. Vandaar de toezending van dat tijdschrift. Ik zou zeggen, een zonnige toekomst voor Amsterdam als cruisebestemming.

Tagged with: