Gelezen in LSE Brexit van 8 september 2017:
Bron: Reuters/Independent
Vandaag, zondag, is het zover. Premier Theresa May bezegelt in Brussel het lot van de EU: uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie wordt een feit. Alleen het Britse parlement kan nog dwarsliggen. De voordelen werden door de premier nog eens opgesomd: einde aan het vrije verkeer van personen, een eigen visserijbeleid, het Europese Hof van Justitie heeft straks niets meer te zeggen. May sprak over Groot-Brittannië als een “onafhankelijke kuststaat.” Vis, migranten, rechtspraak, het zal de Britten mogelijk aanspreken. Veel belangrijker echter lijkt mij de positie van Londen. Ik lees er weinig over. Sterker, volgens mij ging die hele Brexit over het in positie brengen van mondiale troefkaart Londen, die ene stad waar het lot van Groot-Brittannië steeds meer van afhangt. Londen is een ongekende ‘Global City’, waar het financiële hart van de wereld klopt. Geen stad in Europa kan daaraan tippen. Vorig jaar verscheen daarover een interessante blog op de website van de London School of Economic, LSE. In ‘Brexit is a win-win opportunity for the City of London’ schreef Barnabas Reynolds, partner van Shearman & Sterling, over de nadelen van de EU en de grote voordelen van uittreding voor het financiële verkeer in ‘The Square Mile’ van hartje Londen. Voor de goede orde, Shearman & Sterling is een wereldwijd opererend advocatenkantoor met het hoofdkantoor gevestigd in New York.
Een soepel financieel verkeer tussen banken, accountancy, advocatenkantoren en andere hoogwaardige zakelijke financiële dienstverlening, aldus Reynolds, luistert nauw. Londen heeft een toppositie veroverd. Zo rond 2004 nam ze die positie over van New York. New York en Londen vormen samen de financiële as. Volgens Reynolds heeft de ingewikkelde regelgeving van de EU hierop een sterk remmende uitwerking. Om Londens financiële koppositie veilig te stellen is een eenvoudiger en vriendelijker marktmodel nodig, zoals pragmatisme in regelgeving, rechtszekerheid, voorspelbaarheid en een eerlijk systeem om met inbreuken om te gaan. De meeste lidstaten van de EU begrijpen dit niet omdat ze de positie van Londen niet begrijpen; zelf hebben ze vaak geen financiële markten. In het verleden heeft de EU Londen zeker voordelen geboden. Die voordelen lagen vooral op het juridische vlak. Maar in de loop van de tijd is haar regelgeving te restrictief geworden. Het aandeel van de EU in het totale financiële verkeer in de City is trouwens slechts 13 tot 20 procent. “It makes little sense for the remaining business in the City to be subject to EU-style regulation for the sake of this small portion.” Bovendien heeft de tijdzone van Europa een geloofwaardig financieel centrum nodig. Frankfurt is dat niet. Daarom schat Reynolds in dat bedrijven Londen niet zullen verlaten. Integendeel, na Brexit zal Londen zich openen naar de wereld en nog veel meer mondiaal kapitaal aantrekken. “Global businesses would continue using London for the certainty of its law, the availability of a range of complex, specialist services and the ready availability of capital.” Brexit is een bewijs dat steden belangrijker worden dan staten. Sommige steden althans.
Gelezen in The Independent van 21 februari 2017:
Geen metropool doet harder zijn best om te profiteren van Brexit dan Parijs. De Franse hoofdstad wil zoveel mogelijk hooggekwalificeerde banen uit Londen aantrekken en zo alsnog een mondiaal financieel centrum worden. Ze profiteert daarbij van haar grootstedelijke omvang (8 miljoen inwoners, Île-de-France zelfs 12 miljoen) en haar geringe afstand tot Londen, een nabijheid die nog kracht wordt bijgezet door de hogesnelheidsverbinding tussen de twee metropolen. Op 21 februari berichtte de Britse zakenkrant The Independent dat Parijs een nieuw wapen in de strijd gooit: vóór 2021 belooft de stad zeven wolkenkrabbers te zullen bouwen in La Défense, het zakencentrum van Parijs. Ze zullen hoger zijn dan alle torens die de afgelopen veertig jaar in Parijs zijn gebouwd. De aankondiging werd gedaan door presidentskandidaat Macron, de voormalige minister van Economische Zaken in de regering Hollande, tijdens zijn recente campagnebezoek aan Londen, waar zeker 200.000 Fransen wonen. Het blijkt te gaan om één Franse ontwikkelaar, Defacto, die 375.000 vierkante meter kantoorvloer wil realiseren in La Défense en die met Brexit de kans schoon ziet om een aantrekkelijke nieuwe klantenkring aan te boren. Opmerkelijk is het wel: juist Parijs is altijd wars geweest van hoogbouw en heeft na realisatie van de Tour Montparnasse in 1973 eigenlijk nooit meer echte hoge torens durven bouwen.
Het blijkt te gaan om Trinity, Alto, M2, Hekla, Sisters, Air 2 and Hermitage: zeven torens die La Défense een nieuwe impuls moeten geven en die hoger zijn dan de limiet van 180 meter. Niet de geringste architecten worden daarvoor ingezet, zoals Foster, Portzamparc en Jean Nouvel. Wat niet wil zeggen dat hier echt iets spectaculairs staat te gebeuren. Alle torens zien er even obligaat uit. Waren ze iets lager gedimensioneerd, dan hadden ze ook op de Zuidas kunnen staan. Het zijn er overigens niet zeven, maar negen. De slogan van La Défense is: ‘Tired of the Fog? Try the Frogs!’ Anders gezegd, de Fransen roepen de Britten op de mist van Londen te verlaten en een Franse kikker op het vasteland te proberen. Het punt is alleen dat kikkers alle kanten uitspringen. Omdat zeer hoogwaardige dienstverlening als mondiaal opererende banken en andere financiële instellingen extreem hoge eisen stellen aan hun omgeving, zullen ze dicht bij elkaar neerstrijken, in één fantastische metropool. Of dat Parijs wordt is nog maar de vraag. Het Franse belastingtarief is veel te hoog. Maar Amsterdam en Frankfurt zijn weer veel te klein. Amsterdam moet eerst internationale scholen bouwen, zelfs aan woningen is een schrikbarend gebrek. Europese steden zullen hooguit back-offices van de zakenbanken krijgen. New York, Shanghai of Singapore trekken aan het langste eind. En Amsterdam? Nieuwe torens op de Zuidas beloven speelt überhaupt geen rol in de Nederlandse verkiezingscampagne.
Gehoord op 19 mei 2015 in de Stadsschouwburg te Amsterdam:
De lijst met huisuitzettingen in Amerikaanse steden die ze toonde was ronduit schokkend. De financiële markten, zei ze, zijn de nieuwe motoren van de economie. Die kopen en masse grond en vastgoed op, ze verwerven hele stadsdelen, de vastgoedprijzen in die steden stijgen soms skyhigh. Tot mensen het niet meer kunnen betalen. Met huisuitzettingen tot gevolg. Hele buurten die de laatste jaren enorm in waarde zijn gestegen worden letterlijk door de eigenaren ontruimd. Er blijven alleen façades over, met niets erachter. Aan het woord was Saskia Sassen, hoogleraar sociologie aan Columbia University New York. Ze sprak tijdens de derde editie van ‘De Staat van de stad’, over trends en feiten rond de ontwikkeling van Amsterdam. Sassen vatte de boodschap van haar nieuwste boek: ‘Expulsions. Brutality and Complexity in the Global Economy’ (2014) kernachtig samen. Daarbij behandelde ze ook Europa. En hoe stond het er voor met Amsterdam? Sassen: “Amsterdam lijkt nog een heel levendige, leefbare en complexe stad, maar als ik naar de cijfers kijk, dan voel ik mij ongemakkelijk.” Wat blijkt? Buitenlands kapitaal dat de afgelopen jaren in Amsterdam/Randstad is geïnvesteerd is met liefst 248 procent gegroeid. Volgens haar betrof het vooral Amsterdam.
Iemand twitterde dat dit vermoedelijk de aankoop van vastgoed op de Zuidas betrof. Duitse beleggers hadden daar de afgelopen paar jaar voor een habbekrats hele kantoortorens opgekocht. Londense toestanden hoeven we hier heus niet te verwachten. Ik denk dat hij gelijk heeft. Maar de kern van de boodschap van Sassen is duidelijk: geld hoopt zich op in sommige steden en verdrijft daar de mensen. Het is de overtreffende trap van ‘gentrification’, in goed Nederlands: verdringing. Twee jonge geografen van de Universiteit van Amsterdam, Wouter van Gent en Cody Hochstenbach, zouden er later die avond op terugkomen. Zij pleitten voor het stoppen met het bewuste beleid om hoger opgeleiden aan te trekken en buurten te gentrificeren. Er zou geen enkel sociale huurwoning in Amsterdam meer mogen worden verkocht en Airbnb zou moeten worden verboden. Ondertussen lees ik verder in ‘Last Man in Tower’ van de Indiase schrijver Aravind Adiga. Die roman gaat over de verdrijving van een groep bewoners uit een verouderde flat in Mumbai door een ontwikkelaar, Dharmen Shah. Ze moeten plaats maken voor een duur nieuwbouwproject. Hij biedt hen veel geld. Eén oude bewoner verzet zich. Het thema is van alle tijden.
Gelezen in NRC Handelsblad van 19 oktober 2010:
Dat Noord-Holland Noord profiteert van de nabijheid van Amsterdam blijkt weer eens uit het voorbeeld van Wognum. Het welvarende dorp Wognum, slechts 8.000 inwoners groot, behoort sinds 2007 tot de gemeente Medemblik, West-Friesland. Het is een oud dorp, in de annalen voor het eerst genoemd in 980, gelegen onder de rook van Hoorn, groot geworden door de visserij, en was tot 2009 de hoofdzetel van de DSB Bank van Dirk Scheringa. Oud-politieman Scheringa richtte de bank op in 1975 als Bureau Frisia. In 2009 telde de bank liefst 1800 werknemers. Ze werd in korte tijd de grootste werkgever in heel Wognum en omgeving. Toen ging de bank failliet. Wat gebeurde er daarna met Wognum? In een reportage meenden twee redacteuren van NRC Handelsblad een hoge werkloosheid aan te treffen in en rond het dorp. Immers, Wognum is klein, de DSB Bank was groot en de kredietcrisis wierp zijn schaduwen vooruit. Echter, niets van dat al. Liefst 93 procent van het voormalige personeel is na drie maanden alweer aan het werk. Het zijn allemaal goed opgeleide bankmedewerkers. Werk voor dergelijk personeel is in de directe omgeving niet te vinden. Waar vonden ze nieuw werk? “Bij financiële instellingen in Amsterdam, maar ook bij verzekeringsmaatschappijen, zoals Reaal in Alkmaar, en de distributiecentra van winkelketens Lidl en Action. “ Lidl is gevestigd in Zwaag en Action in Zwaagdijk. We hebben het hier over de invloedssfeer van de Amsterdamse metropoolregio.
De redacteuren wijten de snelle opname van het voormalige personeel aan de West-Friese mentaliteit. Dat is er een van ‘’schouders eronder’’. Dat zal best. Maar de doorslaggevende factor is toch de robuuste arbeidsmarkt van de Amsterdamse regio, waartoe ook Hoorn en Alkmaar en omgeving behoren. Trouwens, had het hoofdkantoor van de DSB Bank niet eigenlijk in Amsterdam gevestigd moeten zijn? Banken van een dergelijke omvang horen nu eenmaal in een dynamisch financieel centrum thuis, in de nabijheid van De Nederlandsche Bank. Dat de bank in Wognum gevestigd was, aan de snelweg naar de Afsluitdijk, heeft wellicht bijgedragen aan haar ondergang. Wie zal het zeggen? Het hoofdkantoor wordt nu verbouwd. Het wordt het nieuwe gemeentehuis van Medemblik.
Gelezen in Frankfurter Algemeine Zeitung van 14 september 2007:
Net als in Nederland wordt bij onze oosterburen een discussie gevoerd over de internationale perspectieven van het nationale financiële centrum, in dit geval Frankfurt am Main. Ook voor de Duitsers is de positie van Londen als financieel centrum in de wereld onomstreden, daarna komt New York. Maar kan Frankfurt nummer drie zijn? Dat is de vraag. Zeker nu donderdag twee weken geleden de Zwitsers naar buiten zijn gekomen met een Masterplan Finanzplatz Schweiz. Dat is nog eens andere koek. Alle banken, verzekeraars, fondsen, de regering, de stad en de beurs van Zürich hebben zich in dit masterplan verenigd. Doel: plaats drie in de wereld te worden. Nu groeide Zürich de afgelopen jaren te traag, te weten 5 % per jaar, terwijl Londen 9 % groeide en New York 7 %. Het Masterplan mikt op een jaarlijkse groei tussen de 7 en 9 procent. In 2015 zou dat 80.000 nieuwe arbeidsplaatsen opleveren, meest aan te trekken uit het buitenland. Financieel talent aantrekken hoort dus bij het Masterplan.
In het hele artikel komt Amsterdam niet voor, wel Sydney, Hong Kong en Toronto. En de Duitsers? Ze verwachten vooral van de Zwitsers grote concurrentie. En de Zwitsers menen dat Frankfurt eerder een nationaal centrum is dan een internationaal.
Gelezen in NRC Handelsblad van 23 juli 2007:
Volgens de Amsterdamse financieel geograaf Ewald Engelen leiden wij in het Nederlandse financiële onderwijs op voor Londen. Van oudsher concentreren grensoverschrijdende financiële activiteiten zich binnen Nederland in Amsterdam. Maar door technologische ontwikkelingen vindt er sinds de jaren negentig een ingrijpende herschikking plaats, met Londen als absolute winnaar. En het gaat hard. In Amsterdam is het aantal financiële instellingen sinds 2002 met 800 gedaald (nu: 4.090). Het aantal banen is met 4000 gedaald tot ruim 40.000 in 2006 (tien procent daling in vier jaar!). Het recente initiatief van ‘Holland Financial Centre’ wil hier de aandacht op vestigen. Het krijgt de wind mee door de overnamestrijd rond ABN AMRO. Politici roepen om een hoogwaardige financiële opleiding in Nederland, een Duisenberg School of Finance.
Engelen wijst er fijntjes op dat een hoogwaardig financieel centrum om meer vraagt dan alleen een opleiding extra. "Uit onderzoek weten we dat het succes van financiële centra afhangt van een samenhangend pakket van sociale, culturele en juridische voorwaarden." Waaraan hij toevoegt: "Cruciaal zijn een open migratie- en integratiebeleid – zowel voor de boven- als de onderkant van de arbeidsmarkt -, slimme marktregulering, een welkom politiek klimaat, een goed opgeleide beroepsbevolking, en de aanwezigheid van een groot aantal marktleiders." Aan de meeste van die voorwaarden wordt op dit moment niet voldaan. Daarom gelooft Engelen dat we, als we die Duisenberg School of Finance ooit krijgen, vooral voor werknemers in Londen zullen opleiden. En dan vergeet Engelen nog op te merken dat een financieel centrum ook ruimtelijk moet voldoen aan een groot aantal eisen. Een Zuidas alleen is niet voldoende. Een kosmopolitisch klimaat in een grootstedelijke omgeving van hoge kwaliteit, in de nabijheid van een uitstekende internationale luchthaven, is een conditio sine qua non. Kan Amsterdam wat dat betreft de concurrentie aan met Londen? Die vraag is minstens even relevant.
Opnieuw moet het antwoord ontkennend luiden. Want een metropolitane ambitie voor Amsterdam zul je tevergeefs zoeken in het huidige ruimtelijke beleid van dit kleine landje. Voorzover dat beleid überhaupt nog bestaat.
reacties