Intensiteit gemeten

On 17 juli 2017, in stedenbouw, by Zef Hemel

Gelezen in ‘Intensities in Ten Cities’ (2013):

 

Mn’M staat voor Measuring the Non-Measurable. In 2011 vond het Mn’M Symposium plaats aan Keio University, Tokio. Wat de twintig wetenschappers uit Azië en Europa, afkomstig uit verschillende disciplines, tijdens dit symposium probeerden níet te meten was de intensiteit van steden. Volgens organisator Darko Radovic is intensiteit een van de belangrijke kwaliteiten van steden. In het geweld van de globalisering met zijn schaalvergroting en generieke stedenbouw mag deze niet verloren gaan. Maar hoe urbane intensiteit te behouden als hij niet goed te meten valt? Vandaar het onderzoek en het congres. Een van de tien steden die werden onderzocht en besproken was Tokio. Het essay van de Spanjaard Jorge Almazán over de intensiteit van metropolitane dorpen in Tokio is goed geschreven en fraai geïllustreerd. Veel mensen zien Tokio als een zeer drukke Aziatische megastad, met grote winkelcentra, complexe ondergrondse structuren, stampvolle treinen, afgeladen stations, een bijna onleefbare situatie. De enorme intensiteit kan niet alleen worden verklaard uit de enorme aantallen mensen, maar vloeit ook voort uit de unieke topologie van stedenbouwkundige elementen die samen de intensiteit van al die stromen genereren.

Veel minder bekend zijn de rustige woonbuurten die overal in Tokio op geringe loopafstand van deze intense stationsomgevingen aan te treffen zijn. Ga maar een eind lopen. Ook die kennen een hoge intensiteit. Wat deze dorpen binnen de hectiek van het immens grote Tokio zo intens maakt, heeft Almazán, die onderzoek doet en lesgeeft aan Keio University,  proberen te vangen in vijf eigenschappen. Ten eerste, zo schrijft hij, is het de krappe ruimte tussen de vrijstaande woningen die doorzichten in alle richtingen mogelijk maakt. Vaak is deze ruimte gevuld met allerlei persoonlijke bezittingen, die op het grensvlak van een eigen terrein en dat van de buren vrijelijk geplaatst zijn – de zogenoemde afuredashi (het overvloeien). Ten tweede het vele, maar bescheiden private groen rond de woningen, meestal planten en zelfs bomen in potten, weldadiger naarmate de ruimte krapper bemeten is. Drie: voorwerpen op straat die buiten de spitsuren herinneren aan menselijke activiteit: fietsen, planten, wasgoed. Vier: onduidelijke overgangen tussen publiek en privaat met ramen en deuren die je het gevoel geven dat je vanuit de huizen wordt aangekeken. Vijf: de lokale winkelstraat – de shotengai – die door elke woonbuurt getrokken is. Alles, schrijft Almazán, krijgt extra intensiteit doordat de straten van Tokio smal zijn en de gevels van de huizen direct aan de straten grenzen. Geen muren dus, ook al benemen schermen, gordijnen, houtwerk en planten je overal het directe zicht. Inderdaad, weldadig. En intens.

Tagged with:
 

Een beetje meer Tokio

On 18 augustus 2016, in benchmarks, by Zef Hemel

Gelezen in Monocle magazine nr. 24 2016:

 

Welke stad voert op dit moment de lijst aan van ‘s werelds meest leefbare steden? Het Londense Monocle Magazine kwam onlangs weer met haar jaarlijkse benchmark van aantrekkelijke steden. Altijd zeer de moeite waard om te lezen. In ‘The Top 25 Cities’ staat het Japanse Tokio glansrijk bovenaan, met stip op één dus. Ga dus niet zeggen dat megasteden niet leefbaar zijn, want met dertig miljoen inwoners (13,3 miljoen binnen de gemeente) is Tokio een van de allergrootste steden op aarde. Tokio heeft gewoon alles, en van alles het allerbeste. En wie ooit in Tokio is geweest, weet dat extreme drukte heel goed samen kan gaan met dorpsachtige bewoning, en dat deze metropool bovendien beschikt over het allerbeste openbaar vervoer, dat auto’s er niet op straat geparkeerd mogen worden en dat iedereen er te voet gaat, waardoor er een aangename stilte heerst, ondanks de extreme volte. En wat een fraaie parken overal!  En vrijwel geen misdaad. En ook nog eens de stad van de Olympische Spelen in 2020. Want extreem rijk. Zeer terecht en verdiend, die nominatie. Nee, terwijl het met de Japanse economie helemaal niet goed gaat, blijft Tokio onverminderd groeien en bloeien. Ondertussen probeert de Japanse regering bedrijven uit Tokio te verleiden om naar kleinere steden elders te verhuizen. Allemaal vergeefs en gewoon niet handig. De mensen vertikken het.

Maar nu het slechte nieuws. Rotterdam komt in de benchmark helemaal niet voor. En Amsterdam – de stad die volgens de Atlas voor Gemeenten binnen Nederland al jaren als de meest aantrekkelijke stad geldt -  is op de wereldranglijst gezakt van plaats 19 naar 21. Terwijl Amsterdam de afgelopen jaren juist klom. De reden voor de daling is volgens de redactie tweeledig. De hoofdstad van Nederland, hoe mooi en aantrekkelijk ook, schijnt te worstelen met de vele toeristen; er wordt veel geklaagd, bewoners en toeristen zitten elkaar hinderlijk in de weg. De andere, nog veel belangrijkere reden is de geringe bouwactiviteit: er zijn domweg veel te weinig woningen in Amsterdam voorhanden, de stad is populair, maar ze is echt veel en veel te klein. Iets meer Tokio zou in de lage landen geen kwaad kunnen. Aan de leefbaarheid zal het niets afdoen. Integendeel, als Amsterdam verdubbelt zal ze alleen maar leefbaarder worden. Tokio bewijst het. Maar wie durft het aan?

Tagged with:
 

Betere steden voor ideeën

On 12 maart 2011, in Geen categorie, by Zef Hemel

Gelezen op Because.Philips.com:

Richard Florida twitterde erover, maar toen was het al te laat. Was ook hij niet op de hoogte van de actie van Philips? Op een website (Because.Philips.com) konden mensen, wereldwijd, afgelopen maanden vernieuwende ideeën aanleveren voor betere steden. (De sluitingsdatum was 28 oktober 2010). De beste acht ideeën worden op woensdag 27 april 2011 in het Rijksmuseum te Amsterdam tijdens een ‘black tie-gala’ aan de wereld gepresenteerd. Dan zal ook de winnaar bekend worden gemaakt. Het gaat hier om de Philips Liveable Cities Award. Het elektronicaconcern had acht categorieën onderscheiden: revitalisatie, zorg, sport, buren, water, onderwijs, mobiliteit, schaduw. Er zijn 450 ideeën uit 29 landen ingezonden. Een jury van onafhankelijke experts heeft er acht geselecteerd. Deze acht zijn vervolgens opengesteld voor publieke beoordeling op het internet. Van elk is daartoe een filmpje gemaakt. De meeste stemmen gingen tot nu toe naar de categorie ‘buren’ (neighborhood network scheme, 18.000 stemmen) en ‘revitalisatie’ (design your own park), de minste naar sport (smart grid athletic light), schaduw (shade stand) en onderwijs (health education for the deaf, 671 stemmen). Ik zou zeggen: goed initiatief, aantrekkelijk idee, uitstekend voorbeeld van maatschappelijk ondernemen, jammer alleen dat ik er niet van wist. En Richard Florida kennelijk dus ook niet. Dat gala kan ik dus wel op mijn buik schrijven. En hij ook?

Niet dus. Op het net zie ik na enig zoeken een promotiefilmpje. Florida prijkt daarin prominent. Hij wordt dus gewoon door Philips betaald om de Philips Livable Cities Award aan de man te brengen.  Misschien dat het Philipsconcern Florida ook heeft benaderd om het gala in Amsterdam als spreker op te luisteren. Ach, vandaar natuurlijk zijn tweet! Een stevig betaalde tweet. Mij hebben ze natuurlijk niet benaderd. Ik zou tegen alle jonge meisjes zeggen: ga op 27 april 2011 ‘s avonds naar het Rijksmuseum om de wereldberoemde econoom Richard Florida op de foto te zetten. Om 23.00 uur wordt de winnaar bekend gemaakt, dus: Richard arriveert vast omstreeks 19.55 uur bij de ingang aan de Paulus Potterstraat. Het wordt een ongelooflijke sensatie!

Tagged with:
 

De maat van de mens

On 17 september 2010, in internationaal, by Zef Hemel

Gelezen in NRC Handelsblad van 21 augustus 2010:

Silvio Marchetti (61) is directeur van het Italiaans Cultureel Instituut in Amsterdam. Hij studeerde Italiaanse en Engelse literatuur. Sinds 1983 werkt hij voor zijn land op culturele instituten over de hele wereld. Zo heeft hij gewoond en gewerkt in Chicago, Londen, New York, Praag, Tokio en Istanbul. Afgelopen 3 september  nam hij afscheid. Hij vertrekt naar Chicago. Maar over vier jaar keert hij terug naar Amsterdam. Daar heeft hij een huis aan de gracht gekocht. Een interview met hem stond in NRC Handelsblad. Wat me daarvan bijbleef was zijn zeer positieve oordeel over Nederland. Gevraagd naar zijn opinie over de ontevreden burgers en de politieke onrust in Nederland, antwoordt hij: “Ik zie als buitenlander juist een land dat in evenwicht is. De wet is belangrijk, maar onderdrukt niet, de autoriteiten gebruiken niet vaak de harde hand. En er is veel vrijheid zonder dat die ontaardt in anarchie.”

Over Amsterdam is hij ronduit lovend. “Dit is de meest leefbare stad waar ik heb gewoond. Daarom kom ik hier ook terug na mijn vier jaar in Chicago. Alles, ook de architectuur, is gemaakt op de maat van de mens.” Van deze cultureel onderlegde Italiaan geen geklaag over gesloten musea in de hoofdstad, integendeel. “Het Rijksmuseum, het Stedelijk, de nieuwe Openbare Bibliotheek, het Filmmuseum, de Hermitage. Het kost natuurlijk veel geld, maar het is een verstandige strategie. Door de vergrijzing zal het culturele toerisme belangrijker worden. Mensen zoeken een zinvolle manier om hun tijd te besteden.” Twee zaken zou hij aan zijn landgenoten ten voorbeeld willen stellen: de openbare bibliotheek, “een toonbeeld van hoe een bibliotheek er in de 21ste eeuw moet uitzien.” En: “de manier waarop Amsterdam auto’s uit de stad weert zonder ontoegankelijk te worden.” Amsterdam aldus Marchetti, is de meest leefbare stad ter wereld. Wablief? Iedere Amsterdammer die nog klaagt zou zich diep moeten schamen.

Tagged with: