Gelezen in The Diplomat van 20 december 2017:
Bron: China.org.cn
Of ik ook een visie wil ontwikkelen voor het Nederlandse platteland. Keer op keer word ik ertoe uitgedaagd vanwege mijn pleidooi voor de metropool. Leegloop, krimp, stikstof, verdozing, Nederland weigert zich een beeld te vormen van het toekomstige platteland. Nee, dan China. Toen president Xi Jinping zich als doel stelde om het hele land in 2050 mooi en duurzaam te maken, kwam ook de planvorming voor het uitgestrekte Chinese landelijk gebied in een stroomversnelling. Armoede drijft de mensen daar weg. Een van de programma’s richt zich op de vele krimpende dorpen. De regering wil ze omvormen tot ‘charming villages’. Het ministerie van wonen en ruimtelijke ordening heeft inmiddels plannen voor 400 dorpen goedgekeurd, maar ook de provincies doen een duit in het zakje en ondersteunen hun eigen dorpen. Elk dorp kiest een thema, specialiseert zich, profileert zich, maakt zich mooi, probeert toeristen en/of kleinschalige bedrijvigheid aan te trekken. De een gaat voor het thema ‘suiker’, de ander voor het thema ‘dromen’. Afgelopen zomer zag ons gezin met eigen ogen hoe dit in het zuiden van China zijn beslag krijgt. Overal prijzen dorpen zich aan, het hele platteland lijkt op billboards weer tot leven te komen. Opeens begrepen we de charme van Giethoorn in de ogen van Chinese toeristen.
De dorpenpolitiek vindt zijn oorsprong in Zhejiang. Deze provincie zuidelijk van Shanghai, met Hangzhou als hoofdstad, staat bekend om zijn succesvolle industriële clusters. Xi Jinping was daar ooit partijsecretaris. Hij startte er een programma voor de ondersteuning van 100 ‘charming villages’ voor een bedrag van liefst 75 miljard US dollar. Elk dorp kon rekenen op 750 miljoen dollar voor verfraaiing en gelijktijdige campusontwikkeling rond een gespecialiseerde tak van industrie. De aanpak paste in het regeringsprogramma voor de bouw van een ‘nieuw socialistisch platteland’, vastgesteld door het partijcongres in 2006. In Zhejiang werkte het. Met het Beautiful Countryside Project verdiende Xi dus zijn sporen. Toen hij later president werd, beval hij de aanpak in het hele Chinese rijk door te voeren. Elk dorp heeft een geschiedenis, een eigen kracht. Daarbij aansluiten is nu de opgave. Vaak blijft het echter bij ‘villagemarketing’. En aan verdere industrialisatie van de Chinese landbouw komt geen einde, dus ook de leegloop van het platteland gaat gewoon door. Liefst 250 miljoen Chinezen verlieten de afgelopen jaren de dorpen om hun heil in de grote steden te zoeken. Xi wil dit keren. Omvangrijke budgetten worden vrijgemaakt voor het opknappen van het platteland, de grootste steden mogen niet verder groeien. Door het afknijpen van de steden daalt nu de economische groei.
Gelezen in NRC Handelsblad van 1 februari 2018:
Courtesy: tahoereno.com
Sandra Smallenburg interviewde architect Rem Koolhaas (73), die vindt dat we te lang al onze aandacht hebben gericht op de grote steden. Koolhaas bereidt een grote tentoonstelling in New York voor over het landelijk gebied. De krant denkt daarom dat we ons in 2018 massaal op het platteland zullen storten. Op de website had men bij het bericht een luchtfoto geplaatst van de nieuwe Teslafabriek in Nevada. Het blijkt te gaan om het grootste industrieterrein ter wereld. Zonder stedenbouwkundige planning verrijzen hier in de woestijn gigantische gebouwen waar geen mens meer aan te pas komt. Koolhaas: “Ze worden vooral ingenomen door machines en robots. Bepaalde elementen zijn helemaal verdwenen uit deze architectuur, zoals felle kleuren. Men leeft er in een beige wereld. En de enige menselijke achterblijvers zijn de beveiligers.” Welkom in Tahoe-Reno Industrial Center: een bedrijventerrein ten oosten van Reno, een stad van 250.000 inwoners. Ik las dat Reno ook wel ‘the biggest little city in the world’ wordt genoemd. Vooral hotels en casino’s vindt men er. Hier dus, op het platteland van Nevada, is kennelijk sprake van grote dynamiek, op een enorme schaal. Door het dunbevolkte gebied, regelmatig geteisterd door droogte en branden, draven vooral paarden. Sinds kort vind je er robots.
Tahou Reno Industrial Center (TRIC) is een privaat bedrijventerrein van 107.000 acres, dat is 432 km2, dus groter dan de stad Moskou. TRIC is gelegen aan de Interstate 80 tussen San Francisco aan de Amerikaanse westkust en New Jersey aan de oostkust. In 1995 begon eigenaar Roger Norman het pas verworven bezit uit te geven. Met privaat kapitaal ontsloot hij de omgeving, die bekend staat om zijn spaarzame bebouwing en afwezigheid van bewoners. Geen buren en dus geen NIMBY. Binnen zeven dagen krijgt de aanvrager een bouwvergunning, zo belooft de website; de belastingen in Nevada zijn beduidend lager dan in buurstaat Californië en er is elektriciteit in overvloed aanwezig. De eerste klant was PetSmart, een distributiecentrum voor honden- en kattenvoer. Toen kwam een aluminiumsmelterij. In 2017 opende Switch er het grootste datacenter ter wereld, ook vestigden zich er hotels als Courtyard van Mariott. Maar de belangrijkste bedrijven zijn distributiecentra zoals Wal-Mart, Amazon, Zulily, Thrive Market, James Hardie en Tesla. Die laatste bouwt hier zijn Gigafactory 1, die in 2020 gereed moet zijn. Afgelopen jaar kocht Google er 1200 acres om er een datacenter te bouwen. Andere datacenters zijn van Rackspace en Apple. In 2015 werkten er 5.000 mensen in meer dan honderd fabrieken. Het zullen er uiteindelijk 15.000 worden. Tot 1995 was toerisme het enige dat de economie van Nevada de wereld bood. Toen kwam Roger Norman. “When he bought, he said, ‘I never really thought about how big it would be. It just turned into its own monster.” Binnenkort is TRIC dankzij Koolhaas een legende.
Gelezen in The Economist van 2 december 2017:
Bron: Eo Wijersstichting
Wat zal er in de toekomst gebeuren met het Nederlandse platteland? Veel mensen vinden dat er teveel aandacht is voor de steden. Als onze steden groter worden, zal dat niet ten koste gaan van het landelijk gebied? Waar blijven al die mensen en wat komt ervoor in de plaats? In The Economist las ik een interessant artikel over de snelle opmars van bosbouw in Europa. “Trees are spreading in almost every European country.” Vooral in Ierland, Spanje, Frankrijk en Italië groeit het aandeel bos stevig tot flink. Maar ook in Nederland is sprake van gestage, zij het bescheiden groei. Zelfs in Australië groeit op dit moment het aandeel bomen. Hoe dat komt? Deels wordt dit veroorzaakt door verdere intensivering van de voedselproductie, deels door het feit dat veel landbouwgrond ooit woeste grond is geweest en in de twintigste eeuw in werkverschaffing werd ontgonnen, maar als landbouwgrond eigenlijk nooit veel heeft voorgesteld. Daarnaast stimuleren overheden bosbouw, zeker nu zij op zoek zijn naar condities die vanwege klimaatverandering water kunnen vasthouden en die kunnen fungeren als effectieve carbon sinks. Al jaren subsidieert de Europese Unie de aanplant van nieuw bos.
Wat concludeert The Economist na een rondgang door Europa? Ook al zullen plattelandsbewoners het niet toejuichen, de opmars van bos is niet te stoppen. “Nobody yet knows how, but it is a safe bet that subsidies will tilt towards greenhouse-gas mitigation, which will probably mean more money for carbon-absorbing forests and less for methane-belching livestock.” Grote delen van Nederland zullen weer bebost raken, dat lijkt zeker. Dat de wolf sinds kort terug is in Duitsland en Nederland is al een teken. In 2015 werd de eerste gespot in Drenthe, onlangs dwaalde een beest drie weken lang door Oost-Nederland, op dit moment loopt er een in de buurt van Nunspeet. Ik herinner me gesprekken met stedenbouwkundige Teun Koolhaas, die in de jaren negentig al vaststelde dat het Nederlandse platteland zijn openheid snel verloor. Overal verscheen bos, overal werden bomen geplant, klaagde hij. Tien jaar later volgde het winnende ontwerp voor het noorden des lands van de Eo Wijersprijsvraag, ‘Wadland’, van Edzo Bindels, Enno Zuidema, Henk Hartzema en Arjan Klok. Deze ontwerpers toverden een miljoen hectare vruchtbare grond om in een grote ruigte. Op dit moment worden door de NAM miljarden geïnvesteerd in het onderheien van woningen in het Oldambt en de Veenkoloniën. Dikke kans dat het ooit bos zal worden.
Gelezen in ‘The Vanishing Land’ (1985) van Robert West Howard:
In 1813 schreef president Thomas Jefferson dat de Verenigde Staten vooral agrarisch moesten blijven. Want zouden de mensen in grote steden gaan wonen, dan werden ze corrupt, net als in Europa, en zouden ze ‘elkaar opeten’ net zoals in Londen en Parijs. De Verenigde Staten bleven echter niet agrarisch. Toen Woodrow Wilson honderd jaar later president werd, leefden de meeste Amerikanen al in grote steden. De VS werden destijds inderdaad gezien als het meest corrupte land ter wereld, meer nog dan Duitsland, Engeland of Frankrijk. Grond- en vastgoedprijzen in New York en Chicago stegen tot ongekende hoogte; speculatie was aan de orde van de dag; steden beslisten over de prijzen van granen en voedsel, die ze bewust laag hielden. “Bossism and bureaucracy became a way of life.” Een jaar later begon de Eerste Wereldoorlog. Over de visie van Jefferson schreef Robert West Howard in 1985 in ‘The Vanishing Land’ instemmend, alsof de president de ontregeling van het Amerikaanse platteland had voorzien. Jefferson, noteerde hij, wist dat dit patroon zo oud was als de piramides en het Parthenon. Alle grote beschavingen gaan uiteindelijk ten onder aan de trek naar de grote steden en de veronachtzaming van het platteland. “The United Stated bumbled down the same road because of the way in which technology developed. Throughout the nineteenth century, all forms of machine power favored centralization.” Wie het platteland veronachtzaamt zal vroeg of laat het loodje leggen. Nee, dit kon alleen maar verkeerd aflopen.
Dit pessimistische toekomstbeeld van West Howard verschilt niet wezenlijk van dat van Lewis Mumford, de architectuurcriticus uit New York uit de eerste helft van de twintigste eeuw die ik in mijn boek ‘De toekomst van de stad’ heb opgevoerd als penvoerder van een sterk antistedelijk conservatisme. Beiden zochten, net als Jefferson, de wortels van de beschaving en de democratie op het platteland, niet in metropolen. Een gezond platteland zou de kern zijn. West Howard: “Green pastures and country folk are directly essential to our future.” Maar het land verdween en de machines rukten op. “Meanwhile, industry ‘modernizes’ by replacing skilled workers with robots and by stressing computer and electrical engineering degrees for new workers.” Dat was dertig jaar geleden. Inmiddels is het land van West Howard zo goed als verdwenen. Nog steeds echter leven er mensen op het platteland, en zij hopen dat het tij zal keren en dat iemand hen zal redden. Donald Trump misschien? Het verlies aan democratie wijten ze aan de voortwoekerende metropolen met hun groeiende ongelijkheid, bureaucratie en speculatie, en die het platteland achterstellen of zelfs verwaarlozen. In Nederland vind je mensen die er net zo over denken. Hun gram richten ze op de grote stad, die in hun ogen veel te veel aandacht krijgt. Het platteland democratischer dan de grote stad? Nog even en we krijgen weer oorlog.
Gelezen in Neue Zürcher Zeitung van 1 december 2017:
Bron: OMA
Op weg terug van Friesland naar Amsterdam reden we met de auto door de Noordoostpolder. Omdat er bij Emmeloord een file stond, besloten we voor één keer om te rijden. Zo toerden we dwars door het moderne polderland, het agrarische productielandschap uit mijn proefschrift uit 1994, het kwam me allemaal weer erg vertrouwd voor. Toch was er iets grondig veranderd, het landschap leek zelfs ernstig ontregeld. De naoorlogse boerenschuren waren vrijwel alle afgebroken, ze bleken vervangen door enorme loodsen op de erven, ik zag kolossale machines rijden die ik niet eerder had gezien, en boven de wederopbouwdorpen torenden schuren uit die de kleine arbeiderswoningen op slag nietig maakten. Ik moest denken aan alle twitterberichten van mijn critici, die me na het verschijnen van mijn boek vorig jaar vroegen hoe ik dan wel dacht dat het verder moest met het Nederlandse platteland. Want wie voor een metropool pleit, moet ook een visie hebben op het landelijk gebied. Juist op de dag van mijn rondrit schreef Ellen de Waard in het FD een jubelend stukje over architect Rem Koolhaas die een tentoonstelling voorbereidt over het platteland. Waarop iemand me op Twitter wees op een interview dat de wereldberoemde architect over hetzelfde onderwerp had gegeven aan de Neue Zürcher Zeitung en dat op 10 december was gepubliceerd.
Nee, Rem Koolhaas wordt geen anti-urbanist. De architect, die een tentoonstelling in het Gugenheim Museum in New York voorbereidt over het moderne platteland, verzekert de Zwitserse journalist dat hij de metropool zal blijven omarmen. Maar wat er op het platteland gebeurt wil hij begrijpen, die modernisering en extreme schaalvergroting boezemen hem zelfs angst in. Dus na twintig, dertig jaar nadenken en schrijven over metropolen richt hij, net als zijn held Le Corbusier in de jaren ‘30, nu het vizier op het landelijk gebied. Van oudsher, licht hij toe, worden daar de dingen gemaakt en verbouwd die de grote stad nodig heeft om te overleven. Maar de verschijningsvorm verandert sterk. Nu zijn het datacenters, gerobotiseerde landbouw, logistieke loodsen van Amazon, batterijfabrieken van Tesla die het beeld bepalen. Kennelijk brengt de metropool een platteland voort dat vrijwel is ontvolkt, gerobotiseerd, gerationaliseerd en georganiseerd op een manier die de mensheid nog niet eerder heeft aanschouwd. En dan komt het. Koolhaas wil begrijpen waarom Donald Trump aan de macht is gekomen. Het antwoord zoekt hij uitgerekend op het snel veranderende platteland. Koolhaas zou ‘The Vanishing Land’ (1985) van Robert West Howard eens moeten lezen. Die schreef al in 1985: “In the United States of America, one hard fact is inescapable: the land is vanishing. (…) The problem is as serious as the danger of nuclear war.” En wat schrijft De Waard? Onder de kop ‘De inspirerende draai van Koolhaas’ meent ze dat Koolhaas beweert dat ‘de provincie de toekomst heeft’. Wat een misvatting.
reacties