UvA in mondiaal perspectief

On 23 april 2015, in onderwijs, by Zef Hemel

Gelezen in The Economist van 28 maart 2015:

 

Hoe de opstand op de Universiteit van Amsterdam te begrijpen? Onder de kop ‘Excellence v equity’ publiceerde het Londense zakenblad The Economist onlangs een Special Report over universiteiten. Preciezer, het tijdschrift beschreef de mondiale opmars van het Amerikaanse model van hoger onderwijs. Dat model houdt in: moderne research-gedreven universiteiten die vooral privaat worden gefinancierd en waar excellentie onder een beperkt aantal studenten wordt nagestreefd. Vooral in landen waar het genieten van hoger onderwijs een verzadigingspunt heeft bereikt en waar de overheid tot voor kort voor de kosten opdraaide, wordt naar het Amerikaanse model gegrepen. Zo ook Nederland. Tegelijk stelde het tijdschrift vast dat dit gebeurt uitgerekend op het moment dat Amerika met zijn eigen model worstelt vanwege de grote nadelen. Het waarschuwde ook voor de prijs die het de samenleving kost: beperkte toegang, grote ongelijkheid, sterk oplopende kosten. In de OESO stegen de kosten van hoger onderwijs van 1,3% van het Bruto Nationaal Product in 2000 naar 1,6% in 2011. In Amerika zijn de kosten nog veel hoger. Waarom dan doorgaan op deze weg?

Overal in de wereld veranderen arbeidsmarkten ingrijpend, verstedelijking en demografie jagen de snelle groei van het hoger onderwijs aan. In China bijvoorbeeld groeiden de studentenaantallen van 1 miljoen naar 7 miljoen tussen 1998 en 2010. In haar grote, snel groeiende steden produceert het enorme land nu meer afgestudeerden dan de VS en India samen. In 2020 zal 40 procent van de Chinese jeugd zijn afgestudeerd aan een van haar universiteiten. “When people go to live in cities, universities become more accessible so more people attend them.” Vooral in politiek instabiele landen met veel opgroeiende jeugd in zich vormende megasteden wordt hoger onderwijs, net als dienstplicht, door regimes gebruikt om werkloosheid te verbergen en jonge mensen koest te houden. Kwaliteit telt dan minder. Elders ligt de nadruk op politiek gewenste ontwikkeling. In Quatar bijvoorbeeld is Education City een verzameling van acht buitenlandse universiteiten in imposante nieuwe gebouwen in de buitenwijken van hoofdstad Doha, waar jongeren vooral leren wat de regering nuttig vindt voor de ontwikkeling van het land. Kazachstan en Korea volgen hetzelfde model. Ondertussen woedt er een mondiale strijd om talent. Dat is een lucratieve markt waarop ook steden acteren en die best wat mag kosten. In het buitenland studeren kost trouwens meer dan in eigen land. Dit alles leidt tot een globale onderwijsmarkt, waarop vooral private universiteiten acteren. De recente opstand op de Universiteit van Amsterdam staat dus allerminst op zichzelf.

Tagged with:
 

Lusail City

On 20 december 2010, in sport, by Zef Hemel

Gelezen in de Volkskrant van 17 september 2010:

Wel grappig om tijdens de kerstvakantie oude kranten te lezen. Kort voordat bekend werd dat het WK voetbal aan Rusland (2018) respectievelijk Quatar (2022) werd toegewezen, deed de Volkskrant verslag van het bid van Quatar. “Quatar en voetbal. Daarbij denk je aan oude vedetten die nog even snel hun zakken komen vullen.” Nee, dan het bid van Nederland en België. De kleine oliestaat aan de Perzische Golf werd door de Hollandse pers geen schijn van kans gegeven. Hoe anders is het gelopen. Terwijl Nederland voorstelde om tijdelijk een extra tribune bovenop de Amsterdam Arena en het Olympisch Stadion te plaatsen, de regering de steden voor de kosten wilde laten opdraaien en meende op die manier het WK wel in de wacht te slepen, beloofde Quatar een compleet nieuwe stad te bouwen, Lusail City, even ten noorden van de hoofdstad Doha. Over tien jaar wonen daar tweehonderdduizend mensen. Buiten het voetbal (een nieuw stadion en vijf trainingscomplexen) krijgt de stad een mix van cultuur, entertainment en winkelcentra plus veertigduizend extra hotelbedden. Ook wordt er een nieuw vliegveld gebouwd. In totaal komen er negen nieuwe stadions, drie bestaande worden gerenoveerd. Een hogesnelheidstrein zal de bezoekers binnen een uur van stadion naar stadion brengen en ook nog even het vliegveld van buurland Bahrein aandoen. Kosten: 36 miljard euro. Volgend jaar al organiseert Quatar het Aziatisch kampioenschap voetbal en in 2016 de Asian Games.

De emir van Quatar staat bekend als een behoedzaam investeerder. Hij investeert, anders dan zijn collega in Dubai, vooral in onderwijs en niet zozeer in vastgoed. Hij maakt nauwgezet studie van andere stadstaten in de wereld, zoals Hongkong, Singapore en Israel, maar het kleine Nederland? Zeker, uit Nederland haalt hij de voetbaltrainers. Co Adriaanse is aangetrokken om het olympisch elftal te trainen en Ronald de Boer assisteert hem daarbij. Maar wat valt er verder van het aardgasrijke Nederland te leren? In ieder geval niet hoe je steden bouwt. Premier Rutte zei het op 3 februari 2009 nog zo: de VVD gaat voor “een kleinere overheid, geen lastenverzwaring maar belastingverlaging om loonmatiging te faciliteren en een beter begrotingssaldo door vast te houden aan de Zalmnorm.” Bezuinigen dus. En als er in het land geïnvesteerd wordt, dan “in wegen, spoorverbindingen en waterwerken,” niet in steden. Voor zo’n visie loopt zelfs een behoedzaam investerende emir niet warm. En de FIFA, zo bleek op 2 december, dus evenmin.

Tagged with:
 

Wat is wijsheid?

On 7 juni 2010, in economie, infrastructuur, by Zef Hemel

Gelezen in Dagblad De Pers van 3 juni 2010:

Omdat ik bezig ben met een analyse van het naoorlogse economische beleid van het kleine Nederland na de gasvondst bij Slochteren in 1959, lees ik met meer dan gewone belangstelling over het economische beleid van de andere kleine oliestaatjes, u weet wel, die langs de Perzische Golf. Over Dubai heb ik in deze blog al het nodige geschreven. Daar werd vrij laat olie gevonden –`in 1966 –, maar de strategie die volgde blijkt achteraf buitengewoon succesvol: metropolitaan dat wil zeggen ruimtelijke sterk geconcentreerd, via grootstedelijke infrastructuur- en vastgoedinvesteringen, onder een klimaat van tolerantie en openheid, aangevuld met de uitbouw van wereldwijde zee- en luchtverbindingen. Dus niet transferverkeer via de zee- en luchthaven zoals bij ons, maar bestemmingsverkeer genererend, niet gesloten voor migranten en anti-Europa gezind zoals bij ons, maar open naar de wereld, en niet gespreid over het hele land zoals bij ons, maar in één grote stad geconcentreerd.

Dagblad De Pers doet nu voorkomen alsof het andere oliestaatje Quatar het slimmer doet. Dat investeert vooral in kennis. “Op aandringen van de emir gaat er veel geld naar onderwijs.” Zo wist het verschillende topuniversiteiten uit de Verenigde Staten te lokken, waaronder Carnegie Mellon (Pittsburgh) en Georgetown. Maar het blad vergeet te vermelden dat het de emir van Quatar was die de eerste infrastructuur van Dubai financierde, als dank voor het huwen in 1958 van de dochter van de sjeik. Quatar heeft steeds financieel bijgesprongen, omdat Quatar veel eerder olie vond dan Dubai en over veel grotere gasvoorraden beschikt, na Rusland en Iran de grootste gasvoorraden ter wereld. De inwoners van Quatar hebben het hoogste gemiddelde inkomen ter wereld, het dubbele van dat in de Verenigde Staten. “De economie van Quatar groeit zo hard (dit jaar 23 procent) dat zelfs de Chinezen er jaloers van worden.” Een deel van de Quatarse rijkdommen wordt via staatsfonds Quatar Holding in het buitenland belegd. Maar het geld dat Quatar in eigen land investeert, investeert het, opnieuw, in één stad: Doha. Van Doha heeft in Nederland nog niemand ooit gehoord. Omgekeerd kennen ze in Doha Nederland niet.

Tagged with: