Seen in the Opera house, Amsterdam, on Friday 13 November 2015:
Strange. Very strange indeed. On Friday night, while we were enjoying ‘Dialogues des Carmélites’ of Francis Poulenc at the Amsterdam Opera and were captured by the killing of all those nuns in revolutionary Paris by the mob’s guillotine – the end scene of the opera -, more than hundred citizens were being killed in …. Paris. What a coincidence! The terror and turbulence of the French revolution provides the backdrop for Francis Poulenc’s powerful opera of faith, bravery and redemption. The Dialogues culminate in one of opera’s most devastating final scenes, as Blanche – the timid daugther of an aristocrat – embraces death with her fellow nuns to a transcendent setting of the Salve Regina hymn: sixteen killings. The Canadian Robert Carsen showed us one of the most incisive scenes in the history of world opera, after its premiere in Milan in 1957 almost forgotten by the audience, but now staged in Amsterdam. At the same moment some eight very young islamic fanatics killed more than hundred innocent citizens in Paris. Can you imagine?
Of course, in the streets of Paris in history a lot of killings have been staged. I hope the people in the countryside will not conclude that cities like Paris are dangerous and evil places, where mobs of migrants, refugees and islamists are revolting against the people. Quite the opposite. It’s the countryside that is revolting against the city, or better even: former villagers, now living in cities and feeling disaffected, are the brainchildren of most revolutions. Nothing new. As Ian Buruma and Avishai Margalit wrote in ‘Occidentalism. The West in the Eyes of Its Enemies’ (2004): “In Europe, the metropolitan behemoths that swallowed entire rural populations in their glittering maws were often identified with Jews and other rootless moneygrubbers.” Outside Europe, it was the West that was blamed for the metropolitan condition and the vanished rural idyll. The more the East gets urbanized, the more the urban poor in those countries think the West is to blame for their loss of faith, worship, peace, religion, community. Regimes in those countries feed this anger by adopting Western technology without fitting it into the local value system. The result: “The former dream of going back to the purity of an imaginary past: Japan under the divine emperor, the Caliphate under the Islam, China as a community of peasants.” Hopeless, but it happens. Bombing does not help. It makes it only worse.
Gelezen in ‘Rebel Cities’ (2012) van David Harvey:
Op 20 juli 2012 publiceerde NRC Handelsblad een recensie van de hand van Wouter Vanstiphout over David Harveys ‘Rebel Cities’ (2012). Vanstiphout is bijzonder hoogleraar ‘Design and Politics’ aan de TU Delft, David Harvey is ‘distiguished’ hoogleraar Antropologie en Geografie aan de City University of New York. Vanstiphout vond het boek van Harvey een indrukwekkend pamflet, maar meende dat deze de plank missloeg waar de oude communist nog altijd geloofde in een wereldrevolutie, nu vanuit de steden. ‘Rebel Cities’ verscheen kort na de opstanden van de Occupy beweging. Voor Harvey was de vergelijking met de Parijse Commune van 1871 destijds te mooi om niet te maken. En het moet gezegd, sinds het verschijnen van het boek zijn we getuige geweest van alweer nieuwe opstanden in steden als Istanbul en Kiev. Vorige week las ik het boek dan eindelijk.
Net als voor Marx is voor Harvey de stad de fysieke uitdrukking van de grenzeloze accumulatie van kapitaal, nee het is erger: moderne steden als Dubai, Madrid, Sao Paulo, Mumbai, Hongkong en Londen zijn, aldus de Marxistische hoogleraar, gefinancierd met immense leningen en schulden die nooit en te nimmer zullen worden terugbetaald. "Almost every city in the world has witnessed a building boom for the rich – often of a distressingly similar character – in the midst of a flood of impoverished migrants converging on cities as a rural peasantry is dispossessed through the industrialization and commercialization of agriculture." Op de vleugels van de ‘We are the 99 percent’ moet volgens Harvey zowel mondiaal als lokaal een nieuwe, rechtvaardiger maatschappij worden gevestigd, met daarbinnen ruimte voor alternatieve steden. In ‘Rebel Cities’ heb ik gezocht naar de contouren van of hoe deze alternatieve steden zouden zijn te bereiken, maar heb weinig anders gevonden dan enkele voorbeelden uit Bolivia, zoals El Alto, hoog in de bergen boven La Paz. De staat heeft zich er teruggetrokken, het bestuur bestaat uit zelforganisatie, de omgang tussen groepen is informeel, langzaam groeit er een gevoel van solidariteit. Het deed Harvey denken aan de Parijse Commune. Mij herinnerde het aan Ayn Rand’s ‘Atlas Shrugged’. Een utopie.
Gelezen in NRC Handelsblad van 23 februari 2011:
Terwijl de mensen massaal proberen hun stem uit te brengen op kandidaten voor de Eerste Kamer der Staten Generaal, houdt de provincie Noord-Holland de stemhokjes in Amsterdam angstvallig gesloten, bang als ze is voor revolutie en opstand. Het volk is woedend omdat Tjeerd Talsma, fractievoorzitter van de PvdA in de Provinciale Staten van Noord-Holland ‘miljoenen euro’s bij elkaar wilde harken’ om het Scheringa-museum in Spanbroek en de collectie bij elkaar te houden. Voor de Albert Heijn in Spanbroek staat de Amsterdamse stadsdichter Frank Starik gedichten uit te delen. Iedereen in het dorp is verontwaardigd en wil graag zijn stem uitbrengen, ook ik. Ik lees:
Alles komt goed. Tijd gaat voorbij met een vloek/ en een zucht. Wat nieuw is zal oud zijn. Waar je/ naar zocht raakt toch zoek. Wat dicht leek kan open./ Donker bleek licht. Blijf hopen. Alles komt terug.
Onder het doek. Een gereinigde gevel. Zalen vol/ bouwstof. Een man die met zijn vinger de tijd/ wegpoetst. Aanwezig. Afwezig. Alsof. Wat we/ bewaren bestond al. Alleen jouw ogen nog niet.
Laten we doen alsof je wat ziet. Leef/ in vertrouwen. Wat oud was zal nieuw zijn./ Blijf bouwen. Alles wat zoek lijkt komt terug.
Straks valt het doek. Echt. Tijd gaat zo vlug./ Alles komt goed. Alles komt terug. Alleen jij/ niet. Kijk dus. Ga open.
Gelezen in Bericht aan de rattenkoning (1966) van Harry Mulisch:
Vanmorgen langs Zorgvlied gefietst. Dreigende luchten. Roeiboten op de Amstel. Alle straten in de omgeving waren afgezet. Ineens begreep ik het. Harry Mulisch wordt vandaag begraven. Het feit herinnerde me aan al die gedenkstukken in de kranten in de afgelopen week. Wat me daarin opviel was de typering van de schrijver Mulisch als chroniqueur van Amsterdam enerzijds en sympathisant van Geert Wilders anderzijds. Helemaal rijmen kon ik het niet. Tot ik vandaag ‘Bericht aan de rattenkoning’ opnieuw las. Het boek, verschenen in 1966, behandelt de geschiedenis van Amsterdam in de periode 1965-1966. Het valt bijna uit elkaar van jeugdige overmoed, energie en opstandigheid. Eén ding is zeker, de revolutie was in die dagen niet ver uit de buurt. Mikpunt van alle Amsterdamse oproer was het regentendom, de rechterlijke macht, de politie en burgemeester Van Hal in de eerste plaats. Mulisch eindigt zijn bericht aldus: “De politieke restauratie van na 1945, toen het regentendom in het Militair Gezag zijn gevaarlijkste gezicht liet zien, kraakt in alle voegen en staat op instorten. De regenten hebben niets geleerd; zij proberen tijd te winnen en doen of hun neus bloedt. Maar hun neus bloedt. Misschien bloedt het er eindelijk uit, dat paternalistische heimwee naar betere tijden, zodat eindelijk een nuchter en bescheiden bestuursapparaat mogelijk wordt, dat haar plaats weet in de huishouding. Wij hebben onderhand genoeg van die diktatoriale huishoudster, die het gezin terroriseert en geen pottekijkers in de keuken wenst. Wij zijn van plan er een woonkeuken van te maken.”
Met Wilders zag Mulisch waarschijnlijk een einde komen aan het bloeden. Vijftig jaar na dato dan toch de gewenste revolutie. Wilders, moet hij hebben hebben gedacht, zal de regenten en hun overheidsapparaat eindelijk klein krijgen en het land tenslotte inrichten als een woonkeuken. Wij gaan het meemaken, de grote schrijver helaas niet meer.
Gelezen in de Volkskrant van 26 juni 2010:
Columniste Marjolijn Februari maakt zich zorgen over het woelige politieke klimaat in Europa. Onder de kop ‘Wij als volk moeten constructiever zijn’ beschrijft ze de maatschappelijke onrust van dit moment, die zich vooral uit in rancune. “Waar je ook gaat, wie je ook spreekt, overal rommelt het: in Duitsland, België, Frankrijk, Nederland. Alsof de revolutie aanstaande is.” Sympathie voor de revolutionairen voelt ze niet. Ze is meer van de club die de boel bij elkaar wil houden. Ze ergert zich vooral aan degenen die problemen afwentelen op hun volksvertegenwoordigers. “Het zal duidelijk zijn dat het cultiveren van kleine onderhuidse irritaties geen goede voorbereiding is op de mondiale golf die over Europa heen gaat spoelen.” Ze citeert met instemming Dirk-Jan van Baar in HP/De Tijd, die naar een verklaring zoekt waarom overal in Europa het liberalisme aan kracht wint: “"de weerzin tegen de staat drijft mensen van links naar rechts, van de partijen die collectieve oplossingen voorstaan, naar partijen die vrijheid beloven.” Ondertussen moet diezelfde staat de banken redden. Februari begrijpt niet waarom mensen geen kritiek hebben op het falen van de markt, maar paradoxaal genoeg tegelijk daadkrachtig optreden van de overheid eisen èn inkrimping van diezelfde overheid. Het volk zou constructiever moeten zijn.
Ook ik maak me zorgen over de toekomst van de staat, maar uit een eerder verschenen artikel in diezelfde Volkskrant in de wetenschapsbijlage, van de hand van de socioloog Loek Halman van de Universiteit van Tilburg, begrijp ik de achtergronden beter. Het volk, lees ik, is wel degelijk constructief. "Bevolkingen van welvarende samenlevingen vinden autonomie belangrijker dan autoriteit.” Het verlangen naar vrijheid en de ergernis over regelgeving, collectieve arrangementen en bureaucratie komt precies hieruit voort. “Slechts een kleine minderheid van de Nederlanders voldoet nog aan het klassieke beeld van de plichtsgetrouwe burger die vasthoudt aan tradities en materiële bezittingen.” Nederland neemt in dat opzicht een voorhoedepositie in, het is een typisch postmodern land. “De acceptatie van hiërarchisch autoritair gezag is afgenomen, maar burgers wenden zich niet af van hun overheden en zijn niet minder maatschappelijk geëngageerd dan vroeger.” Dat klinkt geruststellender dan wat Februari afgelopen zaterdag schreef.
Om onrust onder bestuurders weg te nemen, of om bestuurders alerter te laten reageren, bedachten Mark Woerde van het Amsterdamse reclamebureau Lemz en ik laatst een zogenaamde Revolutie Index. Aanleiding waren de onlusten in Bangkok. Kan dat in Amsterdam ook gebeuren?, vroegen wij ons af. Een te ontwikkelen Revolutie Index meet welke steden in de wereld rekening moeten houden met een mogelijke opstand van hun bevolking. In welke stad broeit het het meest? Hoe zou Amsterdam op de Index scoren? Ik denk vrij hoog. Mark dacht heel laag.
Gelezen in The White Tiger (2008) van Aravind Adiga:
Helemaal op het eind van de roman verloochent hoofdpersoon Balman Halwai zich niet. Het economische succes dat hij boekt in Bangalore heeft hij natuurlijk te danken aan de magische poëzie en aan het veroveren, mede daardoor, van zijn vrijheid. Maar het essentiële onderdeel van zijn succesvol ondernemen is toch vooral het luisteren naar de straat. Als ‘half-baked’, dat wil zeggen als iemand die geen grondige opleiding heeft gevolgd maar die van alles een beetje weet doordat hij iets ervan heeft opgepikt, kon hij bij uitstek ondernemer worden. "Now, despite my amazing success story, I don’t want to lose contact with the places where I got my real education in life."
"The road and the pavement."
"I walk about Bangalore in the evenings, or in the early mornings, just to listen to the road." (…)
Waarop zijn advies volgt aan degene die zijn brieven leest: "Keep your ears open in Bangalore – in any city or town in India – and you will hear stirrings, rumours, threats of insurrection. Men sit under lampposts at night and read. Men huddled together and discuss and point fingers to the heavens. One night, will they all join together – will they destroy the Rooster Coop?"
Balman gelooft het niet. Er komt geen revolutie in India. "No sir. It won’t happen. People in this country are still waiting for the war of their freedom to come from somewhere else – from the jungles, from the mountains, from China, from Pakistan. That will never happen. Every man must make his own Benaras."
"The book of your revolution sits in the pit of your belly, young Indian. Crap it out, and read."
reacties