Gelezen in ‘Red Plenty’ (2011) van Francis Spufford:
Slechts eenmaal komt de stad Perm voor in ‘Red Plenty’, die waarheidsgetrouwe roman van Francis Spufford over de Sovjet-Unie van Nikita Kroetsjov. Perm is de stad waar later dit jaar het 48e wereldcongres van de International Society of City and Regional Planners (ISOCARP) zal worden gehouden. Ik ken Perm vooral van een vuurwerkramp in een nachtclub die in 2009 aan 141 mensen het leven kostte. Spufford noemt Perm in verband met een schandaal rond miskramen. Zoya Vaynshteyn is biologe, gespecialiseerd in genetisch onderzoek, die werkt op een instituut in Novosibirsk. De ochtend voor haar ontslag begon ze aan haar gebruikelijke werk. “This load came from a medical centre in Perm, within the ecological shadow of the heavy-metal complex there, and as she had expected with a local environment like that, the data showed a steadily elevated baseline level of mutations over time, with some particular spikes at dates that clearly corresponded to local event.” De misgeboortes liepen op eind jaren dertig respectievelijk eind jaren vijftig. “Only a demographic disaster would have this kind of effect.” Eind jaren vijftig? De misgeboorten verwijzen naar afwijkingen bij de ouders. Die waren destijds gemiddeld twintig jaar oud. Het ongeluk moet dus eind jaren dertig hebben plaatsgevonden, nog voor de inval door de Duitsers. De scene speelt in 1968. In het Siberische Novosibirsk is het dan al geen pretje meer. Joodse geleerden worden er getreiterd, clubs en uitspanningen gesloten, kritiek wordt niet meer geduld. Ook Zoya wil weg. Sterker, ze wordt ontslagen wegens aanklachten die ze in de westerse pers zou hebben gebracht en die het regime van Brezjnev onwelgevallig zijn. Ze wil terug naar Leningrad. In Perm zal het in ‘68 niet veel beter zijn geweest. Toen al begon de krimp.
Nu, in 2012, is de situatie alleen maar verslechterd. Eind oktober 2011 signaleerde Michiel Krielaars, correspondent Rusland in NRC Handelsblad, leegloop, alcoholisme en werkloosheid in Perm. De drie lokale universiteiten en een aantal instituten voor hoger onderwijs, schreef hij, zijn niet genoeg om de toenemende migratie naar Moskou tegen te gaan. Elk jaar verlaten er 10.000 inwoners de stad (eind jaren ‘70 telde Perm nog een miljoen inwoners). De nieuwe gouverneur Tsjirkoenov probeert er iets tegen te doen door van Perm culturele hoofdstad van Europa te maken, door fors te investeren in kunst en door een organisatie als ISOCARP naar de stad te halen, maar er wordt een lastercampagne tegen hem gevoerd. Russen zijn immers gewend dat machthebber kunst gebruiken als provocatie. “Gevreesd wordt dan ook dat als de gouverneur verdwijnt, Perm weer wegzakt in het mistroostige moeras waarin zoveel Oeralsteden zich bevinden.” Voor ISOCARP wordt 2012 dus een spannend jaar. En sinds wanneer gebruiken steden het predikaat Culturele Hoofdstad van Europa voor hun strijd tegen de krimp?
Gelezen in ‘Red Plenty’ (2011) van Francis Spufford:
Deel III van Francis Spufford’s ‘Red Plenty’, gewijd aan de Sovjet-droom van overvloed voor iedereen, speelt zich af in het Novosibirsk van begin jaren ‘60, in het Siberische deel van de voormalige Sovjet-Unie. De stad blijkt onder Nikita Kroetsjov te zijn omgedoopt in een heuse ‘Science City’: een wetenschapsstad voor hoofdzakelijk Sovjet-ingenieurs. Is het toeval dat ik het boek uitgerekend las in Boston, Massachusetts? Van Kroetsjov is bekend dat hij de Amerikanen zeer bewonderde; tegelijk wilde hij de machtige USA naar de kroon steken. Groeicijfers van boven de 10 procent gebruikte hij om de angst voor de Sovjet Unie aan te wakkeren; weldra zou de Sovjet-economie groter en machtiger zijn dan die van de Verenigde Staten. Novosibirsk moest de tegenhanger worden van Boston – een zeldzame clustering van wetenschappelijk talent rond machtige universiteiten en instituten, alles gesitueerd in een aantrekkelijke omgeving. Kan je zo’n ‘Akademgorodok’ werkelijk toveren uit het niets? De Sovjets meenden van wel. Boston is het bewijs van het tegendeel.
Spufford voert een jonge biologe op, die in 1962 door haar instituut vanuit Leningrad naar Novosibirsk wordt gestuurd. Wat is haar eerste indruk? “Mud was winning so far. Living in Leningrad, unfortunately, made a visual snob of you. If you were used to the casual beauty of the old capital, there was not much to get excited about in what she’d seen today. The flats were flats, no different from the blocks going up on muddy fields everywhere, and the institutes were standard lumps of public architecture, nondescript and undecorated.” Eten is er in overvloed, dat wel, er wordt gefeest en je mag bijna alles zeggen, zelfs hardop; de zomer is er bovendien warm. Met nieuwe vrienden bezoekt ze ‘s avonds het woonhuis van een geleerde. Er is feest. “This was what an American suburb looked like, more or less. Here, in the middle of a Siberian wood, as a rewards to its geniuses, the Academy of Sciences had apparently recreated a piece of the good life as defined far, far away, on the world’s other shore.” Zeg maar, zoiets als Brookline, Boston. Haar kennismaking eindigt ‘s nachts achterin een auto die de jonge wetenschappers aflevert bij een breed water. “The path crossed a railroad track on a foot bridge, and became stairs, splitting and recombining at a descending series of concrete platformslike an outdoor sketch of the grand staircase into a ballroom. At the bottom, she stepped, disbelieving, onto sand. It was, indeed, a beach, dim and pale, under an abruptly wide sky just beginning to blush with colour.” Eerst denkt ze nog dat het een reservoir is, maar haar vrienden weten beter. Het is de rivier de Ob die hier tot grote afmetingen is opgeblazen: 60 kilometer lang, 20 kilometer breed en 10 meter diep. Het water had de allure van een heuse binnenzee. “Nature moulded like putty by the builders of socialism.” U voelt het al aankomen: dit gaat niet goed. Een wetenschapsstad kan je niet zomaar maken, ook niet als je de natuur een handje helpt.
Gelezen in de Volkskrant van 17 november 2010:
Over verdachtmaking gesproken. Arnout Brouwer meldt in de Volkskrant dat de Russische regering een nieuw verstedelijkingspatroon gaat nastreven. In Nederland zou je spreken van een nieuwe nationale nota ruimtelijke ordening. De kop boven het artikel luidt echter: “Kremlin heeft liever grote steden dan dorpen.” Dat is weinig minder dan insinuerend. En één passage is er door de redactie speciaal uitgelicht: “Geheim document over verhuizing bevolking uitgelekt.” Je zou bijna gaan denken aan een nieuwe ronde van geheime Sovjet-deportaties. Niets is minder waar. De verslaglegging zegt meer iets over Nederland dan over Rusland. Wij in Nederland vertrouwen Rusland niet, dat staat er. En: wij hebben liever dorpen dan grote steden. En ook: wij zullen de bevolking nooit laten verhuizen. Die moet vooral blijven zitten waar hij zit. Gedwongen blijven zitten, dat is de Nederlandse politiek.
Waar gaat het in Rusland om? President Medvedev wil het grote land moderniseren. Negentig procent van de Russische bevolking woont echter in steden met minder dan honderdduizend inwoners. Ze zijn verspreid over het gehele land, tot in uithoeken waar de klimatologische omstandigheden bar en boos zijn en waar dikwijls helemaal geen werkgelegenheid meer te vinden is. Dit verstedelijkingspatroon is de erfenis van de oude Sovjet Unie: dat betrof gedwongen spreiding van de bevolking om het land te industrialiseren en in die zin niet zo héél veel anders dan de Nederlandse industrialisatiepolitiek van destijds, die ook een spreidingspolitiek betrof. De spreidingspolitiek van de Sovjets heeft niet gewerkt en zo ze al gewerkt heeft, dan werkt ze nu niet meer. Veel kleinere steden zijn afhankelijk van slechts een paar grote fabrieken, van één economische sector. Daarmee zijn ze kwetsbaar gebleken. Gaat het slecht met zo’n sector, dan krimpt de stad. Verder krimpt trouwens de hele Russische bevolking, van 142 miljoen nu naar 128 miljoen in 2025. Rusland moet daarom afscheid nemen van zijn oude spreidingspolitiek en de komende periode echte grote steden gaan bouwen. Steden met tenminste drie miljoen inwoners, stelt de regering nu, blijken net voldoende divers om overeind te blijven. Dat is ongeveer de minimummaat. Rusland schakelt daarom over op een ruimtelijke concentratiepolitiek. Heel verstandig, dunkt mij. Zou ik niet geheim over doen. Sterker, zouden we in Nederland ook moeten doen.
reacties