Alles is mogelijk

On 18 maart 2018, in kunst, participatie, sociaal, by Zef Hemel

Gelezen in Het Parool van 7 juni 2017:

Afbeeldingsresultaat voor adelheid roosen wijksafari

In 2012 begon ze in Amsterdam Slotermeer. Daarna volgde Mexico-City. Toen de Utrechtse wijken Ondiep, Overvecht en Zuilen, de Mexicaanse grensplaats Ciudad Juárez, Banne en Floradorp in Amsterdam Noord, in mei 2015 volgde de Bijlmer. Voor haar ‘adoptiemethodiek’ ontving theatermaakster Adelheid Roosen op 23 oktober 2017 in New York de drie-jaarlijkse ‘Gilder/Coigney International Theatre Award’ van de ‘League of Professional Theatre Women’. Komende maandagavond 19 maart 2018 vertelt ze over haar wijksafari’s tijdens de Amsterdamlezing in de theaterzaal van CREA op Roeterseiland. Wat gebeurt er in de wijken die ze bezoekt? Hoe beleven bewoners en bezoekers de door haar ontwikkelde werkwijze? Hoe maken wij stedelingen weer contact? Bij elke wijksafari worden theatermakers twee weken geadopteerd door bewoners in sociaal kwetsbare wijken om het contact met de ander te verdiepen en levensverhalen te verzamelen. Theatermakers doen mee in de dagelijkse routine van de ander. Op basis van dit verblijf maakt elk koppel een theaterscène, die ze tijdens de Wijksafari thuis opvoeren. Door twee weken met elkaar te leven, ontstaat een band en vriendschap tussen mensen. Bij de Wijksafari draait het om intiem contact. Roosen: "Het contact is het geluk."

Samen met Johan Simons deed ze in 2014 een grote theaterproductie rond Georg Büchners klassieker over de Franse Revolutie in de Amsterdamse Stadsschouwburg. In De Oversteek nam ze honderd wijkbewoners mee naar de schouwburg op het Leidseplein, waar ze met slaapzakken en matjes de nacht doorbrachten op het toneel. Idee: schouwburgen omtoveren in buurthuizen. Tegenover de redactie van Ons Amsterdam zei ze: “Ik heb een enorme ruimtelijke beleving van de dingen om mij heen en ik zie nooit beren op de weg. Alles is mogelijk en als iets niet lukt heb ik geen gevoel van verlies. Ik hou er ook van om zandkastelen op het strand te bouwen, die bij vloed weer wegspoelen. Niets is blijvend. ‘Maak de wereld elke dag zoals jij hem wilt zien’, zei Gandhi. Die filosofie is in de loop der jaren in mij gaan wonen."  Wat ik zo graag aan haar wil vragen: is luisteren echt zo belangrijk voor mensen? Hoeveel tijd nemen wij voor elkaar? Wat is er mis met onze steden? En wat is ze van plan met onze straten? Zouden we onze steden niet heel anders moeten inrichten? Kunnen we de openbare ruimte niet veel beter programmeren? Iemand als Adelheid Roosen zou daar toch ideeën over moeten hebben. Meld je snel aan: http://www.uva.nl/nieuws-agenda/nieuws/amsterdamlezingen/amsterdamlezingen-uva.html

Tagged with:
 

Selling Richard

On 23 oktober 2010, in kunst, by Zef Hemel

Gelezen in NRC Handelsblad van 2 oktober 2010:

Een kleine twee weken geleden bezochten we de voorstelling Richard III van Shakespeare, uitgevoerd door Orkater met in de hoofdrol Gijs Scholten van Aschat. Aangezien de cultuurbegroting van het Rijk zo onder vuur ligt en vooral de podiumkunsten gevaar lopen, lees ik over de financiële achtergronden van deze kostbare en bijzondere productie met meer dan gemiddelde interesse. Er namen liefst 35 mensen aan deel, waarvan 21 acteurs. Het blijkt te gaan om een co-productie van Orkater en de Amsterdamse stadssschouwburg. Orkater stak er 4 ton in; de Stadsschouwburg leverde diensten om niet (gratis technici en ander ondersteunend personeel). Bovendien garandeerde de Stadsschouwburg een vast bedrag van 4000 euro per lege zaal per avond die Orkater zou krijgen als het mis liep. Daar stond tegenover dat de opbrengst zou worden gedeeld. Het stuk werd 18 keer opgevoerd. Alle avonden waren uitverkocht. De kassaverkoop was 4 ton. Een ongekend succes. Orkater krijgt de helft. Het toneelgezelschap ontvangt 1,6 miljoen subsidie per jaar. Daarvan dekt ze het verlies van 2 ton. Dat Mels Daamen, directeur van de Stadsschouwburg, een financieel risico liep zal duidelijk zijn.

Bijzonder aan het geheel was dat de productie uitsluitend te zien was in Amsterdam, in diezelfde stadssschouwburg van Daamen. Doorgaans reizen producties als deze door het land; soms worden ze daartoe door de subsidiegever gedwongen, soms moeten ze wel om voldoende klandizie te trekken. Nu dus niet. Dat de tienduizend kaartjes voor alle achttien voorstellingen in een mum van tijd waren verkocht – en ook al heel vroeg -, geeft aan dat Amsterdam zich eindelijk als een metropool gedraagt. Daamen: “Dat is uitzonderlijk on-Amsterdams.” Deels zal het te maken hebben gehad met het optreden van Scholten van Aschat, vier maanden vóór de première, in DWDD, deels met een nieuwe verkoopsysteem waarbij wie het eerst reageert een verlaagd tarief krijgt aangeboden (7,50 euro korting). Maar wat ik er vooral zo bijzonder aan vind is dat de mensen uit het hele land naar de hoofdstad moesten reizen om het stuk te kunnen zien. “Exclusief in Amsterdam” stond er op de affiches. In Londen en Parijs is dat heel normaal, soms valt het stuk daar maanden achtereen te zien. Hier niet. Maar het kan dus wel.

Tagged with:
 

Staat van het theater

On 12 februari 2007, in cultuur, by Zef Hemel

Gelezen in NRC Handelsblad van 1 september 2006:

Tijdens de opening van TF-1, een nieuw theaterfestival in Amsterdam, sprak Ivo van Hove, directeur van toneelgroep Amsterdam, de openingsrede. Daarin gaf hij een toekomstvisie op het toneel in Nederland. Laat ik hier opmerken dat ik die visie bijzonder goed en steekhoudend vind. Alleen, hij werd nauwelijks opgemerkt in de pers. Alleen in NRC Handelsblad was de helft van de rechterkolom van de kunstpagina aan zijn visie gewijd. Jammer is dat. NRC kopte: ‘Nederland heeft overschot acteurs’, alsof Van Hove zich over dit probleem had beklaagd. Welnee, Nederland doet te weinig met zijn acteertalent, was zijn boodschap. Maar inderdaad: "Het is voor alle partijen duidelijk dat de uitstroom van de scholen te groot is in vergelijking met het aanwezige talent." Oorzaak: de wildgroei van acteuropleidingen in Nederland. Want naast Amsterdam, Arnhem en Maastricht hebben nu ook Utrecht en Tilburg acteuropleidingen in de aanbieding. En daarnaast bestaan er nu ook private dramaopleidingen en acteercursussen. Bij elkaar schat Van Hove het op wel tachtig opleidingen in Nederland.

Welke toekomstvisie stelt Van Hove hier tegenover? Hij stelt voor om de grotestadsgezelschappen meer centraal te stellen. Zij zouden scholen, productiehuizen en jonge groepen aan zich moeten binden om de doorstroming van talent te bevorderen. Twee grote ensembles zouden de status van institutie moeten krijgen en zouden voor langere tijd gesubsidieerd moeten worden om dit te doen. Op deze wijze kan de versnippering te lijf worden gegaan en het overaanbod aan voorstellingen worden voorkomen. Dat betekent een einde maken aan de bestaande kunstenplansystematiek. "Weg met de eindeloze potjes waardoor iemand zonder al te veel talent tien tot vijftien jaar na de opleiding kan doorgaan zonder een enkel doorslaggevend succes te maken." Kijk, een dergelijke nieuwe opzet zou flink bijdragen aan de vestiging van creatieve steden in Nederland. Het zou het Nederlandse toneel concurrerend kunnen maken ten opzichte van de beste gezelschappen in het buitenland. Ik zou zeggen: onmiddellijk doen. Overigens hoor ik steeds meer geluiden dat de toneelzalen in het Amsterdamse beter gevuld zijn en dat met name toneelgroep Amsterdam een steeds groter publiek trekt. Zelfs de grote zaal van de Stadsschouwburg is avond aan avond gevuld. Dus we beginnen niet bij nul. Nu dus doorpakken. Zou de boodschap in ‘Den Haag’ worden gehoord?

Tagged with: