Gelezen in ‘The Sun King’s Garden’ (2006) van Ian Thompson:
De eerste dag in Parijs bracht ik door in Versailles. Je bent er tegenwoordig in een mum van tijd. Met de RER. Die rijdt helemaal via de Rive Gauche naar het zuidwesten. Ondertussen lees ik in Thompson’s ‘The Sun King’s Garden’. Een boek over de verhouding tussen Lodewijk XIV en zijn tuinarchitect Le Notre. Lodewijk had niets met de metropool. Hij vond Parijs verschrikkelijk. Hij hield van tuinieren. Dus bouwde hij Versailles, ver buiten Parijs. Z’n hele leven bleef hij bezig met de uitleg van de tuinen, die uiteindelijk het grootste tuinencomplex van Europa zouden gaan vormen. Het water dat hij voor de vijvers en fonteinen nodig had, haalde hij uit de rivier de Eure, zestig mijl verderop. Het terrein dat hij voor zijn tuinencomplex koos, was een ontoegankelijk moeras. Het zou me niet verbazen als Versailles een even groot oppervlak besloeg als de toenmalige hoofdstad: 8.000 hectare, met de jachtgebieden meegerekend zelfs 18.000 hectare. Kortom, een krankzinnige onderneming die je als de bewust ontworpen tegenhanger van de Parijse metropool kunt lezen.
Maar het meest fascinerende van Thompson’s boek is de beschrijving van de verhouding tussen de planner en zijn opdrachtgever. Lodewijk was meedogenloos en gedreven, Le Notre was nuchter, gevat en geliefd. Lodewijk was in een gouden wieg geboren, Le Notre was van eenvoudige komaf. Ze konden het erg goed samen vinden. Lodewijk ontwierp graag zelf, wilde over alles beslissen. Le Notre respecteerde dit ten volle. Omgekeerd respecteerde Lodewijk de opvattingen van Le Notre. Eigenlijk een heel bijzondere situatie. Dat er ondertussen talrijke mensen tijdens de uitvoering van de immense werken bezweken, het wordt slechts opgemerkt in een bijzin. ("Thousands would be killed or maimed before the gardens were completed"). Ook dat is bijzonder.
Geef een reactie