Gelezen in Het Parool van 10 juni 2008:
Opzienbarend nieuws in Het Parool. Nee, het gaat niet over Nederlands voetbal, maar over Amsterdam als zakenstad. Voor het eerst staat Amsterdam in de top 10 van beste zakensteden ter wereld. Weliswaar op plaats 10, maar toch. En binnen Europa staat Amsterdam op plaats vier, na Londen, Parijs en Frankfurt. Het betreft hier het jaarlijkse onderzoek van Mastercard, verricht door niemand minder dan Peter Taylor. Taylor is directeur van Globalization and World Cities Research network, tevens hoogleraar geografie aan de Loughborough University in Groot Brittannië, een zwaargewicht dus. Onder zijn supervisie is er gescoord op zeven categorieën, van ‘economische stabiliteit’ tot ‘ het gemak waarmee zaken worden gedaan’. Taylor: ”Daaruit blijkt dat Amsterdam weinig zwakke punten heeft, de stad scoort eigenlijk op alle zeven goed.” Hoe kan dat? ‘Er is een historische reden’, aldus Taylor; ‘Amsterdam is al meer dan vijfhonderd jaar een belangrijk handelscentrum. En omdat de Nederlandse economie relatief klein is, wordt ook sneller over de grens gekeken. In grote economieën, zoals Spanje of Italië, gebeurt dat veel minder snel.’ Het maakt de positie van Amsterdam ook betrekkelijk veilig. De nummer vijf, Madrid, mag dan vooral op financieel gebied veel beter scoren dan de Nederlandse hoofdstad, die positie is alleen te danken aan de omvang van de Spaanse economie.
Waarom zien wij in Nederland dat zelf niet? Waarom moet in Nederland worden verbloemd dat we zo’n topzakenstad binnen onze grenzen hebben? Waarom altijd weer naar de Randstad grijpen als we in de wereld iets willen voorstellen? Kan een psycholoog dat nou eens uitleggen?
Geef een reactie