De trein naar Groningen viel uit. De volgende ging pas een half uur later, nu naar Leeuwarden, maar deze liep onderweg een vertraging op waardoor ik in Zwolle de aansluiting miste. Toch arriveerde ik nog op tijd in Sauwerd, even boven Groningen. Ik eiste beschikbaarheid, maar ondervond het onbeschikbare. Volgens de Duitse socioloog Hartmut Rosa is dat het probleem van onze tijd. “De reden waarom wij in het dagelijks leven overal geconfronteerd worden met frustrerende en angstwekkende onbeschikbaarheden ligt vooral in de categorische kloof tussen principiële beschikbaarheid en praktische beschikbaarheid, of in het gelijktijdig bestaan van principiële beschikbaarheid en praktische onbeschikbaarheid.” Hij bedoelt daarmee te zeggen dat terwijl onze hele samenleving gericht is op controle, overheersing en over de dingen beschikken, het onbeschikbare terugkeert ondanks alle bereikte perfectie, maar nu als monster. Waarom monster? Rosa wijt het aan ons moderne onvermogen om een respons-relatie aan te gaan met de dingen. We kunnen niet meer tegen onzekerheid, hadden controle verwacht waar we die niet kregen. Het monster, stelt Rosa, hebben we zelf geschapen. We worden woedend als de dingen in onze ogen niet kloppen. Zijn boek Onbeschikbaarheid (2022) eindigt dan ook buitengewoon pessimistisch. De wereld heeft ons niets meer te zeggen, we kunnen haar niet meer horen, omdat ze niet langer toegankelijk is.
Na het lezen van Leven in tijden van versnelling (2016) had ik van Rosa een optimistischer boek verwacht. Ik had gedacht dat hij veel over resonantie zou schrijven als tegengif tegen de groeiende vervreemding. Vervreemding verwijst naar een toestand zonder verbinding, wanneer we onverschillig of zelfs vijandig staan tegenover de dingen, het landschap, de mensen. Dat is het probleem van onze tijd. Over die agressie schrijft hij opnieuw uitvoerig. Daar tegenover staat hoofdstuk 4, waarin hij over resonantie schrijft. Resonantie is het besef niet over de dingen te beschikken, in plaats daarvan het vermogen om ermee te resoneren. Resonantie kun je echter niet afdwingen. Ze is principieel onbeschikbaar. Door onze vaste wil om de wereld berekenbaar en voorspelbaar te maken zijn we het vermogen tot resonantie bijkans verloren. Een doel van het boek is vooral “om de spanning tussen het verlangen naar resonantie en de vraag naar beschikbaarheid geduldig uit te werken en ideeën om te doen over de wijze waarop deze contradictie ooit zou kunnen worden overwonnen of opgelost.” Na mijn aankomst in Sauwerd lukte het me wonderwel; via een oud kerkepad liep ik naar de wierde van Groot Wetsinge, ontmoette daar drie bijzondere mensen, met wie in die middag een voettocht maakte door het Reitdiepdal. De zon scheen, het fluitekruid stond hoog, de meidoorn bloeide en geurde, beneden ons stroomde traag de Wetsingermaar, zwaluwen scheerden over de velden. We vertraagden, hadden alle tijd van de wereld. Onderweg voerden we een schitterend gesprek over duurzaamheid en democratie. Voldaan, nee vervuld reisde ik die avond terug naar Amsterdam.
Geef een reactie