Open City

Gelezen in ‘The Endless City’ (2007) van Ricky Burdett en Deyan Sudjic:

In zijn essay ‘Open City’, gepubliceerd in het vuistdikke ‘The Endless City’ (2007), beschreef de Amerikaanse socioloog Richard Sennett wat er volgens hem mis is met onze moderne stadsontwikkeling. Het grote probleem, schreef hij, is overdeterminatie. Daarmee bedoelde hij dat wij in de wijze waarop we sinds het midden van de twintigste eeuw onze steden ontwikkelen en inrichten alles teveel willen controleren en te weinig ruimte laten voor toeval, voor ongezochte gebeurtenissen. We zijn in de greep geraakt van nauwkeurige tekenprogramma’s, strakke schema’s, rigide toekomstbeelden, technologie en hele precieze doelen. Alles is tegenwoordig resultaatgericht. Technologie en organisatiekunde stellen ons daartoe in staat. Ons probleem, meent Sennett, is dat we ons gevoel voor tijd hebben verloren. Dat is een ernstig probleem. De stad is juist een proces, hoe wij de stad bewonen oefent weer invloed op haar uit, ons beeld van haar zou daardoor voortdurend moeten veranderen. Maar wij doen alsof we haar tot in detail kunnen beheersen. Zoneringen, bestemmingsplannen, stedenbouwkundige plannen, beleidsprogramma’s, projectinterventies, maatregelen, toekomstvisies, zelden is er meer beleid over de stad uitgestort dan in de twintigste eeuw. Onze verbeelding heeft daarmee ernstig aan vitaliteit ingeboet. Al onze maatregelen hebben de stad bevroren. Sennett spreekt van een dystopie.

Het resultaat van deze bevroren toestand is namelijk ‘Brittle City’. Dat is een stad die snel slijt, die voortdurend wordt afgebroken en uitgewist, om plaats te maken voor iets nieuws, iets zogenaamd beters. Mensen moeten steeds vaker uit hun huizen in plaats van dat ze zelf hun huizen mogen opknappen en hun buurt verbeteren. Groei lijkt gelijk te staan met de vervanging van wat er was. Functies worden gescheiden, bevolkingsgroepen raken gehomogeniseerd, niemand krijgt nog de tijd om zich aan te passen. ‘Brittle City’ is een symptoom. Ze staat voor een gesloten systeem waarin alle onderdelen van stad en regio geïntegreerd en in balans moeten zijn, passend in het grotere geheel: het masterplan. De consequentie van dat uitgebalanceerde en geïntegreerde ideaal is dat ervaringen die daarmee niet sporen worden bestreden of buitengesloten. Ze zouden de waarde van het geheel doen verminderen. Dat betekent dat er geen ruimte is voor experiment. Kijk maar om je heen. Planners en ontwerpers verafschuwen alles wat van het systeem – het plan, het ontwerp – afwijkt. Sennett waarschuwt vervolgens: tegenover het gesloten systeem van de experts staat niet de vrije markt. Die bevoordeelt volgens hem vooral de elite. In Londen en New York ziet hij waar dat toe leidt. Het alternatief is het open systeem: dat is een systeem van kleine aanpassingen, van sociale strategieën waardoor buurten dichter bebouwd en meer divers worden. Het tijdsbegrip in de stad als een open systeem is heel anders dan in de geplande stad, namelijk ze is onvoorspelbaar, vol dissonanten, ze gaat gepaard met hele kleine stapjes, een kwestie van trial and error, gevoed door een verlangen naar groeiende complexiteit. Verhalen zijn hierbij een geschikter hulpmiddel dan ontwerpen, visies, eindplannen of blauwdrukken. Sennett: “All good narrative has the property of exploring the unforeseen, of discovery; the novelist’s art is to shape the process of that exploration.”


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *