Gelezen in Het Financieele Dagblad van 24 oktober 2014:
Afgelopen week een fotograaf ontmoet. Raakte met hem in gesprek. Hij vertelde me dat hij vier jaar in Sao Paulo had gewoond. Niet in Brazilië, verduidelijkte hij, maar in Sao Paulo. De stedelijke regio in het zuiden van het land telt 22 miljoen inwoners, haar grootstedelijke economie is 411 miljard euro waard, dat is een derde van de hele Braziliaanse economie. Sao Paulo is zo groot, dat je haar eigenlijk nooit verlaat. De rest van het land bestaat voor de inwoners eigenlijk ook niet. Dat is geen provincialisme, maar grootstedelijkheid. Je oriënteren kun je je er ook al niet; wil je bij iemand elders in de stad op bezoek, dan bepaal je eerst een plek in de stad die je kent, gaat daar naar toe, om vervolgens je opnieuw te oriënteren, om zo uiteindelijk op je bestemming te arriveren. Daardoor maak je vaak enorme omwegen. Met GPS, zei de fotograaf, is dat probleem overigens opgelost.
Rond dezelfde tijd besteedde Het Financieele Dagblad aandacht aan zakenstad Sao Paulo, de economische motor van het land. Die motor ondervindt ernstige hinder van droogte. Dit jaar bleven de tropische onweersbuien uit. Vorig jaar viel er ook al geen regen. Daardoor zijn de watervoorraden opgeraakt. De rivierbeddingen staan droog, transport over water is niet meer mogelijk, de centrales kunnen niet meer worden gekoeld, de energievoorziening wordt bedreigd. Zelfs de superrijken krijgen er last van. En het erge is, veertig procent van het drinkwater lekt weg of wordt gestolen. De Braziliaanse Rijkswaterstaat wil nu de kraan dichtdraaien. Maar daarmee zou de economie van Sao Paulo tot stilstand komen. De stad probeert nu uit alle macht dit te voorkomen. Ze kan het probleem zelf oplossen, zegt ze. De waterconsumptie heeft ze de afgelopen tien jaar al gehalveerd. Maar de staat ziet dat niet. Die begrijpt niet hoe steden functioneren.
Geef een reactie