Gelezen in NRC Handelsblad van 5 februari 2008:
"Het concrete van innovatie zit hem in de kleine dingen (…)", schrijft hoogleraar Louise Fresco na een recent verblijf op Stanford en Berkeley, Californië USA, in haar eerste column sinds lange tijd in NRC Handelsblad. Natuurlijk gaat het allemaal om de sfeer, om de drive van mensen om iets te willen, om nieuwsgierig te zijn. Maar verder schuilt het geheim van Silicon Valley als het om innovatie gaat, aldus Fresco, in de kleine dingen. Zoals daar zijn: iedereen zit vlak naast elkaar zonder enige privacy, aan lange tafels met alleen een laag wandje tussen de beeldschermen. "Op de overloop komen tijdelijke werkplekken als paddestoelen op, als er voor een project ineens meer medewerkers nodig zijn." Vaak ontbreken deuren in kamers, als ze er zijn staan ze open. Heel veel gemeenschappelijke ruimtes, uitgebreide keukens, grote ijskasten, magnetrons, gratis koffie, overal zitjes, veel kantines, "opvallend goed en gezond voedsel." Er is in de vorm nauwelijks sprake van hiërarchie, "voortdurend zie je mensen die elkaar staande houden om iets te vertellen." In elke kamer witte of zwarte schoolborden. "Wie een goed idee heeft, breekt gewoon in het gesprek in." Kortom, een ongewoon grote informaliteit. En verder "optimisme, openheid voor kwaliteit en relativeringsvermogen, gepaard aan flexibiliteit en minimale hiërarchie."
Als je deze kleine dingen nu eens zou vertalen naar de stadsontwikkeling, dan krijg je zoiets als de informele stad. Dat is een buitengewoon humane, leefbare en innovatieve stad. Wie schreef daar ook alweer over, zo’n veertig, vijfenveertig jaar geleden? Was dat niet Jane Jacobs? En ook, wat stelt het Innovatieplatform van premier Balkenende daar ook alweer tegenover? Een kunstmatig eiland in zee?
Geef een reactie