Gelezen op UCLA Newsroom van 13 juni 2017:
Afgelopen zondag 11 juni 2017 overleed in Vancouver, Canada, John Friedmann, 91 jaar oud. De Amerikaanse planoloog Friedmann, geboren in Wenen in 1926, doceerde jarenlang (van 1980 tot 1996) stedelijke en regionale planning aan UCLA in Los Angeles en was niet alleen academicus, maar ook man van de praktijk. Ik herinner me nog hoe ik tijdens mijn studie planologie aan de Rijksuniversiteit Groningen voor het eerst in aanraking kwam met zijn werk. Dat was eind jaren zeventig. Hoe hij in ‘Retracking America. A Theory of Transactive Planning’ (1973) zich de toekomstige samenleving voorstelde als een lerende gemeenschap, zoiets was totaal nieuw voor me. Zijn latere ‘Planning in the Public Domain’ (1987) bleek een standaardwerk en een gids in hoe je als planoloog kennis omzet in actie. Alles draaide bij Friedmann om het verbeteren van de menselijke conditie door het veranderen van de samenleving. De Groningse hoogleraar G.J. van den Berg introduceerde Friedmann als een van de grondleggers van een nieuwe relevante maatschappelijke discipline die breder en verstrekkender is dan stedenbouwkunde. Het doel van planning, schreef Friedmann, is menselijke ontplooiing. Friedmann belichaamde de idealen van de jaren zeventig.
Mij dierbaar is ‘The Tao of Transactive Planning’. Dit korte hoofdstuk in ‘Transactive Planning’ vond ik destijds en ook nu nog getuigen van grote wijsheid. De Tao, aldus Friedmann, zegt dat de planner niet teveel moet doen. Wu-Wei (https://zefhemel.nl/wu-wei/) stelt dat mensen veranderen, instituties veranderen, de omgeving verandert; de planner leert, en wacht geduldig tot de verandering komt. Verandering is niet te forceren. De planner moet in de eerste plaats luisteren en niet oordelen. Tijd is nodig. Ideeën vatten post, worden door anderen vervormd en zetten zich om in acties, die op hun beurt de samenleving veranderen. “If the planner listens carefully and long enough, his own thoughts may eventually be given back to him as the ideas of others. Only then the planner can truly be said to have succeeded in his task.” Ofschoon ik het destijds niet helemaal doorgrondde, ben ik die les toch nooit vergeten en nu ik ouder en ervarener ben, begrijp ik eerst goed wat Friedmann hiermee bedoelde. Ook goud waard is deze: “If the processed knowledge of planners is serviceable only insofar as it is used as an instrument for learning; if learning cannot be imparted to others except through dialogue; and if dialogue creates a process in which each partner has as much to give as to receive, then the Tao provides good counsel.” Wat een inzicht!
Geef een reactie