‘Help, Amsterdam wordt te groot’

Gelezen in ‘La haine de la ville’ (2001) van Bernard Marchand:

Afbeeldingsresultaat voor paris et le desert francais

Amsterdam laten groeien, dat gaat ten koste van de andere steden, dat is niet goed. Dan ontstaat één grote stad, die alle andere opeet. Met die stelling wijzen sommige van mijn collega’s me terecht. Ze pleiten voor een ‘meer gebalanceerd geheel van steden,’ of zoals het Rijk schrijft in REOS en Agenda Stad: “door te verbinden in stedennetwerken bundelen steden hun krachten.” Zulke omfloerste beleidstaal doen me denken aan ‘Paris et le désert français’ (1947), het boek van Jean-Francois Gravier dat we tijdens de studie geografie eind jaren zeventig moesten lezen. Parijs, schreef de jonge Gravier, gedroeg zich als een monopolist, die alle andere Franse steden opslokte. Met zijn ‘tentakels’ vrat hij aan alles, de agglomeratie leek op een monster. De andere steden kregen van haar geen kans. De wijze waarop de hoofdstad zich gedroeg was zelfs meedogenloos, nee koloniaal. Gravier scoorde er politiek mee in Frankrijk, maar dat gebeurde pas na het verschijnen van de tweede druk, in 1958. Niet alleen president De Gaulle liep weg met ‘Le Désert’, maar zeker ook de latere presidenten. Zelfs in 1972 verscheen er nog een nieuwe druk van zijn boek. In Nederland gonsde het na, want ook wij zaten gevangen in de ruimtelijke spreidingsdoctrine. Maar wetenschappelijk deugde het boek allesbehalve. Bernard Marchand schreef er over in ‘La haine de la ville’ (2001). Gravier bleek een rechtse nationalist, een meeloper met het regime van Pétain, Gravier haatte de grote stad. Zijn stellingname, aldus Marchand, klopte van geen kanten.

Parijs was helemaal niet te groot en zou, ondanks alle naoorlogse decentralisatiebeleid, nog veel groter worden. De andere steden deden het gewoon slechter. Maximilien Sorre wees daar al in 1961 op. Het viel Marchand op hoe Gravier tendentieus met woorden speelde. Hij pleitte voor een ‘harmonieuze ontwikkeling’, voor het ‘herstel van evenwicht’, hij schreef over de ‘Parijse inflatie’, de ‘hypertrofie van de hoofdstad’. Zijn berekeningen van de bedragen die Parijs van de regering méér ontving dan de rest van het land bleken achteraf niet te deugen. Gravier berekende ook de optimale en maximale omvang van een stad: volgens hem was dat twee miljoen inwoners. Volgens Marchand was dat grote onzin. Het huidige Parijs van ruim 10 miljoen inwoners functioneert uitstekend, zelfs beter dan ten tijde van Lodewijk XIV, toen Parijs slechts 400.000 inwoners telde. Alles wat Gravier beweerde, schreef Marchand, was een anachronisme. De Franse kwaliteitskrant Le Monde kwam er in 2008 nog eens op terug. Gravier, schreef zij, was utopisch, excessief, neigend naar autoritarisme. De beweging waarvan hij deel uitmaakte wilde de mensen terugbrengen naar het platteland. Daar was ruimte, de natuur mooier, de lucht schoner, het leven beter. Het zou de naoorlogse Franse ruimtelijke ordening tekenen, en ook die in Nederland, zelfs tot op de dag van vandaag. De krant vroeg zich af hoe Frankrijk eruit zou hebben gezien als dat ruimtelijke ordeningsbeleid zich niet had voltrokken. U mag het raden.


Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *