Gelezen in ‘De economische hittekaart van Nederland’ (27 maart 2003):
Maria van der Hoeven is Minister van Economische Zaken. Ze moet van de Tweede Kamer een brief schrijven over de economische betekenis van Amsterdam. Haar ambtenaren zullen er wel druk mee zijn. Dat zijn waarschijnlijk allemaal economen. Die kijken vooral naar werkgelegenheid en naar toegevoegde waarde. Ze zullen de betekenis van Amsterdam vooral nationaal afmeten, waarbij ze het principe van de ‘verdelende rechtvaardigheid’ goed in het oog houden en beseffen dat àls ze de economische betekenis van Amsterdam hoog aanslaan, ze Amsterdam extra rijksmiddelen zullen moeten verschaffen. (En dat wil niemand in Den Haag). Ten slotte zullen ze goed letten op de politieke dimensie van het geheel. Mevrouw van der Hoeven is van het CDA en komt uit Zuid-Limburg. Het CDA heeft geen noemenswaardige basis in Amsterdam. De motie was afkomstig van D66. En alle ministers van dit kabinet die zelf woonachtig zijn in Amsterdam (Bos, Van der Laan, PvdA), zullen Amsterdam nooit durven te bevoordelen. Zoiets.
Ik vermoed dat de ambtenaren van EZ bezig zijn met een actualisering van de economische hittekaart van Nederland. De laatste hittekaart die ik gezien heb dateert alweer van zeven jaar terug. Op de beide assen staan, inderdaad, werkgelegenheid (belangrijk voor de PvdA) en toegevoegde waarde (belangrijk voor CDA, VVD). Amsterdam komt daarop gunstig naar voren. Trouwens, alle vijf grote stadsgewesten zitten in de voorhoede, al valt Eindhoven wat tegen. Alleen Rotterdam (PvdA) bungelt onderaan, maar scoort gelukkig weer goed op toegevoegde waarde, net als Sittard/Geleen (CDA). Utrecht (PvdA) en ook Den Bosch (CDA) doen het voortreffelijk, zeker wat werkgelegenheid betreft. Alle steden volgen dicht daarop, in een zwerm. En ziedaar, ook de landelijke gebieden scoren nog heel behoorlijk, vooral het Westland en die in Brabant (u weet wel, van de Q-koorts!). Eigenlijk zien we hier een prachtige politieke hittekaart, met voor iedere partij kansen en complimenten. Voor het bedrijven van een politiek van ‘verdelende rechtvaardigheid’ ook een ideale situatie. Actualisering van deze kaart zal minder leuk zijn. Te verwachten valt dat Utrecht, Den Bosch en Amsterdam verder vooruit zullen lopen op de rest. Daar moet iets op gevonden worden. Statistisch, overleggen de ambtenaren, moet dat wel te doen zijn. Bureau Louter, traditiegetrouw door EZ ingehuurd, kan daarin voorzien. En verder liever geen details over de economische structuur van de verschillende stedelijke economieën, bijvoorbeeld dat sommige economieën wel erg sterk leunen op één sector. Wèl opmerken dat Amsterdam haar ambitie van financieel centrum niet kan waarmaken. En alleen die internationale benchmarks gebruiken die kritisch zijn over Amsterdam, ook al staat Amsterdam wereldwijd in de top tien.
Geef een reactie