Gehoord in Amsterdam op 30 juni 2011:
Afgelopen week sprak de Eindhovense kunstenaar John Körmeling in de Amsterdamse Zuiderkerk op uitnodiging van de Dienst Ruimtelijke Ordening. Körmeling ontvouwde in een uur tijd zijn gehele oeuvre. Hij begon met zijn gekunstelde starthuisje voor de roeibaan in Groningen. Ook toonde hij zijn ontwerp voor een lineaire stad van Madrid naar Sint Petersburg en verder. Het laatste half uur wijdde hij aan ‘Happy Street’, het door hem ontworpen Holland Paviloen op de Wereldexpo in Shanghai 2010. Alle thema’s uit zijn rijke kunstenaarsleven zie je in het vijftien miljoen euro kostende ‘Happy Street’ terug: auto’s, wegen, hellingen, replica’s van gebouwen, de doorzonwoning, kermisattracties, uitzichtpunten, woorden in neon. In Het Parool zei hij er destijds over, aan de vooravond van de opening: “Happy Street bestaat uit een straat waarlangs allerlei gebouwen vertegenwoordigd zijn: een boerderij, een fabriek, een bioscoop, een garage, een doorzonwoning. Die functies wil ik gemengd hebben. Dat is mijn antwoord op de vraag hoe we leefbare steden voor de 21ste eeuw kunnen maken.” Voor Körmeling lijkt niets onmogelijk, over de gewoonste zaken verbaast hij zich. Hij is ook heel precies, een echte ambachtsman. Zijn maquettes lijken knullig in elkaar gezet, maar zijn kunstwerken zijn tot op de milimeter nauwkeurig berekend. Mooi was de detailfoto die hij liet zien van een ronding in het hek van het paviljoen: naadloos, glanzend in elkaar gezet, door Chinese lassers, op locatie. Happy Street is helemaal van staal, volgens Körmeling is er slechts één moer gebruikt om de boel bij elkaar te houden. Het ingenieursbureau waarmee hij altijd werkt had aanvankelijk gezegd dat zijn ontwerp niet gebouwd kon worden. Het kon dus wel. Geen wonder dat Körmelings favoriete gebouw het Cineac van ingenieur Johannes Duiker is. Een replica van deze Amsterdamse bioscoop was dan ook toegevoegd aan het paviljoen. In plaats van ‘Cineac’ gloeide ‘Happy Street’ in neonletters.
Na afloop kreeg ik een Happy Street-pyama van de kunstenaar cadeau onder de toevoeging: “In China lopen veel mensen de hele dag in hun pyama rond.” Ik leende hem mijn fiets – een echte Burko. Körmeling reed erop weg, de stad in. Na vier uur kwam hij opgetogen terug. Hij had veel plekken gezien waar zijn paviljoen, dat in Sjanghai wordt afgebroken, zou kunnen worden teruggebouwd. Moeiteloos had hij terreinen van de omvang van een voetbalveld aangetroffen in de dichtbebouwde stad. Eén voorwaarde stelde hij wel. De plek moet ècht stedelijk zijn, het moet een plek zijn waar heel veel mensen bij elkaar komen, liefst ergens in de binnenstad. Overigens, voegde hij eraan, wat vond hij Amsterdam mooi, druk, vol. Een echte leefbare stad. Ach ja, Amsterdam is Happy Street.
Geef een reactie