Gehoord in Hamburg op 6 oktober 2011:
HafenCity is het grootste stedenbouwkundige project van dit moment in Europa. We hebben het over Hamburg, de stadstaat, tevens havenstad in het noorden van Duitsland. Een nog functionerende haven op de noordoever van de Elbe wordt hier in zijn geheel – stapje voor stapje – uitgeplaatst naar de zuidoever, waar de bestaande haven intensiever moet worden gebruikt. Rond de noordelijke havenbekkens verrijst een dichtbebouwde woon-werkstad, gunstig gesitueerd ten opzicht van het historische centrum en met zicht op de schepen, kranen en het levendige havenbedrijf aan de overkant – het is allemaal buitengewoon duurzaam, een typische win-winsituatie en een mooi voorbeeld voor Amsterdam, dat zich juist van zijn haven heeft afgekeerd. Immers, in de nieuwe structuurvisie Amsterdam 2040 worden de nu nog als havens functionerende Coen- en Vlothavens aangewezen als op termijn in grootstedelijke woon-werkgebieden te transformeren terreinen. Daardoor hoeft Amsterdam straks niet meer in de weilanden te bouwen.
Wat is het financiële verdienmodel van HafenCity? Die vraag is actueel, immers men bouwt er gewoon door, ondanks de financiële crisis. De grond was hier, net als in Amsterdam, eigendom van de gemeente. Was, want uit de grondopbrengsten van de verkoop van de kavels aan particuliere investeerders wordt op dit moment zowel de uitplaatsing van de bedrijven als de aanleg van de nieuwe infrastructuur en de openbare ruimte betaald. Dat doet de gemeente, die daartoe een aparte dienst in het leven heeft geroepen. Niet meer dan vijftig procent van de grond zal deze uiteindelijk verkopen, de rest blijft gewoon in handen van de gemeente: de straten, pleinen en parken. Geen tenders, maar vaste grondprijzen brengt de gemeente in rekening, want er hoeft geen winst te worden gemaakt. Alle verdiende geld wordt direct weer in de infrastructuur en in de publieke ruimte geïnvesteerd. Geen financiële kopzorgen voor de gemeente derhalve, maar ook geen melkkoe. Kopers moeten voldoen aan allerlei strikte voorwaarden. Die zijn overwegend stedenbouwkundig en architectonisch van aard. De stad wil immers ruimtelijke kwaliteit. De grond wordt pas verkocht als alle vergunningen in orde zijn en de koper een betrouwbare partner is gebleken. O ja, er geldt een strikte bouwplicht: binnen vier weken na de verkoop van de grond moet de koper met de bouw een begin hebben gemaakt. De gebiedsontwikkeling loopt als een trein. Wat een interessant ontwikkelmodel!
Geef een reactie