Gelezen in De Volkskrant van 28 december 2011:
We hadden het er laatst nog over. Waarom we toch zoveel spullen hebben en of we ons niet van veel van die spullen moeten ontdoen. Judith de Leeuw is filmmaakster. In ‘Overal spullen’ filmt ze de relatie tussen mensen en hun spullen en stelt ze de vraag waarom we altijd maar meer spullen willen. Huize De Leeuw telt 15.734 spullen; het is de slotsom van een telling die De Leeuw begon in een loods waar ze haar inboedel naartoe transporteerde om de telactie te doen. “Aanvankelijk stapelt ze alles op in haar huis aan het Amsterdamse Singel, tot ze beseft dat ze, als ze alles wil uitstallen, acht keer de oppervlakte van haar huis nodig heeft.” Ze telt ze niet alleen, maar ze stickert en categoriseert ze ook nog. Ze wil haar spullen ‘managen’, “omdat ze het gevoel heeft dat ze als een wild beest op haar afkomen.” Nog zo’n herkenbare observatie: “Dat mijn zoon, toen hij net geboren was, al zoveel spullen had dat ze twintig keer zijn lichaamsoppervlakte in beslag namen.” Spullen, zegt De leeuw, zijn eigenlijk bedoeld om het leven makkelijker te maken. Maar we hebben tegenwoordig zoveel spullen in huis, dat de spullen ons de baas zijn, dat wij in dienst staan van de dingen.
Woningen staan tegenwoordig vol met spullen; zolders, kelders, kasten, schuren, garages, ze zijn er vaak helemaal mee volgestouwd. De woningbouwproductie lijkt ook niet meer van overheidswege aangewakkerd om mensen aan een dak boven hun hoofd te helpen, maar om de consumptie van goederen in en rond de woning verder op te voeren. Zo stimuleren we de economie. In ‘The Great Reset’ (2010) rekent de Amerikaanse econoom Richard Florida onze nieuwe omgang met spullen tot de kern van een nieuwe, meer duurzame leefwijze na de crisis. Zijn creatieve economie wordt gekenmerkt door de overgang van overwegend goederenproductie, ontaardend in ‘conspicious consumption’, naar een dominante dienstverlening. Stort de economie in elkaar als we voortaan minder spullen zouden kopen? Nee, natuurlijk niet. We zullen juist meer diensten gaan kopen. We kopen dan meer onderwijs, kunst, cultuur en beleving. Dat type werk heeft ook meer betekenis voor ons dan de seriematige productie van apparaten. Florida: “We have to move forward from this starting point to make service jobs even more innovative, more productive, and higher paying. We cannot stop until they pay better and afford a better way of life than manufacturing jobs did for a couple of previous generations.” En het mooie is, werken in de dienstverlening is lokaal en lastig uit te besteden. “These kind of jobs are among the most firmly rooted in specific places.” Steden kunnen er dus stevig van profiteren. Het enige wat we moeten doen is ons huishoudgeld anders besteden en de perverse prikkels uit onze economie halen die ons aanzetten tot de aanschaf van altijd maar meer goederen, woningen en auto’s. Judith de Leeuw ging ons al voor. Als we de spullen niet meer kunnen managen, zegt ze, dan is het misschien tijd geworden om te denken: jezus, waarom doen we dit eigenlijk?
Geef een reactie