Food for thought

Gehoord op 5 mei 2012 in Washington DC:

De ochtend van de tweede dag van het symposium ‘Food & The City’ op Dumbarton Oaks, Washington DC, was geheel gewijd aan Parijs. Al tijdens het ‘Ancien Regime’ waren de zogenaamde ‘kitchen gardens’ in en rond de Franse hoofdstad een bezienswaardigheid. De ‘Marais’ liepen in een band rond Parijs van het noorden naar het oosten, ze waren bestemd voor intensieve groenteteelt, op de zuidhellingen van de stad groeiden druiven. Florent Quellier van Université Francois Rabellais vertelde er het volgende over: “Not only were the Parisian kitchen gardens spaces of modernity, displaying technical advances such as fertilizing, climate control, and pruning techniques, they also illustrated the concept of urbanity and civility.” Kortom, innovaties in de land- en tuinbouw vonden in steden plaats, ze waren onderdeel van de beschaving, dit is trouwens van alle tijden. Soortgelijke innovaties behandelde Susan Taylor-Leduc van Trinity College in Parijs. Zij vertelde over de ‘jardin maraichers’ even buiten de vestingwerken in de negentiende eeuw, die het sterk vervuilde maar vruchtbare water uit de pas aangelegde riolering van Baron Haussmann gingen gebruiken voor bevloeiing van het land. “The concept of a circulus, an interconnected organic system, inspired 19th-century engineers, hygienists and chemists to industrialize the process of intensive fertilization practiced by market gardeners to irrigate land with non-human waste.” In 1893 werd bij Gennevilliers een ‘sewage farm’ gesticht die uiteindelijk tweeduizend ares land met stront bevloeide; jaarlijks werden daar meer dan 40.000 witte, groene en rode kolen geoogst, die buiten Les Halles aan de burgers van Parijs werden verkocht.

Het derde deel in de reeks Parijs-lezingen werd verzorgd door Meredith Tenhoor van Pratt Institute. Zij liet haar licht schijnen over de twintigste eeuwse voedselvoorziening van de Franse hoofdstad en andere Franse steden in de vorm van de naoorlogse ‘Marchés d’Interet National. De voedselmarkt van Rungis ten zuiden van Parijs was er een onderdeel van. De staat ontfermde zich over het voedsel, dat tot dan toe lokaal werd georganiseerd. Door deze grootschalige, aan de nationale spoorwegen gekoppelde marktplaatsen werd het Franse landbouwbedrijf en de organisatie van de steden totaal veranderd. Voedselproductie werd op slag grootschalig en industrieel. Het voedsel, zo centraal in het stedelijke leven, verdween in luttele jaren uit de stad en verschoof naar de periferie, het raakte uit het zicht van de burgers en maakte zowel voedselproductie als voedselconsumptie volkomen anoniem. Weg was het rijke culturele leven van de Parijzenaar waarin voedsel zo’n voorname rol speelde. Toch geloofde Tenhoor dat Rungis een nuttige rol kan spelen in een terugkeer naar duurzamer, meer lokaal georiënteerde voedselpatronen. Hoe precies, dat vertelde ze er niet bij. Het was een klein lichtpuntje in een verder somber stemmende ochtend.


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *