Gelezen in The Pyramid van Ismail Kadare (1992):
Nee, we hebben het hier niet over een of andere rijksprijs, maar over een roman waarvoor de Albanese schrijver Kadare in 2005 de Man Booker Prize heeft gewonnen. Ik kocht een kleine twee jaar geleden een in het Engels vertaald exemplaar in Tirana, Albanië. Vorige week heb ik het gelezen. Het verhaal speelt zich af in het jaar 2600 voor Christus. Cheops komt aan de macht in het Egyptische rijk. Aan het hof verwacht men van hem de bouw van een piramide, maar de jonge vorst voelt er niets voor. Tot groot ongenoegen van de astrologen, priesters en architecten. Die duiken de archieven in en komen tot de ontdekking dat het idee van piramide niets van doen heeft gehad met begraven of met de dood. Het idee is geboren in een periode van crisis. En het vreemde is, er lagen geen natuurrampen aan die crisis ten grondslag of armoede, maar juist overvloed, welvaart, voorspoed. "But the explanation they had given for the crisis – that prosperity, by making people more independent and freer in their minds, also made them more resistant to authority in general and to the power of the Pharao in particular – slowly overcame all the objections that had been raised at the start and gradually imposed itself." De farao stuurde daarop een magiër de woestijn in om over een adequaat antwoord na te denken. Dit is wat deze na veertig dagen woestijnleven bedacht: "what had to be done was to eliminate prosperity." Maar hoe? Rampen veroorzaken? Oorlog voeren? Waarom niet net als Mesopotamië extreem omvangrijke waterwerken uitvoeren die de economie van het land verre te boven gaan? "To launch works colossal beyond imagining, the better to debilitate its inhabitants, to suck them dry. In a word, something exhausting, something that would destroy body and soul, and without any possible utility. Or to put it more precisely, a project as useless to its subjects as it would be indispensable to the State." Een gat in de grond graven? Een reuachtige waterval creëren? Een muur om heel Egypte bouwen? Nee, dat allemaal niet. "What had to be found was something else, something that would keep folk busy night and day so that they became oblivious. But it had to be a project that could in principle be completed, without ever reaching completion. In a nutshell, a permanently self-renewing project. And one that would be really visible."
Zo werd de idee van de piramide geboren: een volstrekt nutteloos ding, een icoon, alleen maar om de mensen eronder te houden. Toen Cheops dit hoorde, wilde hij ineens ook een piramide bouwen. Het Egyptische volk heeft het geweten. Het mondt uit in een verschrikkelijke terreur. Het architectonische project tegen de vrijheid. Een waanzinnige roman.
Geef een reactie