Gehoord in Laren op 20 januari 2014:
Bezoek aan Wali van Lohuizen gebracht. Van Lohuizen is emeritus-hoogleraar Urbanistiek aan de TU Eindhoven. Tegenwoordig woont hij in kunstenaarsdorp Laren, het Gooi. Zijn vader was Theo van Lohuizen, stedenbouwkundig onderzoeker bij de afdeling Stadsontwikkeling van de gemeente Amsterdam en vanaf 1948 hoogleraar Stedenbouwkundig onderzoek aan de Technische Hogeschool Delft. Net als zijn vader was de zoon zijn carrière ooit begonnen bij het verkeersvraagstuk, in zijn geval bij de Nederlandse Spoorwegen. Hun benadering van het vakgebied vertoont ook grote gelijkenis: inventief, statistisch, kwantitatief, ruimtelijk. Maar dat niet alleen. We hadden het over verkeer, mobiliteit, de steden, het land. Uiteraard kwamen we ook te spreken over de vader en diens belangrijke werk in Amsterdam: de totstandkoming van het legendarische Algemeen Uitbreidingsplan van 1934.
Van Lohuizen vertelde me dat zijn vader hem ooit had ingefluisterd dat niet Cornelis van Eesteren het AUP heeft geconcipieerd, maar hijzelf. Toen Van Eesteren in Amsterdam kwam werken, nam Van Lohuizen hem mee op de fiets en toonde hem tijdens een reeks van dagtochten het omringende landschap. In het AUP is de nieuwe uitgelegde stad als het ware uitgesneden uit het polderlandschap op een wijze die inderdaad ieder detail en natuurlijk element respecteert. Die ‘’lobbenstad’ is misschien wel de grootste verdienste van het plan, in het proefschrift van Vincent van Rossem als zodanig beschreven. "Je kent toch het verschil tussen vormgeven en ontwerpen?", liet de zoon erop volgen. "In ontwerpen zit visie, in vormgeven niet." Ik begreep het en ik herinnerde me de systematische wijze waarop Van Lohuizen ook het landschap rond Rotterdam had geïnventariseerd (1927). En ik begreep ook dat Van Eesteren, afkomstig uit Alblasserdam, destijds nieuw was in Amsterdam en zo’n rondleiding door Van Lohuizen in het hem vreemde landschap moet hebben gewaardeerd. Biograaf Arnold Van der Valk citeert uit een interview met Van Eesteren: “Hij (Van Lohuizen) was een persoon met ideeen. Dus, hij bracht mij met Amsterdam in aanraking. Het wezen der dingen, dat was het hem.” Hoe zal ik het zeggen? Van Eesteren gaf op elementaire wijze vorm aan het programma dat Van Lohuizen als onderzoeker hem ontvouwde.
Geef een reactie