Gelezen in ‘The Cities of Russia’ (1997) van Dmitri Pitersky:
Iedereen heeft het over Detroit. Maar wat te denken van al die krimpende Russische steden? Officieel voerde de Sovjet Unie een ruimtelijke politiek van afremmen van grootstedelijke groei onder gelijktijdige stimulering van groei van kleine en middelgrote steden. De autoriteiten zongen een lofzang op de middelgrote stad. In die politiek is ze maar ten dele geslaagd of eigenlijk helemaal niet. Zoals Sidan Southall schreef in ‘The City in Time and Space’ (1998): “Control of urban growth was a key priority, but Moscow proved uncontrollable.” Terwijl het officiële doel was de groei van met name Moskou tegen te gaan, nam de bevolking van de hoofdstad van de USSR tussen 1959 en 1989 met liefst drie miljoen zielen toe. Moskou telde bijna 9 miljoen inwoners op het moment dat de Sovjet Unie in elkaar stortte. Inmiddels is haar omvang met nog eens drie miljoen inwoners gegroeid. Moskou groeit nu ten koste van de rest van het land. De omslag vond plaats ergens in de jaren ‘90. Veel Russische migranten uit de voormalige Sovjet republieken vluchtten na 1989 naar de hoofdstad van de pas gevormde Federatie. Tussen 1989 en 1994 ging het om 5,5 miljoen migranten in totaal. Maar ook daarna bleven de mensen naar die ene metropool komen. Volgens sommige schattingen telt Groot-Moskou op dit moment daarom niet 12, maar 15 miljoen inwoners.
In Geojournal schreef Dmitri Pitersky indertijd een lezenswaardig artikel over de stedenpolitiek van de Sovjet Unie en wat ervan terecht is gekomen. De meeste kunstmatig opgekweekte steden van de Sovjets hebben het niet gered, zo laat hij zien. Hun economie was centraal gestuurd; 45 procent van hun economieën bleek militair-industrieel, dus door eenzijdige overheidsinvesteringen geschraagd (foto: Baikonur in Kazachstan). Achteraf blijkt dat de stedelijke bevolking van de Sovjet Unie al die tijd ook niet groeide, ondanks alle ruimtelijke stimuleringsbeleid, en zelfs met 1,5 miljoen afnam na de val van de muur. Zonder de immigratie was die afname nog veel groter geweest. Overal in de wereld ziet men ditzelfde patroon: twintigste eeuwse ruimtelijke politiek om gebalanceerde stedelijke groei te ontwikkelen heeft domweg niet gewerkt. Conclusie: een land kan proberen kunstmatig (nieuwe) steden te laten groeien, maar het zal daarin uiteindelijk jammerlijk falen. De beste ruimtelijke politiek is een organische, een niet (door een centrale overheid) gestuurde. En als een grote stad eenmaal organisch groeit, dan moet men haar niet willen afremmen of haar in haar groei beletten. Metropoolvorming is een teken van succes.
Geef een reactie