Gelezen in ‘Wilde zwanen’ (1993) van Jung Chang:
Veel nieuws de laatste tijd over Chinese steden. NRC Handelsblad publiceert dezer dagen fraaie portretten van Shanghai. Ik lees ‘Wilde zwanen’, alweer twintig jaar oud. Opmerkelijk detail in de geschiedenis van de levens van drie moedige vrouwen in het twintigste eeuwse China, zoals opgetekend door Jung Chang. Haar boek verscheen in 1993, daags na het neerslaan van het studentenprotest op het Tiananmen Plein in Peking in 1989. Wanneer de moeder van Chang begin jaren vijftig in het oostelijk gesitueerde Yibin arriveert, wordt ze door de communisten prompt gedwongen mee te doen met zogenaamd ‘gedachtenonderzoek’. Het kwam neer op het volgende. Chang: "De mensen van boerenafkomst bekritiseerden hen die een bourgeois-achtergrond hadden. De opzet was dat mensen zo’n verandering doormaakten dat ze meer op boeren gingen lijken, want de communistische revolutie was in wezen een boerenrevolutie." Onder het communisme van Mao hadden de Chinezen geen vrije tijd meer, de privesfeer was officieel opgeheven. Comfort werd als abject beschouwd, want stedelijk; ook mode, individualisme, properheid, humor, ontspanning, tederheid, boeken lezen, lekker eten en verkwisting werden als stedelijke verschijnselen beschouwd. Alles wat stedelijk (bourgeois) was werd vereenzelvigd met ‘onderdrukking en uitbuiting’. Onderdrukking en uitbuiting van het platteland wel te verstaan.
Nooit zo bij stilgestaan. Midden twintigste eeuw leefde nog tachtig procent van de Chinese bevolking op het platteland. De onstuimige verstedelijking aan het begin twintigste eeuw, waarbij de Europese mogendheden protectoraten instelden in de belangrijkste Chinese steden, had in het grote land voor enorme onrust gezorgd. Het naoorlogse communisme van Mao was feitelijk een wraakneming op de stedelijke levenssfeer, op de stedelijke elite. Zelfs corruptie werd als een stedelijk verschijnsel gezien waartegen krachtig moest worden opgetreden. De grote stad was corrupt, week, belezen en oneerlijk. Communisme was het verheerlijken van onwetendheid, ze was in de kern antistedelijk. Chinese communisten gingen hun steden als dorpen bewonen. Geen wonder dat het met hun economie vervolgens niet vlotten wilde. Daar kon geen ‘Grote Sprong Voorwaarts’ tegenop.
Geef een reactie