Gelezen in ‘Kabinetsperspectief NOVI’ (2018):
Sinds 5 oktober ligt er een Kabinetsperspectief Nationale Omgevingsvisie, NOVI, ter inzage. In de beknopte brochure opent het kabinet Rutte een perspectief op de toekomstige inrichting van Nederland. Ik las hem met grote interesse. Het eerste dat me opviel is de ernstige toon. ‘Urgentie’ is een veel gebruikt woord. Veel zaken zijn er die moeten gebeuren. Het land kampt met grote problemen want er is sprake van versnelde groei. Het kabinetsperspectief staat in het teken van forse groei en stevige druk: er zijn files, wachtlijsten, ruimteclaims voor de energietransitie, enzovoort. De crisis lijkt in Den Haag alweer vergeten. Een acute hoogconjunctuur mengt zich hier met existentiële vraagstukken van duurzaamheid. Ik kreeg het benauwd toen ik het las. En ik voelde een lichte boosheid opkomen. Waar is het gevoel voor de lange termijn gebleven? Het tweede dat me opviel was de marginale rol van de ruimtelijke ordening. Kennelijk is deze alleen nodig voor het reserveren van voldoende ruimte en het ‘slim met elkaar combineren’ van de vele ruimtevragende functies. Toen Jan Pronk nog minister was, ging het om kiezen, nu combineren. Het vakgebied is gereduceerd tot het trucje à la ‘Ruimte voor de rivier’. Een eigen ruimtelijke agenda las ik niet. Het derde dat me opviel waren de vele ‘tafels’ waaraan de urgente vraagstukken moeten worden besproken en ‘afgewogen’. ‘Tafels’ is ook al zo’n Haags toverwoord. We vergaderen wat af. Samen komen we er wel uit.
Ronduit teleurstellend vond ik de tekst over het ‘urgente onderwerp’ van de verstedelijking: “Nederland heeft een uniek historisch gegroeide structuur van steden en dorpen met kenmerkende cultuurhistorische kwaliteiten die onderling goed verbonden zijn en goed zijn aangesloten op een internationaal netwerk (een zogenoemde polycentrische structuur). Vanuit elke stad fiets je in relatief korte tijd het open landschap in. Juist dit fijnmazige netwerk zorgt voor een sterke economische verbondenheid, een grote regionale diversiteit en brengt een hoge kwaliteit van leven met zich mee. Dit is ook essentieel voor de aantrekkingskracht van (inter-)nationale kennis, arbeid en kapitaal. Deze kwaliteit willen we versterken door voort te bouwen op de bestaande stedelijke structuur. Zodoende zorgen we voor versterking van onze toplocaties en gezichtsbepalende gebieden als de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad en Eindhoven (waaronder onze mainports).” Er is geen urgentie in deze tekst te bespeuren. In feite staat er: vooral laten zoals het is. Geen idee ook wat er aan de hand is anders dan dat Nederland niet mag ‘verrommelen’. En dat terwijl ons land in 2050 liefst 80 procent minder CO2 zal moeten uitstoten om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen. Met het ‘unieke’ polycentrische stedenpatroon dat ‘voor een sterke economische verbondenheid zorgt’ ga je het heus niet redden. Zullen we de NOVI maar vergeten?
Geef een reactie