Gelezen in NRC Handelsblad van 9 mei 2009:
De demograaf Tim Dyson is hoogleraar aan de London School of Economics. In april hield hij een interessante lezing in Den Haag. Dyson is een van de weinigen in de wereld die zich bezighouden met de mondiale demografische transitie. Die transitie begon rond 1750, toen het sterftecijfer voor het eerst begon te dalen; pas veel later daalde ook het geboortecijfer. De transitie vindt zijn einde wanneer het stadium wordt bereikt waarin zowel sterfte- als geboortecijfer laag zijn. In Europa is die toestand van nieuw evenwicht inmiddels ingetreden. In de lange periode van transitie groeide de bevolking explosief, daarna stabiliseerde ze weer, met uiteindelijk hetzelfde netto geboortecijfer als ervoor, namelijk 2.
Dyson beschouwt de demografische transitie als een positieve wending van de geschiedenis. "Mensen leven langer en kunnen verder vooruitkijken. Daardoor wordt het zinvol te sparen en te investeren – bijvoorbeeld in de scholing van kinderen. Moderne economische groei had nooit kunnen ontstaan zonder de daling van het sterftecijfer."
Ook de verstedelijking, zegt hij, was nooit mogelijk geweest zonder daling van het sterftecijfer. "Die maakte voor het eerst een natuurlijke bevolkingsaanwas in de steden mogelijk." Tot die tijd waren steden demografische ‘zwarte gaten’ waarin mensen verdwenen en die alleen gevuld konden worden door een constante toestroom van mensen vanuit het platteland. Ook deze natuurlijke groei van de stedelijke bevolking beschouwt Dyson als vooruitgang. "Alle belangrijke ontwikkelingen vonden plaats in steden: bestuur, wetenschap, onderwijs, kunst. Steden zijn verbazend productief en innovatief. Sociale verandering begint daar, met steeds nieuwe ideeën."
Zelfs de democratie is te danken aan daling van het sterftecijfer en aan de snelle verstedelijking die ermee gepaard ging. "In samenlevingen vóór de transitie is 45 procent van de bevolking jonger dan 15 jaar en leeft maar 10 procent in steden; de rest is verspreid over dorpen. Onder dergelijke omstandigheden kost het een autocraat weinig moeite een bevolking te controleren. (…) Na de transitie telt de bevolking veel meer volwassenen en leeft een groot percentage in steden. Mensen leven dicht op elkaar en zijn daardoor makkelijker te organiseren. De strijd voor democratie in 19e eeuws Europa speelde zich niet voor niets af in steden"
Geef een reactie