Gelezen in Agora nr. 4 2016:
Leuk artikel van Dieter Bruggeman in Agora, magazine voor sociaalruimtelijke vraagstukken, nummer 4. Het themanummer – ‘Overal stad’ - is gewijd aan de quasi-stedelijkheid in zowel Nederland als België. Vooral Vlaanderen en Brabant komen aan bod. Bruggeman, die studeert aan de vakgroep architectuur en stedenbouw van de Universiteit Gent, beschrijft in zijn bijdrage de politieke logica achter de Belgische diffuse verstedelijking. Die gaat terug op drie hoekstenen: nationaal mobiliteitsbeleid, het dogma van privaat woningbezit en de autonomie van gemeenten. Die laatste paste in een poging van de Belgische staat om de macht van de steden te breken, bovendien hield ze rekening met de Belgische elite die beducht was voor een al te ver doorgevoerde centralisatie. Het industrialiserende België zwakte hiermee de vlucht van het platteland naar de industriestad danig af. Typisch stedelijke voorzieningen als water, energie, cultuur, onderwijs, gezondheidszorg werden structureel ingebed in een bewust gestuurde, dominante plattelandsontwikkeling.
Als voorbeeld geeft Bruggeman de aanleg van elektriciteit in Overmere, een agrarische gemeente tussen Gent, Dendermonde, Lokeren en Aalst, rond 1900. De stroomvoorziening was hier een lokaal initiatief en bleef lang beperkt tot het gemeentelijke grondgebied. Hetzelfde gebeurde in andere dorpen. Terwijl België op die manier ‘vol gespreid’ raakte, schaalde de Belgische elektriciteitsproductie en –distributie steeds verder op, wat culmineerde in het de facto monopolie van Electrabel in 1990. Het uiteindelijke systeem, aldus Bruggeman, was de resultante van een beleid dat investeren in de stad uit de weg wilde gaan. Achteraf blijkt het fragiel. Diezelfde kwetsbaarheid geldt voor de Belgische water-, cultuur-, onderwijs-, gezondheidszorg- en verkeerssystemen. Alle zijn vanuit het platteland ontwikkeld. Bruggeman: “Stedelijke meerwaarde, de keuzes en kansen die ontstaan door de dense diversiteit van de stad, werd hierdoor echter ook niet gecreëerd. Integendeel, België verstedelijkt gespreid, zowel in tijd als in ruimte, en gaf zo vorm aan een bijna eindeloze sub-urbane leefwereld voor de nevelstadbewoner.” Wat te doen? Onbeperkt blijven teren op de verspreid aanwezige capaciteiten acht Bruggeman onverstandig. Verstedelijkingsprocessen moeten krachtiger worden gestuurd. Anders gezegd, ook België moet eindelijk grote steden gaan bouwen.
Geef een reactie