Gelezen in De Volkskrant van 21 juni 2014:
Christien Brinkgreve, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam, schreef een boek over verhalen. Een samenvatting ervan verscheen in Sir Edmund, de bijlage van De Volkskrant, afgelopen weekeinde. In ‘Vertel. Over de kracht van verhalen’ doet ze precies wat ze in de titel belooft: schrijven over de kracht van verhalen. Daarmee sluit ze aan bij de narratieve stroming die ook in de wetenschap van de planologie tegenwoordig opgeld doet (althans rond mijn leerstoel) en die bij de Dienst Ruimtelijke Ordening van Amsterdam de afgelopen tien jaar in de praktijk van de stadsontwikkeling veelvuldig werd beproefd. Want waaruit bestaat die kracht? Een samenvatting: verhalen brengen lijn in de gebeurtenissen, ze geven je greep op hoe het verder moet, ze vergroten je vermogen je te verplaatsen in andere rollen, ze verlichten je in een situatie van onzekerheid, ze maken de toekomst minder bedreigend, ze zijn voor iedereen te volgen, ze tonen de dilemma’s van het bestaan, ze geven richtlijnen over goed en kwaad, ze kunnen telkens opnieuw worden ingezet, ze maken duidelijk hoe je iets moet doen, ze helpen je bij de zoektocht naar identiteit, ze stomen je klaar voor een nieuwe toekomst, ze openen nieuwe perspectieven, ze maken het mogelijk om gedachten en associaties met elkaar te delen, ze geven een warm gevoel van verbondenheid.
Een sterk verhaal geeft het gevoel van: dit zijn wij, aldus Brinkgreve. In situaties van grote onzekerheid kunnen verhalen dus grote diensten bewijzen. Ook in de ruimtelijke ordening. De toekomst is immers per definitie ongewis. Het narratieve gehalte in de stadsontwikkeling en de ruimtelijke ordening is tot nu toe echter pover ontwikkeld. De planologie is heel instrumenteel geworden en ook totaal gejuridificeerd. Alleen mediation lijkt nog te kunnen helpen. Maar beter dan mediation is het herontdekken en weer losmaken van een narratieve werkwijze, ook al is dat in een technocratische omgeving buitengewoon ingewikkeld. Niemand houdt daar van verhalenvertellers. En voor je het weet zijn het weer de verleidelijke ontwerpen van de starchitects die de planners moeten redden. Dat liever niet. Zeker, ze verlichten je even, maar daarna ruik je onraad. Ze geven je bovendien weinig richtlijnen over goed en kwaad. Ze geven ook zelden een warm gevoel van verbondenheid. En ze tonen al helemaal niet de dilemma’s van het bestaan. Integendeel, ze walsen vaak met hun schone schijn over de dilemma’s heen. Vandaag neem ik na precies tien jaar afscheid van de Dienst Ruimtelijke Ordening van Amsterdam. Zou Brinkgreve niet een masterclass aan de Amsterdamse planologen kunnen geven?
Geef een reactie