Gehoord op de Horecava op 10 januari 2010:
Maandagmorgen was de opening van de Horecava in de RAI in Amsterdam. Die ochtend zou Den Bosch het stokje van Amsterdam overnemen als ‘hoofdstad van de smaak’. Voor dit korte stukje voor twee burgemeesters was ik naar het evenement getogen, dat verder geheel in het teken stond van de commercie. Cohen gaf Rombouts een klein boekje, getiteld ‘Naar een metropolitane voedselstrategie’. Rombouts nam het in ontvangst en gaf Cohen een Bossche ontbijtkoek in een kistje. Zo uitvoerig en anecdotisch als Rombouts de koek toelichtte, zo beknopt was Cohen over de inhoud van het boekje.
Op een evenement waar ik nooit zou komen, keek ik mijn ogen uit. Vooral de wijze waarop deze wereld over voedsel sprak was opmerkelijk. De taal was artificieel, om niet te zeggen puur commercieel. Ik kon me er geen lekker eten bij voorstellen. Men had het steeds maar over ‘een stukje beleving’, ‘een ‘stukje smaakbeleving’ zelfs, en over veel ‘toegevoegde waarde’. De beleving van het voedsel zelf bevond zich echter buiten de taal. Er werden prijzen uitgereikt voor goed ondernemerschap, maar de winnaars waren alle mensen die het voedsel en de beleving ervan hadden toegedekt onder een stortvloed van techniek en flauwekul: een theemachine, een drijvend, varend terras, een digitale touchscreen voor op de tafel, waardoor bezoekers van het etablissement geen ober meer nodig hebben "en er geen fouten in de bediening meer kunnen worden gemaakt."
Een ander toverwoord was ‘duurzaamheid’. Dan ging het over keurmerken, afspraken, quota, geurafvangapparaten. De directeur van Koninklijke Horeca Nederland bezwoer dat de sector het zelf wel zou oplossen en dat er geen regelgeving nodig was. Hij wees erop dat de fastfoodsector voorop liep in duurzaamheid. Ik moest slikken. Ook hier stond de taal erg ver af van de werkelijkheid. Nee, wat ik mij voorstel bij duurzaamheid is iets heel anders. Ik wil gewoon lekker eten. Ik wil niet al die flauwekul. Ik wil op de markt bij mij om de hoek verse groente kunnen kopen van boeren uit de directe omgeving. Dat is werkgelegenheid voor normale ondernemers. Ik wil een metropolitane voedselstrategie!
Geef een reactie