Elysische Velden

Gelezen in ‘Het beeld van de dood’ (1983) van Philippe Ariès:

Vorige week in het Tropenmuseum de tentoonstelling ‘De dood leeft’ gezien. Was het toeval dat we de week daarop in het kader van ‘Amsterdam Noir’ kwamen te spreken over begraafplaatsen in de hoofdstad? Niek Bosch en Bart Vlaanderen (DRO) weten er alles over te vertellen. Bijvoorbeeld over de vele Joodse begraafplaatsen rond Amsterdam. Waarom zo ver weg, helemaal in Diemen, Oost en Ouderkerk aan de Amstel? In ‘Het beeld van de dood’ (1983) schrijft Philippe Ariès dat alles begon in de vroegstedelijke beschaving van Mesopotamië. In het Mesopotamische wereldbeeld bestond naast de aarde het eiland Dilmoen. De Perzen noemden haar Paridaiza. Op Dilmoen woonde Utnapisjtim, de enige mens die de goden onsterfelijkheid hadden verleend. De Egyptische variant van Dilmoen waren de Eeuwige Rietvelden. Uit de combinatie van Dilmoen en Eeuwige Rietvelden boetseerden de Grieken later hun Elysische Velden. De stap naar het Christelijke Paradijs is dan nog maar klein. De ruimtelijke vorm is die van de begraafplaats. Buiten de stadsmuren van de Europese steden begroeven de burgers hun doden in ommuurde tuinen. Ariès ziet ze als tekenen van de ‘verplattelandsing’ van de samenleving. “De rijenbegraafplaats is een van de dominerende beelden uit een cultuur die niet meer zo’n specifiek stedelijk karakter heeft als die van daarvóór: de grafheuvels van de grote leiders nemen niet meer alle ruimte in beslag, zoals de graven van de honestiores dat deden bij de Romeinse steden uit de eerste en tweede eeuw.” Door stedelijke groei kwamen deze begraaftuinen later in het stadslichaam te liggen. Zo kregen ze alsnog hun stedelijke vorm. Tegenwoordig fungeren ze als stadsparken waar de levenden hun geliefde doden kunnen bezoeken. De Nieuwe Ooster en Zorgvlied zijn de Amsterdamse pendanten van Père Lachaise. Stedelijkheid en sterfelijkheid met elkaar verenigd.

Bespeurde ik enig misprijzen ten aanzien van Westgaarde? Het moderne Westgaarde ligt nog altijd buiten de stad, aan de rand van Osdorp. Het groene carré verheft zich er in de diepgelegen polder, goed zichtbaar door de ophoging en de vele beplanting. Het is het klassieke beeld van de omsloten tuin. De begraafplaats staat met de stad in verbinding door middel van de fraaie, met lindenbomen beplante Osdorper Ban. Hoe dichter je bij de begraafplaats komt, hoe breder de rij lindenbomen. In omgekeerde richting voert de weg je naar het drukke centrum aan de Sloterplas. Deze magistrale compositie van Cornelis van Eesteren – dood en leven met elkaar verbonden – paste hij eerder toe in Nagele, het in vele opzichten bijzondere dorp in de Noordoostpolder. In zijn oeuvre verwijst het naar een vroeg ontwerp van Ernst May voor een grote begraafplaats in Frankfurt. Het is een prachtige compositie, een monumentenstatus waardig. Mooi ook als ze straks wordt opgenomen in ‘De Tuinen van West’. De Tuinen van West met hun boerenland en verpozende stedelingen, ze worden de Elysische Velden van Amsterdam.


Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *