Gelezen in de Volkskrant van 14 juli 2009:
Bij slecht weer ruim ik de kranten op. Dan ga ik knippen. Ik lees met terugwerkende kracht in de Volkskrant van afgelopen zomer over de vertraging met drie maanden van de bouw van de hoogste wolkenkrabber ter wereld, de Burj Dubai. Hij zou op 9 september jongstleden zijn opgeleverd. Ik reken even snel uit. Dat betekent dat begin december het openingsfeestje alsnog zal worden gevierd, tenminste als er niet opnieuw een kink in de kabel is gekomen. Hoogte van de toren is overigens 818 meter.
Ik denk terug aan het gesprek met Peter Sloterdijk van afgelopen week. Sloterdijk koppelde steden aan verspilling en exuberantie, ze werden erdoor gedefinieerd. Liefst twintig operahuizen telde Duitsland dankzij de tegen elkaar opbiedende steden, riep hij bijna euforisch. Hij prees ook de wolkenkrabber. Er kon wat hem betreft niet hoog genoeg worden gebouwd. Diezelfde dag, enkele ogenblikken ervoor en op slechts honderd meter afstand, had ik met de CEO van Mattmo gesproken. Mattmo is een branding office in Amsterdam. Sinds enige tijd heeft het bedrijf een vestiging in Shanghai. Ze – Monique Mulder – was net terug uit de Chinese miljoenenmetropool en vertelde over haar ervaring in de hoogste wolkenkrabber die daar onlangs is gebouwd. Het was de uiterste ervaring geweest, het was onmenselijk. Zo’n wolkenkrabber, zei ze, at de stad op, je kwam er niet meer uit, hij doodde alle publieke leven, je had alle contact met de realiteit verloren als je in de liften naar boven schoot, het was een grote monocultuur. Ik antwoordde dat wij in Nederland hetzelfde aan het doen zijn; alleen is bij ons de wolkenkrabber op zijn kant gevallen. Het tegendeel van exuberantie.
Geef een reactie