Het allermooiste

Gezien op 29 mei 2013 in de stadsschouwburg te Amsterdam:

Afgelopen week getuige geweest van de eerste editie van ‘De staat van de stad’ in de stadsschouwburg. Melle Daamen, directeur van de Amsterdamse Stadsschouwburg, had Egbert Fransen van Pakhuis de Zwijger, Jeroen Slot van Dienst Onderzoek en Statistiek, en ondergetekende als bezetter van de Wibautleerstoel gevraagd het initiatief nader invulling te geven. Wij viertjes vroegen zes hoogleraren hun licht te doen schijnen over wat er nu feitelijk aan de hand is in de hoofdstad. Voor een uitverkochte zaal gaf elk van hen een minicollege over de toestand waarin Amsterdam op dit moment verkeert. Staat de stad er goed voor? Welke ontwikkelingen baren zorgen? Wat zouden we anders moeten doen? Achtereenvolgens spraken Maarten Hajer (ruimtelijke ordening), Hans Boutellier (veiligheid), Justus Uitermark (wonen), Evelien Tonkens (zorg), Ewald Engelen en Barbara Baarsma (economie). Hun colleges werden voorafgegaan door een gesprek van Harmke Pijpers met de oud-burgemeester van Antwerpen, Patrick Janssens. Het is de bedoeling een dergelijke avond voortaan elk jaar in de stadsschouwburg te organiseren.

Hoe feitelijk waren de bijdragen? Afgezien van Jeroen Slot, die de avond opende met de nieuwste cijfers over de staat van Amsterdam, bleken de uiteenlopende bijdragen vooral opiniërende columns te zijn. Helemaal niet erg, maar dat was niet de bedoeling. Voelen wetenschappers zich gedwongen te populariseren zodra ze achthonderd toeschouwers tegenover zich zien? Als intermezzo tussen de betogen van telkens twee geleerden toonde kunstenaar Jan Rothuizen een tekening die hij speciaal voor de avond had gemaakt: het Javaplein in Oost, het Leidseplein en de kamer van zijn bovenbuurvrouw. Voor elk ervan had hij 24 uur op de plek doorgebracht om alle feitelijkheden te bestuderen. Alles wat hij in dat korte tijdsbestek te weten was gekomen had hij op de tekeningen gedetailleerd vermeld. Zeldzaam boeiend en ontroerend waren de door hem opgemerkte gegevens. Ze refereerden aan het verleden, het plaatselijke, het persoonlijke, het fysieke en het sociale. Wat een rijkdom en wat een unieke kennis. Nee, Rothuizen’s artistieke bijdrage was werkelijk de allermooiste van een verder toch al schitterende avond.


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *