Gezien op het Taksim Plein in Istanbul op 15 november 2018:
Bron: Galataport
In 2023 viert Turkije het honderdjarig bestaan van de republiek. Grote projecten staan in de planning, ze moeten allemaal voor de feestelijkheden zijn afgerond. Nog vijf jaar te gaan dus. Tot 2023 wordt er voor een bedrag van 277 miljard euro door de Turkse staat in projecten geïnvesteerd. In Istanbul ging ik afgelopen week op verschillende bouwplaatsen kijken. Op het Taksimplein verrijst niet alleen een grote moskee, maar ook een operahuis op de plaats van het oude cultureel centrum Atatürk, het AKM. Het beroemde plein bereikte ik via Istiklal, de straat waar de protesten in april 2013 begonnen. Eerst was er de sloop van het Emek theater in deze belangrijke culturele straat in Beyoglu dat veel mensen op de been bracht. Hier staat inmiddels een warenhuis. Twee maanden later begon de massale bezetting van het Gezi Park toen duidelijk werd dat daar de voormalige barakken zouden worden herbouwd, nu als shopping mall, als een van de grote projecten van president Erdogan. Dranghekken van de politie benamen het zicht. Beneden langs de oevers van de Gouden Hoorn nam ik de bouwwerkzaamheden van Galataport in ogenschouw. Het was indrukwekkend. Hier wordt voor een bedrag van liefst 1,1 miljard euro een reusachtige cruisterminal gebouwd. Ook daarvoor zijn twee historische gebouwen gesloopt, wat destijds de woede opwekte van de bevolking.
Toch is de AKP van president Erdogan niet de partij van de megaprojecten alleen. De kracht van de AK partij ligt op het lokale niveau. Veel overheidsgeld gaat naar onderwijs, gezondheidszorg en lokaal ondernemerschap, iedereen in Turkije is zich daar van bewust. Zo is het budget van de Turkse gemeenten de afgelopen zestien jaar van 900 miljoen euro gestegen naar een slordige 13 miljard euro. Wel worden de gemeenten en regio’s die in handen zijn van de AKP flink bevoordeeld, want net als in Nederland is Turkije een sterk gecentraliseerd land. Dit verklaart de steun van veel Turken voor de zittende president en zijn partij. Blindstaren op de grote projecten leidt af van de werkelijke politiek. Het is als wanneer een buitenlander de politieke situatie in Nederland zou afmeten aan de megalomane stations van Arnhem, Breda, Rotterdam, Utrecht, Den Haag CS en Amsterdam, de Tweede Maasvlakte, de Leidsche Rijntunnel bij Utrecht, de plannen voor Feijenoord City. Als het om met publiek geld gefinancierde megaprojecten gaat, kan Nederland een aardig deuntje meeblazen. Het grote verschil met Turkije is dat in Nederland al jaren op de gemeenten wordt bezuinigd.
Geef een reactie