Gelezen in The Chicago Tapes (1987):
Gevonden in de boekenkast bij het opruimen: The Chicago Tapes, een verslag van een architectenconferentie gehouden in juni 1986 op de Universiteit van Illinois, Chicago. Onderwerp: hoe verder met het modernisme in de architectuur. Deelnemers waren onder anderen Robert Stern, Stanley Tigerman, Cesar Pelli, Leon Krier, Michael Graves, Josef Kleihues, Peter Eisenman, Rem Koolhaas, en nog zo wat beroemdheden. Mooi om te lezen hoe Tigerman in zijn voorwoord zijn eigen stad Chicago typeert: niet alleen het geografische centrum, maar ook “more open and forthcoming than just about anywhere on the East Coast,” en: “without the viciousness endemic to such places as New York, where performance is, more often than not, measured by an exaggerated proportion of agitation and aggravation,” en ook: “an architectural Garden of Eden – the original center of America’s monumental modernist model”, nee zelfs “the last remaining American bastion of modernism.” Uiteraard refereert hij hier aan de werken van Louis Sullivan, Frank Lloyd Wright en Mies van der Rohe. In ieder geval getuigt het van een opmerkelijk staaltje stedentrots, waarin tevens weer die afgunst jegens andere, oudere, leukere steden doorklinkt, een sentiment dat Abram de Swaan ooit zo treffend typeerde als ‘voorstadgevoel’.
Mooi is hoe de Amerikaanse architect Robert Stern vervolgens kwam te spreken over Nederland. Het werk dat hij besprak betrof zijn verbouwing van een 125-jaar oude zilverfabriek in Voorschoten, in opdracht van een bekend modemerk. Stern: “To build in Holland is to confront a reverse cultural context from the American situation where we have very little collective building fabric; in Holland, the collective fabric is among the most consistently maintained that I’ve experienced.” Vervolgens komt hij tot zijn punt: “There is a quality of Dutch modernism which is slightly mad that I both admire and that scares me to death.” Daarmee bedoelt hij de verregaande perfectionering van het modernistische idioom in een omgeving die zelf het modernisme uitstraalt. Stern eindigt zijn bespreking met een bijzondere observatie: “Working in Holland has made me understand the reaction that the generation after the First World War had to the past in a way I could never imagine before. All that fabulously perfect environment, beautifully cared for, can drive you crazy. It lacks vitality. You want to take a sledgehammer to it.” Nederland is te perfectionistisch, te collectief, te keurig, het mist daardoor vitaliteit. Althans, bezien vanuit Chicago, ‘the architectural Garden of Eden’, in 1986. De VINEX-operatie moest toen nog beginnen.
Geef een reactie