Gelezen in NRC Handelsblad van 19 september 2012:
Midden september overleed op 85-jarige leeftijd Edouard Leclerc, de grondlegger van de grootste supermarktketen van Frankrijk. Hij had deel kunnen uitmaken van David Landes’ ‘Dynasties’, het boek over de grootste familiebedrijven in de wereld. Tussen mijn knipsels trof ik zijn levensbeschrijving, opgetekend door journalist Marijn Kruk. In 1949 opende hij een kruidenierszaak in het Bretonse stadje Landerneau. Aanvankelijk verkocht hij alleen biscuitjes, net boven de inkoopprijs, later ook olie, suiker, zeep. Hij kocht het allemaal rechtstreeks in bij de fabriek, dus zonder tussenhandel. In 1963 opende hij zijn eerste hypermarché in Brest. Vanaf toen moedigde hij andere winkeliers aan zich bij hem aan te sluiten, eerst in Bretagne, later ook in de rest van Frankrijk. Zij mochten zijn naam voeren op voorwaarde dat ze zijn distributiemethode volgden. Er kwam een nationale inkoopcentrale en een nationale distributievereniging. De weilandwinkel was geboren. Op dit moment telt Leclerc 750 winkels in Frankrijk en 114 daarbuiten. De jaarlijkse omzet bedraagt 30 miljard euro.
Er is tegenwoordig veel kritiek op Leclerc, die met zijn moordend lage prijzen over de ruggen van zijn werknemers en toeleveranciers klanten aan zich zou proberen te binden. Concurrent Intermarché, een afsplitsing van datzelfde Leclerc uit 1969, doet het wat dat betreft beter. Het fenomeen weilandwinkel is door Le Mouvement Leclerc ook direct gekoppeld geraakt aan extreem lage prijzen, moordende concurrentie en lelijke loodsen in het mooie Franse landschap. Maar wat een innovatie! In zestig jaar tijd is het Franse winkellandschap mede hierdoor totaal veranderd. Op dit moment beheersen Franse grootschalige retailers 90 procent van de commerciele handel. En bijzonder is het dat al die innovatie niet uit Parijs kwam, maar uit de provincie. Was deze innovatie geheel de verdienste van Leclerc? Nee, wat sterk meehielp waren de werkende Franse vrouwen die na de Eerste Wereldoorlog hun omgekomen mannen moesten vervangen op de arbeidsmarkt. Die hadden geen tijd om boodschappen te doen. Die gingen eens per week naar de weilandwinkel.
Geef een reactie