Gelezen in ‘Love and Capital’ (2011) van Mary Gabriel:
In haar biografie van Karl Marx vormt de Parijse Commune van 1871 een soort hoogtepunt. Op 1 maart waren de Pruisen de stad binnengetrokken na een maandenlange belegering, als definitieve overwinnaars. De Franse keizer Napoleon III – uitlokker van de oorlog – was daarop gevlucht. Parijs ging vervolgens ondergronds, om zich, na een maandenlange hongertijd, op de strijd voor te bereiden. Op 26 maart kiezen de inwoners hun eigen regering. Ruim tweehonderdduizend inwoners verzamelen zich de volgende dag voor het stadhuis om hun nieuwe, democratisch gekozen bestuur toe te juichen. Daar klinkt het: ‘Vive la Commune!’. De Franse regering verschool zich ondertussen in Bordeaux. Die proclameerde begin maart herstelbetalingen aan de Pruisische schuldeiser, waarvoor ze de uitgeputte Parijse bevolking keihard aansloeg. In die gemoedstoestand koos deze dus haar eigen regering.
Op 1 april opent de Franse regering het vuur op de burgers van Parijs. Parijs slaat terug. Gabriel omschrijft de Commune die vanaf 3 april volgt als één groot carnaval. Begin mei is het weer schitterend; terwijl op de achtergrond kanongebulder klinkt, eten en drinken de Parijzenaars op de Place de la Bastille een week lang hun buiken vol. Op 16 mei organiseert de schilder Gustave Courbet, lid van de door Parijs zelfgekozen regering, op het zonovergoten Place Vendome een groot feest; daar wordt het standbeeld van Napoleon met zuil en al van zijn sokkel getrokken. Op 21 mei volgt een groot concert in de Tuileries waaraan duizenden gewone mensen deelnemen. Die avond echter trekken de Franse regeringstroepen de metropool binnen en openen het vuur. Vijf dagen lang woedt er een burgeroorlog. Het Parijs van Haussmann staat in lichterlaaie. Het experiment van het Parijse zelfbestuur wordt in de kiem gesmoord. Marx, die het Commune experiment aanvankelijk maar foolish vond, raakte allengs enthousiaster. Ofschoon het nog ver afstond van zijn ‘dictatuur van het proletariaat’, zag hij in Parijs een stad die zichzelf voor het eerst werkelijk democratisch, van onderop, bestuurde. Terwijl ik de Commune altijd had vereenzelvigd met een bloedige strijd, blijkt ze zelf in werkelijkheid een vroege oefening in lokale democratie die echter nog geen twee maanden duurde.
Geef een reactie