Onder de rook van Amsterdam

Gelezen in NRC Handelsblad van 17 januari 2007:

Van beta-onderzoekers weten we dat ze niet in de grote stad willen wonen en werken. Het liefst zitten ze in de bossen of op de hei, achter prikkeldraad verscholen, want  alles wat ze doen is geheim. Natuurlijk moet er wel een internationale luchthaven in de buurt zijn (want de betamensen opereren in internationale netwerken) en liefst ook een aantrekkelijke stad voor hun vrouwen (want de meeste beta-werkers zijn nog altijd mannen). Maar bos, heide en zee doen het goed, sterker ze lijken een levensvoorwaarde voor deze mensen, die bovendien, ik schrijf het nog maar eens, in een beveiligde omgeving, uit de buurt van spionnen, willen werken. Het mooiste Europese voorbeeld is het Jülich-onderzoekscomplex in een landelijke omgeving tussen Aken, Bonn en Keulen, waar duizenden kernenergieonderzoekers in de bossen werken aan geheime hoogtechnologische wetenschap. Ook Nederland heeft een paar plekken waar dergelijke concentraties betawetenschappers te vinden zijn: Noordwijk voor de Europese ruimtevaartonderzoekers en Petten voor de energieonderzoekers. Beide aan zee, beide nabij Schiphol, beide even buiten, maar desalniettemin toch in de nabijheid van Amsterdam, de hoofdstad. Nu meldt NRC Handelsblad keurig een persberichtje waarin melding wordt gemaakt van het feit dat de Europese Unie zijn energieonderzoek gaat concentreren in Petten. "Wetenschappelijk onderzoek over politiek gevoelige kwesties – hoe kan de EU minder afhankelijk worden van energieleveranciers als Rusland, op welke manier kan de uitstoot van CO2 worden verminderd – wordt in Petten geconcentreerd." Het besluit bleek al eind vorig jaar in Brussel genomen. Concreet betekent het dat Europese onderzoekers uit het Noorditaliaanse Ispra (óók in de buitenlucht, maar dan dicht bij Milaan) naar Petten zullen komen. In Ispra is het Europese onderzoekscentrum voor Milieu gevestigd. Daar werken veel klimaatdeskundigen. Momenteel werken zo’n 220 hooggekwalificeerde onderzoekers in Petten, in het Europese instituut voor Energie. Het is de buurman van ECN, dat ook in Petten is gevestigd en dat met de buurman samenwerkt. Dat aantal neemt dus substantieel toe.

Wat betekent dit voor Amsterdam? Naast het belang van hoogwaardig winkelen van de vrouwen van de wetenschappers in Amsterdam en de internationale uitstraling van de hoofdstad is er niet zo heel veel. De betawetenschappers zullen landelijk willen wonen. Dus is de opgave vooral in de Noordhollandse droogmakerijen aantrekkelijke ranches aan te bieden voor deze lieden. Amsterdam zal zich vooral moeten profileren op concrete toepassingen van Pettense energie-innovaties. Dat doet het al, zij het nog onvoldoende. Zo worden de Amsterdamse GVB-bussen uitgerust met brandstofcellen die in het Europses Instituut in Petten zijn ontwikkeld. De bussen zullen daardoor flink zuiniger gaan rijden. Maar wie weet dat? En wat valt er zoal nog meer in het Amsterdamse te beproeven? Voor Schiphol betekent het meer hoogwaardig bestemmingsverkeer. Dat is belangrijk, want de Amsterdamse luchthaven dreigt te kiezen voor vracht. En vracht levert heel wat minder toegevoegde waarde en meer overlast dan hoogwaardige energieonderzoekers met hun gezinnen. Kenniseconomie heette dat. Bedoelde het Haagse Innovatieplatform van premier Balkenende zoiets?


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *