Gehoord in de Tolhuistuin op 13 oktober 2009:
Het CDA is in Amsterdam een kleine partij en de politieke avonden trekken vooralsnog weinig bezoekers, dat moet gezegd. Maar voor het gedachtegoed van de Vrijstaat zijn de Christen-Democraten wel ontvankelijk. Dat bleek gisteravond in de Tolhuistuin, toen het CDA haar avond over de toekomst van Amsterdam belegde. De partij had Marieke van der Werf als gast uitgenodigd. Van der Werf is adviseur duurzame ontwikkeling en manager van het nationale programma natuur- en milieueducatie. Ze schreef het boek ‘Cradle to Cradle in bedrijf’ (2009). Daarmee was de toon gezet. Van der Werf legde uit hoe Cradle to Cradle een nieuw perspectief in de discussie over duurzaamheid brengt. Het roept op de dingen beter te maken in plaats van ‘minder slecht’. "Kansen en verbetering in plaats van schuld en reductie." En ook: "Dat stelt menselijke activiteiten, waaronder economische ontwikkeling, in een ander daglicht: wij zijn niet langer veroorzaker van het probleem, maar onderdeel van de oplossing." Deze boodschap van hoop en optimisme beheerste de avond, die neerkwam op een rondetafelgesprek waarbij de curator de ‘Amsterdam Principles’ uitlegde die aan de basis liggen van de Vrijstaat, een heruitvinden van het ‘polderen’: eenvoudige principes die, net als de ‘Almere Principles’ bedoeld zijn het dagelijkse handelen van mensen te sturen; en waarop Van der Werf telkens reageerde.
Volgens Van der Werf waren de ‘Almere principles’ vooral gericht op het ontwerpen, de ‘Amsterdam Principles’ op de grondhouding van mensen. Volgens de curator waren de laatste niet alleen fundamenteler, maar tevens praktischer, namelijk een werkwijze. Ze veronderstelden het plaatsnemen aan de poldertafel, het niemand buitensluiten, het bewust afzien van macht, het delen van verhalen, het luisteren naar anderen, het volhouden. Het zijn, aldus de curator, de principes van werkelijke democratie.
Van der Werf vond de principes nogal ‘katholiek’. Ze wilde er nog een principe aan toevoegen, of eenje vervangen door: ‘Be beneficial’ (wees weldoend). Wat heet, katholiek! Of nee, zei Van der Werf nu, ze waren in ieder geval typisch Amsterdams! Nogal soft? Veel praten? Het werd niet helemaal duidelijk wat ze daar nu mee bedoelde. Vervolgens vroeg het aanwezige gezelschap zich af waarom Amsterdam nu met deze principes naar buiten kwam. Kon Amsterdam de wereld redden? Ja dat kan ze. Als ze het maar wil. Het deed Van der Werf denken aan ‘The Fountainhead’ (1934) van Ayn Rand, het verhaal van de jonge, briljante architect Howard Roark die tegen alle conventionele standaarden en normen in blijft ontwerpen waar hij zelf achter staat en bovenal gelooft in zichzelf. Rand’s doel met dit boek was niet minder dan de uitbeelding van de ideale mens, de mens ‘zoals hij zou kunnen en moeten zijn.’ Voorzitter Ruben van der Ploeg besloot de avond met te zeggen dat het gesprek hem in ieder geval aan het denken had gezet. Dat bedoel ik met ontvankelijk.
De pont arriveerde. We staken over. Daar kwam de nacht. Ze viel.
Geef een reactie