Gelezen in Triumph of the City (2011) van Edward Glaeser:
Mooie glansrol voor de Nederlandse steden in Ed Glaeser’s epos over de triomf van de stad. Nee, we hebben het niet over de huidige Nederlandse stad; haar rol is klein en onbeduidend en komt in het hele boek niet voor, tenzij negatief, zoals in het geval van het krimpende Rotterdam. Glaeser bedoelt de Hollandse koopmanssteden in de zeventiende eeuw. De opkomst van het Westen, stelt hij, is zeker niet alleen te danken aan militaire overmacht, de effectieve bestrijding van ziektes en de opkomst van de natie-staat; ze is vooral de uitkomst van metropoolvorming. Handelsmetropolen, wel te verstaan. “The growth of cities run by merchants was considerably greater than the growth of cities led by princes and monarchs.” Waarom? “These dense places were havens for innovation an were the nodes of a global trading network that brought in the knowledge of the East.” Voor de opstand van de Hollanders – the Great Revolt – ruimt hij een wel heel bijzondere plaats in. Ze leidde tot de vorming van de eerste republiek op aarde: The Dutch Repubic. Deze Amerikaanse econoom kent zijn geschiedenis, en meer dan dat, want niet alleen voor de vorming van de USA was deze opstand beslissend, ze kan evenzeer voor de hele wereldgemeenschap, die tegenwoordig overwegend uit republieken bestaat, als een bepalende innovatie worden beschouwd.
Verderop in het boek haalt Glaeser opnieuw het voorbeeld van de ‘’Dutch Revolt’ aan, nu om de effecten van de boekdrukkunst – een typisch stedelijke innovatie – duidelijk te maken. De verspreiding in druk van de protestantse Acte van Verlatinghe (1581) op grote schaal in de Nederlandse steden leidde uiteindelijk tot de verdrijving van de katholieke Spaanse koning Filips II uit de Lage Landen. “After almost seventy years of fighting, Holland became an independent republic, the most urban nation in Europe, and the center of a global trading network that would reach as far east as Nagasaki, Japan, and as far west as the island of Manhattan.” Het voorbeeld vormt het sluitstuk van het eerste hoofdstuk. Dat gaat over de relatie tussen steden en innovatie. Veranderingen in religie en politiek worden in steden bedacht en via hun netwerken wereldwijd verspreid, dat is de strekking. Nu, in de eenentwintigste eeuw zijn het niet de Hollandse steden, maar Bangalore, San Francisco, Singapore waar het gebeurt – dense places, havens for innovation, nodes of knowledge. Waar autochtonen en immigranten samenkomen in een dichte pakking gebeurt nog steeds hetzelfde: onverwachte, niet geplande innovatie. “There is every reason to think that globalization and modern changes in technology will have the same effect.” Steden dus. Grote steden.
Geef een reactie