Gelezen in ‘Twenty minutes in Manhattan’ (2009) van Michael Sorkin:
In het een na laatste hoofdstuk van ‘Twenty minutes in Manhattan’ staat Sorkin stil bij de infrastructuur in zijn buurt. Deels betreft het restanten van de oude havens, deels autosnelwegen die na de teloorgang van de havens veertig jaar geleden de stad moesten helpen ontsluiten maar die de stad, net als alle andere havensteden, juist hebben afgesneden van haar oevers. In zijn buurt pasten die autowegen in het grote Westway-plan: de gedachte om de hele 650 mijlen lange kustlijn van New York opnieuw te ontwikkelen. Plan na plan kwam op hetzelfde neer: een parkachtige oever plus hoogbouw aan het water. Op zichzelf heeft Sorkin geen bezwaar tegen dergelijke ingrediënten. Zijn bezwaar richt zich tegen de beperkte, rigoureuze toepassing ervan, het weinig smaakvolle gebruik van het nautische en industriële erfgoed daarbij en de dominantie van de hoogbouw voor de superrijken. En dat op zulke mooie plekken in de stad. Bovendien, "the waterfront is of particular importance now because the city’s morphological endgame is increasingly being carried out on smaller fields of play: the grid is just about full, the development versus conservation argument has been well articulated on both sides, and the era of wholesale urban-renewal style demolition seems largely over." Trouwens, geen van de plannen houdt rekening met zeespiegelstijging.
Symptomatisch noemt Sorkin de ontwikkeling van de High Line in zijn buurt. Deze oude verhoogde spoorlijn wordt op dit moment omgebouwd tot een lineair park. Hij heeft er weinig mee op. Het leidt alleen maar, schrijft hij, tot verhoging van de vastgoedprijzen. Sterker, er wordt doelbewust op de top van de markt gemikt en zal de middenklasse en de armen verder uit de buurt verdrijven. Refererend aan de oude bestemming van vleesmarkt, verzucht hij: "The well-heeled have now almost totally displaces the well-hooved." Toch mag hij er af en toe graag eten met zijn vrouw.
Het andere slagveld is Sixth Avenue. De transformatie richting gentrificatie illustreert hij aan de hand van twee levensmiddelenwinkels, Jefferson Market en Balducci. Beide zijn de afgelopen jaren verhuisd. Jefferson Market heeft daarbij zijn oude glans verloren en Balducci is helemaal in rook opgegaan. In zijn plaats is een andere kruidenier gekomen – Citarella, een filiaal van een winkel uit de Upper West Side. Goede kwaliteit, daar niet van, maar te rationeel, te onpersoonlijk. Bang dat Sixth Avenue te netjes en te homogeen wordt is hij echter niet. Er zijn genoeg weerstanden daartegen. "Once again, the unyielding spatial character of a neighborhood with strong preservation protections assures that the upward spiral of scale that characterizes so much suburban retail is frustrated." Over de diversiteit van de bevolking hebben we het dan nog niet. Sorkin vindt het best lastig. Moet je nou overal mengen of kan het per buurt homogeen zijn als het totaal maar divers is? "Clearly, it would be tragic if, in cities around the world in which diversity is growing, the idea of local homogeneities were supplanted by a recombinant super-homogeneity in which the demographic and cultural character of all places is simply the same." Ergens tussenin dus. Maar het blijft moeilijk. This scintillating dialectic of equality and difference is at the core of the struggle to find the form of the good city."
Geef een reactie